ECLI:NL:GHARN:2010:BM1615
Gerechtshof Arnhem
- Hoger beroep
- J.J. Beswerda
- O. Anjewierden
- G.N. Roes
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van verdachte in zaak betreffende gebruik van bestrijdingsmiddel Roundup op sloottalud
In deze zaak, die werd behandeld door het Gerechtshof Arnhem op 26 maart 2010, stond de verdachte terecht in hoger beroep tegen een eerdere veroordeling door de economische politierechter in de rechtbank Zwolle-Lelystad. De verdachte werd verweten dat hij op of omstreeks 16 augustus 2007 het bestrijdingsmiddel Roundup had gebruikt op een sloottalud, terwijl dit gebruik niet was toegestaan volgens de wettelijke voorschriften. De advocaat-generaal vorderde vrijspraak van de verdachte, en het hof heeft deze vordering gevolgd.
Tijdens de zitting werd duidelijk dat er onvoldoende bewijs was om de tenlastelegging te ondersteunen. De opsporingsambtenaar had op de betreffende datum een verkleuring van de begroeiing op het sloottalud waargenomen, wat leidde tot de verdenking dat de verdachte het bestrijdingsmiddel had gebruikt. Echter, de verdachte verklaarde dat hij al eerder, op 20 juli 2007, een ander bestrijdingsmiddel had gebruikt, wat werd ondersteund door de ervaring van de opsporingsambtenaar dat een verkleuring pas tien dagen na toepassing van een bestrijdingsmiddel zichtbaar wordt.
Het hof oordeelde dat er geen wettig en overtuigend bewijs was dat de verdachte het hem ten laste gelegde feit had gepleegd op de datum in de tenlastelegging. Daarom werd het vonnis van de rechtbank vernietigd en werd de verdachte vrijgesproken van alle beschuldigingen. Dit arrest benadrukt het belang van voldoende bewijs in strafzaken en de rol van de rechter in het waarborgen van een eerlijke rechtsgang.