ECLI:NL:GHARN:2010:BM4601
Gerechtshof Arnhem
- Hoger beroep
- S. Zwerwer
- K. Lahuis
- J.A. Wiarda
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van verdachte in vuurwerkzaak wegens onduidelijkheid gevarenzone
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem op 18 mei 2010 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de economische politierechter in de rechtbank Zwolle-Lelystad. De verdachte was eerder veroordeeld voor het niet naleven van voorschriften uit het Vuurwerkbesluit, specifiek met betrekking tot de aanwezigheid van publiek binnen de gevarenzone tijdens het tot ontbranding brengen van professioneel vuurwerk. De advocaat-generaal had gevorderd dat het hof de verdachte zou vrijspreken van het primair ten laste gelegde en hem subsidiair zou veroordelen tot een geldboete van € 1000,00, met een voorwaardelijke straf van 20 dagen hechtenis en een proeftijd van twee jaar.
Tijdens de zitting in hoger beroep heeft de verdachte ontkend dat er publiek binnen de gevarenzone aanwezig was. Hij stelde dat de afzetting op een grotere afstand was opgesteld dan voorgeschreven, waardoor de aanwezigen zich niet binnen de gevarenzone bevonden. De toezichthouders van de provincie Flevoland, die verantwoordelijk waren voor het toezicht op de naleving van de vergunning, hebben verklaard dat het onduidelijk was waar de gevarenzone eindigde. Het hof concludeerde dat, gezien deze onduidelijkheid, niet bewezen kon worden dat de mensen binnen de afzetting zich ook daadwerkelijk binnen de gevarenzone bevonden.
Het hof heeft het vonnis van de rechtbank vernietigd en de verdachte vrijgesproken van het hem ten laste gelegde. De uitspraak benadrukt het belang van duidelijke afbakening van gevarenzones bij evenementen waarbij vuurwerk wordt ontstoken, en de noodzaak voor toezichthouders om deze zones nauwkeurig te meten en te communiceren. Het arrest is gewezen door een collegiaal hof, waarbij de voorzitter en de andere rechters in meerderheid tot deze beslissing zijn gekomen.