ECLI:NL:GHARN:2010:BM1816

Gerechtshof Arnhem

Datum uitspraak
1 april 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
24-002834-08
Instantie
Gerechtshof Arnhem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht

In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem op 1 april 2010 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Zwolle-Lelystad. De verdachte, geboren in 1966, werd beschuldigd van bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht. De tenlastelegging betrof bedreigende uitspraken die de verdachte op 26 maart 2008 had gedaan tegen een slachtoffer, waarbij hij dreigde deze te doden. De politierechter had de verdachte eerder veroordeeld tot een straf, maar de verdachte ging in hoger beroep.

Tijdens de zitting in hoger beroep heeft het hof het bewijs tegen de verdachte beoordeeld, waarbij het hof de verklaringen van de verdachte en het adviesrapport van de reclassering in overweging heeft genomen. De advocaat-generaal vorderde een werkstraf van 30 uren, subsidiair 15 dagen hechtenis. Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte eerder is veroordeeld voor misdrijven en dat hij een intramurale behandeling heeft ondergaan. Ondanks zijn verleden heeft de verdachte aangegeven dat hij zijn leven redelijk stabiel heeft weten op te bouwen en dat hij onder behandeling is bij een psycholoog en psychiater.

Het hof heeft het vonnis van de politierechter vernietigd en de verdachte opnieuw veroordeeld tot een werkstraf van 30 uren, met de voorwaarde dat bij niet-nakoming vervangende hechtenis van 15 dagen zal worden opgelegd. Het hof heeft de strafmotivering gebaseerd op de ernst van het feit, de omstandigheden waaronder het feit is begaan en de persoonlijke situatie van de verdachte. De uitspraak benadrukt de noodzaak van een passende sanctie, rekening houdend met de rehabilitatie van de verdachte.

Uitspraak

Parketnummer: 24-002834-08
Parketnummer eerste aanleg: 07-460429-08
Arrest van 1 april 2010 van het gerechtshof te Arnhem, nevenzittingsplaats Leeuwarden, meervoudige strafkamer, op het hoger beroep tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Zwolle-Lelystad van 13 oktober 2008 in de strafzaak tegen:
[verdachte],
geboren op [1966] te [geboorteplaats],
wonende te [woonplaats], [adres],
verschenen in persoon, bijgestaan door zijn raadsman mr. C.S.P.M. de Kock, advocaat te Zwolle.
Het vonnis waarvan beroep
De politierechter in de rechtbank Zwolle-Lelystad heeft de verdachte bij het vonnis wegens een misdrijf veroordeeld tot een straf, zoals in dat vonnis omschreven.
Gebruik van het rechtsmiddel
De verdachte is op de voorgeschreven wijze en tijdig in hoger beroep gekomen.
Het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep, alsmede het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
De vordering van de advocaat-generaal
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het hof verdachte zal veroordelen tot een werkstraf van 30 uren subsidiair 15 dagen hechtenis.
De beslissing op het hoger beroep
Het hof zal het vonnis vernietigen en opnieuw recht doen.
Tenlastelegging
Aan de verdachte is ten laste gelegd, dat:
hij op of omstreeks 26 maart 2008 in de gemeente [gemeente], [slachtoffer] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, althans met zware mishandeling, immers heeft verdachte opzettelijk voornoemde [slachtoffer] dreigend de woorden toegevoegd: "Als jij haar nog eens lastig valt maak ik je dood" en/of "Wacht maar ik maak je dood" en/of "Ik maak je dood" en/of "Wacht maar tot ik je tegen kom in [plaats] dan maak ik je dood", althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking.
Bewezenverklaring
Het hof acht bewezen dat:
hij op 26 maart 2008 in de gemeente [gemeente], [slachtoffer] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, immers heeft verdachte opzettelijk voornoemde [slachtoffer] dreigend de woorden toegevoegd: "Als jij haar nog eens lastig valt maak ik je dood" en "Wacht maar ik maak je dood" en "Ik maak je dood".
Het hof acht niet bewezen hetgeen aan verdachte als voormeld meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen.
Kwalificatie
Het bewezen verklaarde levert op het misdrijf:
bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht.
Strafbaarheid
Het hof acht verdachte strafbaar. Strafuitsluitingsgronden worden niet aanwezig geacht.
Strafmotivering
Het hof heeft de op te leggen straf bepaald op grond van de aard en ernst van het feit, de omstandigheden waaronder het feit is begaan en de persoon van verdachte. Daarbij heeft het hof in het bijzonder het navolgende in aanmerking genomen.
Verdachte heeft op 26 maart 2008 de toen 21-jarige aangever bedreigd door tegen hem te roepen dat hij hem dood zou maken. Verdachte heeft door zijn intimiderende en bedreigende optreden bij aangever angst veroorzaakt.
Het hof heeft bij de straftoemeting in aanmerking genomen dat verdachte - blijkens een hem betreffend uittreksel uit het justitiële documentatieregister d.d. 31 december 2009 - in een verder verleden vele malen is veroordeeld ter zake misdrijven en tot medio 2006 vele jaren lang een intramurale behandeling heeft ondergaan.
Op 9 juni 2008 is door R. van Holst, reclasseringswerker bij Tactus Verslavingszorg, een adviesrapport uitgebracht omtrent de persoon van de verdachte. Daaruit blijkt, onder meer, dat verdachte er na de langdurige intramurale behandeling in is geslaagd een redelijke stabiel leven op te bouwen. Geadviseerd wordt om in geval van een bewezenverklaring aan verdachte een werkstraf op te leggen.
Ter zitting van het hof heeft verdachte verklaard dat hij op vrijwillige basis wekelijks contact heeft met een psycholoog en ook onder behandeling is bij een psychiater. Hij onderhoudt eveneens een goed contact met de reclassering. Verdachte leert naar eigen zeggen langzamerhand om beter om te gaan met voor hem moeilijke situaties in de samenleving.
Al het vorenstaande in aanmerking nemende is het hof met de advocaat-generaal van oordeel dat een werkstraf van na te melden duur een passende sanctie is.
Toepassing van wetsartikelen
Het hof heeft gelet op de artikelen 22c, 22d, 63 en 285 van het Wetboek van Strafrecht, zoals deze artikelen golden ten tijde van het bewezen verklaarde.
De uitspraak
HET HOF,
RECHT DOENDE OP HET HOGER BEROEP:
vernietigt het vonnis, waarvan beroep, en opnieuw recht doende:
verklaart het verdachte ten laste gelegde bewezen en kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart dit feit en verdachte strafbaar;
verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte als voormeld meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen en spreekt verdachte daarvan vrij;
veroordeelt verdachte [verdachte] tot taakstraf, bestaande uit een werkstraf, voor de duur van dertig uren, met bevel voor het geval dat de veroordeelde de werkstraf niet naar behoren verricht, dat vervangende hechtenis voor de duur van vijftien dagen zal worden toegepast.
Dit arrest is aldus gewezen door mr. D.V.E.M. van der Wiel-Rammeloo, voorzitter,
mr. H.M.E. Laméris-Tebbenhoff Rijnenberg en mr. J. Hielkema, in tegenwoordigheid van mr. M. Nijhuis als griffier.