ECLI:NL:GHARN:2010:BM6928
Gerechtshof Arnhem
- Hoger beroep
- J.A.W. Lensing
- J.I.M.W. Bartelds
- P.H.A.J. Cremers
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake verzoek tot horen verdachte in Turkije
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem op 8 juni 2010 uitspraak gedaan in het hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Utrecht, nevenzittingsplaats Almelo, van 11 juli 2008. De verdachte heeft hoger beroep ingesteld tegen het vonnis, waarbij de verdediging verzocht om de verdachte te horen in Turkije. Het hof heeft de zaak behandeld op meerdere zittingen, waarbij de advocaat-generaal en de raadsman van de verdachte hun standpunten hebben toegelicht. De verdachte heeft zich in Nederland onttrokken aan zijn berechting en is in september 2009 naar Turkije gevlucht. In Turkije is hij in voorlopige hechtenis gesteld in afwachting van de behandeling van strafbare feiten die daar zijn gepleegd.
Het hof heeft in een tussenarrest van 22 april 2010 aangegeven dat het na kennisname van de vertaalde antwoorden van de Turkse autoriteiten op vragen van de advocaten-generaal terug zou komen op de aanwezigheid van de verdachte bij de inhoudelijke behandeling van zijn zaak. Tijdens de zitting van 25 mei 2010 heeft de raadsman van de verdachte zijn verzoeken herhaald, maar het hof heeft deze verzoeken afgewezen. Het hof heeft geconcludeerd dat de Turkse autoriteiten geen mogelijkheden bieden voor een videoverbinding of tijdelijke overbrenging van de verdachte naar Nederland.
Het hof heeft de zaak heropend en de stukken in handen gesteld van de rechter-commissaris in Utrecht, met het verzoek om de verdachte te horen over zijn verklaringen sinds de eerste berechting. De advocaten-generaal zijn opgedragen om navraag te doen bij de Turkse autoriteiten over de mogelijke aanwezigheid van de verdachte bij de inhoudelijke behandeling. De behandeling van de zaak is gepland voor 1 oktober 2010, met een gedetailleerde planning voor de daaropvolgende zittingen.