ECLI:NL:GHARN:2010:BM1816
Gerechtshof Arnhem
- Hoger beroep
- D.V.E.M. van der Wiel-Rammeloo
- H.M.E. Laméris-Tebbenhoff Rijnenberg
- J. Hielkema
- Rechtspraak.nl
Veroordeling voor bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem op 1 april 2010 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Zwolle-Lelystad. De verdachte, geboren in 1966, werd beschuldigd van bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht. De tenlastelegging betrof bedreigende uitspraken die de verdachte op 26 maart 2008 had gedaan tegen een slachtoffer, waarbij hij dreigde deze te doden. De politierechter had de verdachte eerder veroordeeld tot een straf, maar de verdachte ging in hoger beroep.
Tijdens de zitting in hoger beroep heeft het hof het bewijs tegen de verdachte beoordeeld, waarbij het hof de verklaringen van de verdachte en het adviesrapport van de reclassering in overweging heeft genomen. De advocaat-generaal vorderde een werkstraf van 30 uren, subsidiair 15 dagen hechtenis. Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte eerder is veroordeeld voor misdrijven en dat hij een intramurale behandeling heeft ondergaan. Ondanks zijn verleden heeft de verdachte aangegeven dat hij zijn leven redelijk stabiel heeft weten op te bouwen en dat hij onder behandeling is bij een psycholoog en psychiater.
Het hof heeft het vonnis van de politierechter vernietigd en de verdachte opnieuw veroordeeld tot een werkstraf van 30 uren, met de voorwaarde dat bij niet-nakoming vervangende hechtenis van 15 dagen zal worden opgelegd. Het hof heeft de strafmotivering gebaseerd op de ernst van het feit, de omstandigheden waaronder het feit is begaan en de persoonlijke situatie van de verdachte. De uitspraak benadrukt de noodzaak van een passende sanctie, rekening houdend met de rehabilitatie van de verdachte.