ECLI:NL:GHARN:2010:BM1571
Gerechtshof Arnhem
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Vordering tot tenuitvoerlegging van voorwaardelijk opgelegde ISD-maatregel en beoordeling van naleving door betrokkene
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem op 30 maart 2010 uitspraak gedaan in hoger beroep over de vordering tot tenuitvoerlegging van een voorwaardelijk opgelegde maatregel tot plaatsing in een inrichting voor stelselmatige daders (ISD-maatregel). De betrokkene, geboren in Marokko in 1976, had de bijzondere voorwaarde van toezicht en begeleiding door Emergis, Justitiële Verslavingszorg, niet nageleefd. Echter, hij heeft op eigen initiatief een klinische behandeling ondergaan bij Novadic-Kentron Breda, die hij met goed gevolg heeft doorlopen. Betrokkene heeft aangegeven de ambulante behandeling te willen voortzetten, wat in lijn is met de intentie van de bijzondere voorwaarde om zich begeleidbaar op te stellen met betrekking tot zijn verslavingsproblematiek.
Het hof heeft overwogen dat de beoogde strekking van de ISD-maatregel, namelijk de beveiliging van de maatschappij, thans niet vereist dat de tenuitvoerlegging van de voorwaardelijk opgelegde maatregel alsnog wordt bevolen. De vordering van de officier van justitie om de maatregel ten uitvoer te leggen, is dan ook afgewezen. Het hof heeft verder geoordeeld dat een verlenging van de proeftijd van de voorwaardelijk opgelegde ISD-maatregel niet mogelijk is, omdat de wettelijke bepalingen dit niet toestaan.
De beslissing van de rechtbank Middelburg van 5 augustus 2009, die de tenuitvoerlegging van de maatregel had bevolen, is door het hof vernietigd. Het hof heeft de zaak beoordeeld op basis van nieuwe stukken en de verklaringen van de betrokkenen tijdens de zitting.