ECLI:NL:GHARN:2010:BM3053
Gerechtshof Arnhem
- Hoger beroep
- H.M.E. Laméris-Tebbenhoff Rijnenberg
- J. Hielkema
- E. Pennink
- Rechtspraak.nl
Veroordeling voor overtredingen van de Wegenverkeerswet 1994 met betrekking tot rijden onder invloed en zonder rijbewijs
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem op 29 april 2010 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Zwolle-Lelystad. De verdachte, geboren in 1982 en woonachtig in [woonplaats], was op 8 augustus 2008 betrokken bij een eenzijdig ongeval. Tijdens dit ongeval bestuurde zij een voertuig terwijl zij onder invloed was van amfetamine, en bovendien had zij geen geldig rijbewijs. De politierechter had de verdachte eerder veroordeeld tot straffen en een bijkomende straf. De verdachte heeft tijdig hoger beroep aangetekend.
Tijdens de zitting in hoger beroep heeft de raadsman van de verdachte aangevoerd dat de verklaring van de verdachte, afgelegd bij de politie, niet voor het bewijs mocht worden gebruikt, omdat zij niet was gewezen op haar recht op bijstand van een advocaat. Het hof heeft deze verklaring echter niet voor het bewijs gebruikt, waardoor de verdediging geen belang meer had bij dit verweer. Het hof heeft vastgesteld dat het bloedonderzoek aan de wettelijke vereisten voldeed, en heeft het verweer van de raadsman verworpen.
Het hof heeft de verdachte schuldig bevonden aan de ten laste gelegde feiten, waaronder het rijden onder invloed van amfetamine, het rijden zonder rijbewijs, en het rijden zonder verzekering. De verdachte is eerder veroordeeld voor soortgelijke feiten, wat heeft meegewogen in de strafmaat. Het hof heeft de straffen bepaald op basis van de ernst van de feiten en de omstandigheden waaronder deze zijn begaan. Uiteindelijk heeft het hof de verdachte veroordeeld tot een werkstraf van 24 uren, met een voorwaardelijke vervangende hechtenis van 12 dagen, en een ontzegging van de bevoegdheid om motorrijtuigen te besturen voor de duur van 10 maanden.