Parketnummer: 21-004147-07
Uitspraak d.d.: 29 maart 2010
TEGENSPRAAK
Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken
gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Arnhem van 5 oktober 2007 in de in eerste aanleg gevoegde strafzaken, parketnummers 05-900217-06,
05-950282-05 en 05-910103-05, tegen
Verdachte,
geboren in het jaar 1961,
De verdachte en de officier van justitie hebben tegen het hiervoor genoemde vonnis hoger beroep ingesteld.
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzittingen van het hof van 9 september 2008, 27 januari 2009, 19 en 20 februari 2009, 25 juni 2009, 18 september 2009, 15 oktober 2009, 27 januari 2010, 12 maart 2010 en 15 maart 2010 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422 van het Wetboek van Strafvordering, het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal. Deze vordering is na voorlezing aan het hof overgelegd (zie voor de inhoud van de vordering bijlage I). Het hof heeft voorts kennis genomen van hetgeen door verdachte en zijn raadsman, mr J.W. Schouten, naar voren is gebracht.
Het vonnis waarvan beroep
Het hof zal het vonnis waarvan beroep vernietigen omdat het tot een andere bewijsbeslissing en andere strafoplegging komt en daarom opnieuw rechtdoen.
In eerste aanleg is op 22 december 2006 een vordering nadere omschrijving tenlastelegging toegewezen met betrekking tot parketnummer 05/900217-06 en op 20 september 2007 eveneens in eerste aanleg is met betrekking tot parketnummer 05/910103-05 een vordering nadere omschrijving tenlastelegging toegewezen.
Het hof nummert de onder de parketnummers 05-950282-05 en 05-910103-05 tenlastegelegde feiten door als 5, 6, 7 en 8. De subsidiaire en meer subsidiaire varianten van het onder 2 tenlastegelegde voorziet het hof van de hierna vermelde ondernummering.
Aan verdachte is aldus tenlastegelegd dat:
1.
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van de maand juli 2005 tot en met de maand december 2005, te Renkum en/of Huissen, gemeente Lingewaard, en/of Arnhem en/of Ypenburg, gemeente 's-Gravenhage, en/of (elders) in Nederland tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, Aangever 1 (geboren op 17 april 1989) (telkens) ertoe heeft gebracht zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van (een) seksuele handeling(en) met en/of voor (een) derde(n) tegen betaling, dan wel (telkens) ten aanzien van die Aangever 1 enige handeling(en) heeft ondernomen waarvan verdachte wist of redelijkerwijs moest vermoeden dat die Aangever 1 zich daardoor beschikbaar stelde tot het verrichten van die handeling(en), terwijl die Aangever 1 de leeftijd van achttien jaren nog niet had bereikt, hebbende verdachte en/of (een of meer van) verdachtes mededader(s) (telkens)
- voornoemde Aangever 1 middels internet/chatten geronseld voor (het) gay-escortwerk en/of
- die Aangever 1 (daartoe) een aanmeld-/inschrijfformulier laten invullen (met (onder meer) zijn lichaamskenmerken en/of seksuele voorkeuren en/of mogelijkheden en/of (te voeren) werknaam) en/of
- van die Aangever 1 (een) (voor (de) (potentiële) klant(en)) seksueel prikkelende foto('s) van diens geheel of gedeeltelijk naakte lichaam gemaakt en/of die Aangever 1 betrokken en/of getest in een rollenspel van klant-escortjongen en/of
- die Aangever 1 geïnformeerd over (het) gay-escortwerk en/of (de behandeling van) (een) (potentiële) klant(en) en/of
- die Aangever 1 (de) huisregels overgelegd/voorgehouden en/of laten ondertekenen/accepteren en/of
- die Aangever 1 (een) condoom(s) en/of glijmiddel verschaft en/of
- die Aangever 1 vervoerd naar en/of in contact gebracht met (een) klant(en) en/of (vervolgens) die Aangever 1 na diens werkzaamheden opgewacht en/of
- door die Aangever 1 met/in het gay-escortwerk verdiend geld geheel of gedeeltelijk aan/voor hen/hem, verdachte en/of (een of meer van) verdachtes mededader(s), doen afstaan en/of van die Aangever 1 in ontvangst genomen;
althans, indien het vorenstaande onder 1 niet tot een veroordeling leidt:
Medeverdachte 1 op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van de maand juli 2005 tot en met de maand december 2005, te Renkum en/of Huissen, gemeente Lingewaard, en/of Ypenburg, gemeente 's-Gravenhage, en/of (elders) in Nederland tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, Aangever 1 (geboren op 17 april 1989) (telkens) ertoe heeft gebracht zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van (een) seksuele handeling(en) met en/of voor (een) derde(n) tegen betaling, dan wel (telkens) ten aanzien van die Aangever 1 enige handeling(en) heeft ondernomen waarvan voornoemde medeverdachte 1 wist of redelijkerwijs moest vermoeden dat die Aangever 1 zich daardoor beschikbaar stelde tot het verrichten van die handeling(en), terwijl die Aangever 1 de leeftijd van achttien jaren nog niet had bereikt, hebbende voornoemde medeverdachte 1 en/of (een of meer van) zijn mededader(s) (telkens)
- voornoemde Aangever 1 middels internet/chatten geronseld voor (het) gay-escortwerk en/of
- die Aangever 1 (daartoe) een aanmeld-/inschrijfformulier laten invullen (met (onder meer) zijn lichaamskenmerken en/of seksuele voorkeuren en/of mogelijkheden en/of (te voeren) werknaam) en/of
- van die Aangever 1 (een) (voor (de) (potentiële) klant(en)) seksueel prikkelende foto('s) van diens geheel of gedeeltelijk naakte lichaam gemaakt en/of
- die Aangever 1 betrokken en/of getest in een rollenspel van klant-escortjongen en/of
- die Aangever 1 geïnformeerd over (het) gay-escortwerk en/of (de behandeling van) (een) (potentiële) klant(en) en/of
- die Aangever 1 (de) huisregels overgelegd/voorgehouden en/of laten ondertekenen/accepteren en/of
- door die Aangever 1 met/in het gay-escortwerk verdiend geld geheel of gedeeltelijk aan/voor hen/hem, medeverdachte 1en/of (een of meer van zijn) mededader(s), doen afstaan, tot en/of bij het plegen van welk misdrijf verdachte in voormelde periode te Renkum en/of Huissen, gemeente Lingewaard, en/of Arnhem en/of Ypenburg, gemeente 's-Gravenhage, en/of (elders) in Nederland (telkens) opzettelijk gelegenheid heeft verschaft en/of (telkens) opzettelijk behulpzaam is geweest door
- die Aangever 1 (mede) te informeren over (het) gay-escortwerk en/of (de behandeling van) (een) (potentiële) klant(en) en/of;
- die Aangever 1 (een) condoom(s) en/of glijmiddel te verschaffen en/of die
- Aangever 1 te vervoeren naar en/of in contact te brengen met (een) klant(en) en/of (vervolgens) die Aangever 1 na diens werkzaamheden op te wachten en/of
- door die Aangever 1 met/in het gay-escortwerk verdiend geld geheel of gedeeltelijk (voor voornoemde medeverdachte 1 en/of (een of meer van) diens mededader(s)) in ontvangst te nemen;
2.
2.1.
hij op of omstreeks 26 mei 2006 te Duiven en/of Arnhem, in elk geval in Nederland, door geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/of bedreiging met geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) Aangever 2 (geboren op 08 januari 1991) heeft gedwongen tot het ondergaan van (een) handeling(en) die bestond(en) uit het seksueel binnendringen van het lichaam, te weten het door voornoemde Aangever 2 duwen/brengen van (een van) zijn vinger(s) en/of een (bevochtigde) schroevendraaier, althans enig (puntig) voorwerp, in zijn anus, welk geweld of andere feitelijkhe(i)d(en) en/of welke bedreiging met geweld of andere feitelijkhe(i)d(en) hierin heeft/hebben bestaan dat verdachte met voornoemde Aangever 2 een (seksueel geladen en/of prikkelend) (video)chatgesprek heeft gevoerd, waarbij/waarna
verdachte die Aangever 2 zich heeft laten uitkleden en/of die Aangever 2 -(mede) middels de telefoon- (dwingend) heeft opgedragen bovengenoemde handeling(en) vóór diens ingeschakelde webcam (en aldus geheel of gedeeltelijk zichtbaar voor verdachte) met/bij zichzelf te verrichten en/of (daarbij) misbruik heeft gemaakt van zijn (leeftijds)overwicht/dominantie op die Aangever 2;
althans, indien het vorenstaande onder 2 niet tot een veroordeling leidt:
2.2.
hij op of omstreeks 26 mei 2006 te Duiven en/of Arnhem, in elk geval in Nederland, ter uitvoering van het voorgenomen misdrijf om door geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/of bedreiging met geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) Aangever 2 (geboren op 08 januari 1991) te dwingen tot het ondergaan van (een) handeling(en) die bestond(en) uit het seksueel binnendringen van het lichaam, te weten het door voornoemde Aangever 2 duwen/brengen van (een van) zijn vinger(s) en/of een (bevochtigde) schroevendraaier,
althans enig (puntig) voorwerp, in zijn anus, welk geweld of andere feitelijkhe(i)d(en) en/of welke bedreiging met geweld of andere feitelijkhe(i)d(en) hierin heeft/hebben bestaan dat verdachte met voornoemde Aangever 2 een (seksueel geladen en/of prikkelend) (video)chatgesprek heeft gevoerd, waarbij/waarna verdachte die Aangever 2 zich heeft laten uitkleden en/of die Aangever 2 - (mede) middels de telefoon - (dwingend) heeft opgedragen bovengenoemde handeling(en) vóór diens ingeschakelde webcam (en aldus geheel of gedeeltelijk zichtbaar voor verdachte) met/bij zichzelf te verrichten en/of (daarbij) gebruik heeft gemaakt van zijn (leeftijds)overwicht/dominantie op die Aangever 2, terwijl genoemd voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
meer subsidiair:
2.3
hij op of omstreeks 26 mei 2006 te Duiven en/of Arnhem, in elk geval in Nederland, met Aangever 2 (geboren op 08 januari 1991), die toen de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren had bereikt, buiten echt (een) ontuchtige handeling(en) heeft gepleegd die bestond(en) uit het seksueel binnendringen van het lichaam, te weten het door voornoemde Aangever 2 duwen/brengen van (een van) zijn vinger(s) en/of een (bevochtigde) schroevendraaier, althans enig (puntig) voorwerp, in zijn anus, welke ontuchtige handeling(en) plaatsvond(en) vóór een door die Aangever 2 ingeschakelde webcam (en aldus geheel of gedeeltelijk zichtbaar voor verdachte) en/of bij/gedurende een (seksueel geladen en/of prikkelend) (video)chat- en/of (begeleidend) telefoongesprek, waarbij/waardoor verdachte en/of die Aangever 2 zich seksueel hebben/heeft opgewonden;
meer subsidiair:
2.4.
hij op of omstreeks 26 mei 2006 te Duiven en/of Arnhem, in elk geval in Nederland, ter uitvoering van het voorgenomen misdrijf om met Aangever 2 (geboren op 08 januari 1991), die toen de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren had bereikt, buiten echt (een) ontuchtige handeling(en) te plegen die bestond(en) uit het seksueel binnendringen van het lichaam, te weten het door voornoemde Aangever 2 duwen/brengen van (een van) zijn vinger(s) en/of een (bevochtigde) schroevendraaier, althans enig (puntig) voorwerp, in zijn anus, met voornoemde Aangever 2 een (seksueel geladen en/of prikkelend) (video)chatgesprek heeft gevoerd, waarbij/waarna verdachte die Aangever 2 zich heeft laten uitkleden en/of die Aangever 2
- (mede) middels de telefoon
- heeft opgedragen bovengenoemde handeling(en) vóór diens ingeschakelde webcam (en aldus geheel of gedeeltelijk zichtbaar voor verdachte) met/bij zichzelf te verrichten en/of waarbij/waardoor verdachte en/of die Aangever 2 zich seksueel hebben/heeft opgewonden, terwijl genoemd voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
meer subsidiair:
2.5.
hij op of omstreeks 26 mei 2006 te Duiven en/of Arnhem, in elk geval in Nederland, door geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/of bedreiging met geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) Aangever 2 (geboren op 08 januari 1991) heeft gedwongen tot het plegen en/of dulden van (een) ontuchtige handeling(en), te weten het door voornoemde Aangever 2 duwen/brengen van (een van) zijn vinger(s) en/of een (bevochtigde) schroevendraaier, althans enig (puntig) voorwerp, in zijn anus, welk geweld of andere feitelijkhe(i)d(en) en/of welke bedreiging met geweld of andere feitelijkhe(i)d(en) hierin heeft/hebben bestaan dat verdachte met voornoemde Aangever 2 een (seksueel geladen en/of prikkelend) video)chatgesprek heeft gevoerd, waarbij/waarna verdachte die Aangever 2 zich heeft laten uitkleden en/of die Aangever 2 - (mede) middels de telefoon - (dwingend) heeft opgedragen bovengenoemde ontuchtige handeling(en) vóór diens ingeschakelde webcam (en aldus geheel of gedeeltelijk zichtbaar voor verdachte) met/bij zichzelf te verrichten en/of (daarbij) misbruik heeft gemaakt van zijn (leeftijds)overwicht/dominantie op die Aangever 2;
meer subsidiair:
2.6.
hij op of omstreeks 26 mei 2006 te Duiven en/of Arnhem, in elk geval in Nederland, ter uitvoering van het voorgenomen misdrijf om door geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/of bedreiging met geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) Aangever 2 (geboren op 08 januari 1991) te dwingen tot het plegen en/of dulden van (een) ontuchtige handeling(en), te weten het door voornoemde Aangever 2 duwen/brengen van (een van) zijn vinger(s) en/of een (bevochtigde) schroevendraaier, althans enig (puntig) voorwerp, in zijn anus, welk geweld of andere feitelijkhe(i)d(en) en/of welke bedreiging met geweld of andere feitelijkhe(i)d(en) hierin heeft/hebben bestaan dat verdachte met voornoemde Aangever 2 een (seksueel geladen en/of prikkelend) (video)chatgesprek heeft gevoerd, waarbij/waarna verdachte die Aangever 2 zich heeft laten uitkleden en/of die Aangever 2 - (mede) middels de telefoon - (dwingend) heeft opgedragen bovengenoemde ontuchtige handeling(en) vóór diens ingeschakelde webcam (en aldus geheel of gedeeltelijk zichtbaar voor verdachte) met/bij zichzelf te verrichten en/of (daarbij) gebruik heeft gemaakt van zijn (leeftijds)overwicht/dominantie op die Aangever 2, terwijl genoemd voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
meer subsidiair:
2.7.
hij op of omstreeks 26 mei 2006 te Duiven en/of Arnhem, in elk geval in Nederland, met Aangever 2 (geboren op 08 januari 1991), die toen de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt, buiten echt (een) ontuchtige handeling(en) heeft gepleegd, bestaande die ontuchtige handeling(en) hierin dat verdachte met voornoemde Aangever 2 een (seksueel geladen en/of prikkelend) (video)chat- en/of (begeleidend) telefoongesprek heeft gevoerd, waarbij/waarna verdachte die Aangever 2 vóór diens ingeschakelde webcam (een van) zijn vinger(s) en/of een (bevochtigde) schroevendraaier in zijn anus heeft laten duwen/brengen en/of waarbij/waardoor verdachte en/of die Aangever 2 zich seksueel hebben/heeft opgewonden;
meer subsidiair:
2.8.
hij op of omstreeks 26 mei 2006 te Duiven en/of Arnhem, in elk geval in Nederland, ter uitvoering van het voorgenomen misdrijf om met Aangever 2 (geboren op 08 januari 1991), die toen de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt, buiten echt (een) ontuchtige handeling(en) te plegen, te weten het door voornoemde Aangever 2 duwen/brengen van (een van) zijn vinger(s) en/of een (bevochtigde) schroevendraaier, althans enig (puntig) voorwerp, in zijn anus, met voornoemde Aangever 2 een (seksueel geladen en/of prikkelend) (video)chatgesprek heeft gevoerd, waarbij/waarna verdachte die Aangever 2 zich heeft laten uitkleden en/of die Aangever 2 - (mede) middels de telefoon - heeft opgedragen bovengenoemde handeling(en) vóór diens ingeschakelde webcam (en aldus geheel of gedeeltelijk zichtbaar voor verdachte) met/bij zichzelf te verrichten en/of waarbij/waardoor verdachte en/of die Aangever 2 zich seksueel hebben/heeft opgewonden, terwijl genoemd voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
meer subsidiair:
2.9.
hij op of omstreeks 26 mei 2006 te Duiven en/of Arnhem, in elk geval in Nederland, door misbruik van uit feitelijke verhoudingen voortvloeiend overwicht en/of door misleiding, te weten door misbruik van zijn (leeftijds)overwicht/dominantie op de hierna te noemen Aangever 2, een persoon, te weten Aangever 2 (geboren op 08 januari 1991), waarvan verdachte wist of redelijkerwijs moest vermoeden dat deze de leeftijd van achttien jaren nog niet had bereikt, opzettelijk heeft bewogen (een) ontuchtige handeling(en) te plegen en/of zodanige handelingen van hem, verdachte, te dulden, bestaande die ontuchtige handeling(en) hierin dat verdachte met voornoemde Aangever 2 een (seksueel geladen en/of prikkelend) (video)chat-en/of (begeleidend) telefoongesprek heeft gevoerd, waarbij/waarna verdachte die Aangever 2 vóór diens ingeschakelde webcam (een van) zijn vinger(s) en/of een (bevochtigde) schroevendraaier in zijn anus heeft laten duwen/brengen en/of waarbij/waardoor verdachte en/of die Aangever 2 zich seksueel hebben/heeft opgewonden;
meest subsidiair
2.10.
hij op of omstreeks 26 mei 2006 te Duiven en/of Arnhem, in elk geval in Nederland, ter uitvoering van het voorgenomen misdrijf om door misbruik van uit feitelijke verhoudingen voortvloeiend overwicht en/of door misleiding, te weten door misbruik van zijn (leeftijds)overwicht/dominantie op de hierna te noemen Aangever 2, een persoon, te weten Aangever 2 (geboren op 08 januari 1991), waarvan verdachte wist of redelijkerwijs moest vermoeden dat deze de leeftijd van achttien jaren nog niet had bereikt, opzettelijk te bewegen (een) ontuchtige handeling(en) te plegen en/of zodanige handelingen van hem, verdachte, te dulden, te weten het door voornoemde Aangever 2 duwen/brengen van (een van) zijn vinger(s) en/of een (bevochtigde) schroevendraaier, althans enig (puntig) voorwerp, in zijn anus, met voornoemde Aangever 2 een (seksueel geladen en/of prikkelend) (video)chatgesprek heeft gevoerd, waarbij/waarna verdachte die Aangever 2 zich heeft laten uitkleden en/of die Aangever 2 - (mede) middels de telefoon - heeft opgedragen bovengenoemde handeling(en) vóór diens ingeschakelde webcam (en aldus geheel of gedeeltelijk zichtbaar voor verdachte) met/bij zichzelf te verrichten en/of waarbij/waardoor verdachte en/of die Aangever 2 zich seksueel hebben/heeft opgewonden, terwijl genoemd voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
3.
hij op of omstreeks 26 mei 2006 te Duiven en/of Arnhem, in elk geval in Nederland, ter uitvoering van het voorgenomen misdrijf om door geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/of bedreiging met geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) Aangever 2 (geboren op 08 januari 1991) te dwingen tot het plegen en/of dulden van (een) ontuchtige handeling(en), te weten het door voornoemde Aangever 2
- meerdere malen, althans eenmaal, slaan op (een van) zijn billen met een liniaal, althans met enig (hard) voorwerp, en/of
- tonen van zijn penis en/of testikels en/of (daarbij) naar achteren halen van zijn voorhuid en/of maken van (een) trekkende beweging(en) aan zijn penis en/of
- urineren in een maatbeker, althans in enig voorwerp, en/of
- likken aan zijn vinger(s), na deze en/of (een) andere(n) te hebben gehouden bij/rond zijn eikel en/of te hebben geduwd/gebracht in zijn anus, en/of
- afbinden van zijn testikels en/of penis met een veter/touw, althans binden van een veter/touw om zijn testikels en/of penis, en/of - aldus (af)gebonden
- tussen zijn benen doorhalen van die/dat veter/touw en/of trekken aan die/dat veter/touw,
welk geweld of andere feitelijkhe(i)d(en) en/of welke bedreiging met geweld of andere feitelijkhe(i)d(en) hierin heeft/hebben bestaan dat verdachte met voornoemde Aangever 2 een (seksueel geladen en/of prikkelend) (video)chatgesprek heeft gevoerd, waarbij/waarna verdachte die Aangever 2 zich heeft laten uitkleden en/of die Aangever 2 - (mede) middels de telefoon - (dwingend) heeft opgedragen bovengenoemde ontuchtige handeling(en) vóór diens ingeschakelde webcam (en aldus geheel of gedeeltelijk zichtbaar voor verdachte) met/bij zichzelf te verrichten en/of (daarbij) gebruik heeft gemaakt van zijn (leeftijds)overwicht/dominantie op die Aangever 2;
althans, indien het vorenstaande onder 3 niet tot een veroordeling leidt:
hij op of omstreeks 26 mei 2006 te Duiven en/of Arnhem, in elk geval in Nederland, met Aangever 2 (geboren op 08 januari 1991), die toen de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt, buiten echt (een) ontuchtige handeling(en) heeft gepleegd, bestaande die ontuchtige
handeling(en) hierin dat verdachte met voornoemde Aangever 2 een (seksueel geladen en/of prikkelend) (video)chat- en/of (begeleidend) telefoongesprek heeft gevoerd, waarbij/waarna verdachte
- die Aangever 2 zich vóór diens ingeschakelde webcam heeft laten uitkleden en/of
- die Aangever 2 zich vóór diens ingeschakelde webcam meerdere malen, althans eenmaal, met een liniaal, althans met enig (hard) voorwerp, op (een van) zijn billen heeft laten slaan en/of
- die Aangever 2 vóór diens ingeschakelde webcam zijn penis en/of testikels heeft laten tonen en/of (daarbij) zijn voorhuid naar achteren heeft laten halen en/of
- die Aangever 2 vóór diens ingeschakelde webcam (een) trekkende beweging(en) aan zijn penis heeft laten maken en/of
- die Aangever 2 vóór diens ingeschakelde webcam in een maatbeker, althans in enig voorwerp, heeft laten urineren en/of
- die Aangever 2 vóór diens ingeschakelde webcam heeft laten likken aan zijn vinger(s), na deze en/of (een) andere(n) te hebben gehouden bij/rond zijn eikel en/of te hebben geduwd/gebracht in zijn anus, en/of
- die Aangever 2 voor diens ingeschakelde webcam zijn testikels en/of penis met een veter/touw heeft laten afbinden, althans een veter/touw om zijn testikels en/of penis heeft laten binden, en/of - aldus (af)gebonden - die/dat veter/touw tussen zijn benen heeft laten doorhalen en/of aan die/dat veter/touw heeft laten trekken, en/of waarbij/waardoor verdachte en/of die Aangever 2 zich seksueel hebben/heeft opgewonden;
hij op of omstreeks 26 mei 2006 te Duiven en/of Arnhem, in elk geval in Nederland, door misbruik van uit feitelijke verhoudingen voortvloeiend overwicht en/of door misleiding, te weten door misbruik van zijn (leeftijds)overwicht/dominantie op de hierna te noemen Aangever 2, een persoon, te weten Aangever 2 (geboren op 08 januari 1991), waarvan verdachte wist of redelijkerwijs moest vermoeden dat deze de leeftijd van achttien jaren nog niet had bereikt, opzettelijk heeft bewogen (een) ontuchtige handeling(en) te plegen en/of zodanige handelingen van hem, verdachte, te dulden, bestaande die ontuchtige handeling(en) hierin dat verdachte met voornoemde Aangever 2 een (seksueel geladen en/of prikkelend) (video)chat- en/of (begeleidend) telefoongesprek heeft gevoerd, waarbij/waarna verdachte
- die Aangever 2 zich vóór diens ingeschakelde webcam heeft laten uitkleden en/of
- die Aangever 2 zich vóór diens ingeschakelde webcam meerdere malen, althans eenmaal, met een liniaal, althans met enig (hard) voorwerp, op (een van) zijn billen heeft laten slaan en/of
- die Aangever 2 vóór diens ingeschakelde webcam zijn penis en/of testikels heeft laten tonen en/of (daarbij) zijn voorhuid naar achteren heeft laten halen en/of
- die Aangever 2 vóór diens ingeschakelde webcam (een) trekkende beweging(en) aan zijn penis heeft laten maken en/of
- die Aangever 2 vóór diens ingeschakelde webcam in een maatbeker, althans in enig voorwerp, heeft laten urineren en/of
- die Aangever 2 vóór diens ingeschakelde webcam heeft laten likken aan zijn vinger(s), na deze en/of (een) andere(n) te hebben gehouden bij/rond zijn eikel en/of te hebben geduwd/gebracht in zijn anus, en/of
- die Aangever 2 vóór diens ingeschakelde webcam zijn testikels en/of penis met een veter/touw heeft laten afbinden, althans een veter/touw om zijn testikels en/of penis heeft laten binden, en/of - aldus (af)gebonden - die/dat veter/touw tussen zijn benen heeft laten doorhalen en/of aan die/dat veter/touw heeft laten trekken, en/of waarbij/waardoor verdachte en/of die Aangever 2 zich seksueel hebben/heeft opgewonden;
4.
hij in of omstreeks de periode van de maand juni 2004 tot en met 19 juni 2006 te Huissen, gemeente Lingewaard, en/of Arnhem en/of Ypenburg, gemeente 's-Gravenhage, en/of (elders) in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk heeft deelgenomen aan een organisatie, bestaande uit (onder meer) medeverdachte 1 en/of medeverdachte 2 en/of verdachte, welke organisatie tot oogmerk had het plegen van misdrijven tegen de zeden, te weten:
- het (mede) ronselen van minderjarige jongens voor (het) gay-escortwerk en/of het in contact brengen van minderjarige en/of meerderjarige jongens met klanten van/in de gay-escort en/of het dwingen/bewegen van minderjarige en/of meerderjarige jongens tot het tegen betaling verrichten van seksuele handelingen met klanten van/in de gay-escort en/of het trekken van voordeel uit voornoemde seksuele handelingen (artikel 250a/273a Wetboek van Strafrecht) en/of
- het vervaardigen en/of in bezit hebben van (voor (een) (potentiële) klant(en)) seksueel prikkelende afbeeldingen (foto's) van geheel of gedeeltelijk naakte (kennelijk) minderjarige jongens (artikel 240b Wetboek van Strafrecht) en/of
- het (mede) (onder dwang en/of door misbruik van uit feitelijke verhoudingen voortvloeiend overwicht) seksueel binnendringen van en/of plegen van ontucht(ige handelingen) met minderjarige en/of meerderjarige jongens (artikel(en) 242, 245, 246, 247 en/of 248a Wetboek van Strafrecht);
(z(aak)d(ossier) 014, in onderling verband en samenhang bezien met de overige zaakdossiers)
5.
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 20 september 2000 tot de maand december 2002 te Arnhem (telkens) ontucht heeft gepleegd met de aan zijn zorg en/of waakzaamheid toevertrouwde minderjarige aangeefster 3 (geboren op 05 december 1994), bestaande voornoemde ontucht (telkens) hierin dat verdachte voormelde aangeefster 3 op haar ontblote billen heeft geslagen en/of getikt en/of zijn hand bij die aangeefster 3 in de (onder)broek heeft gedaan en/of die aangeefster 3 bij haar vagina heeft betast en/of gekriebeld;
althans, indien het vorenstaande onder 1 niet tot een veroordeling leidt:
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 20 september 2000 tot de maand december 2002 te Arnhem met aangeefster 3 (geboren op 05 december 1994), die toen de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt, (telkens) buiten echt (een) ontuchtige handeling(en) heeft gepleegd, bestaande die ontuchtige handeling(en) telkens hierin dat verdachte voormelde aangeefster 3 op haar ontblote billen heeft geslagen en/of getikt en/of zijn hand bij die aangeefster 3 in de (onder)broek heeft gedaan en/of die aangeefster bij haar vagina heeft betast en/of gekriebeld;
6.
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 20 september 2000 tot de maand december 2002 te Arnhem (telkens) ontucht heeft gepleegd met de aan zijn zorg en/of waakzaamheid toevertrouwde minderjarige aangever 4 (geboren op 05 september 1998), bestaande voornoemde ontucht (telkens) hierin dat verdachte voormelde aangever 4 op diens ontblote billen heeft geslagen en/of getikt en/of met zijn, verdachtes, naakte lichaam op het ontblote lichaam van die aangever 4 is gaan liggen en/of (daarbij) met zijn, verdachtes, hand (met kracht) op de penis van die aangever 4 heeft gedrukt, althans de penis van die aangever 4 heeft betast;
althans, indien het vorenstaande onder 6 niet tot een veroordeling leidt:
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 20 september 2000 tot de maand december 2002 te Arnhem met aangever 4 (geboren op 05 september 1998), die toen de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt, (telkens) buiten echt (een) ontuchtige handeling(en) heeft gepleegd, bestaande die ontuchtige handeling(en) (telkens) hierin dat verdachte voormelde aangever 4 op diens ontblote billen heeft geslagen en/of getikt en/of met zijn, verdachtes, naakte lichaam op het ontblote lichaam van die aangever 4 is gaan liggen en/of (daarbij) met zijn, verdachtes, hand (met kracht) op de penis van die aangever 4 heeft gedrukt, althans de penis van die aangever 4 heeft betast;
7.
hij op of omstreeks 21 mei 1994 te Ede met aangever 5 (geboren op 16 september 1980), die toen de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren had bereikt, buiten echt, (een) ontuchtige handeling(en) heeft gepleegd die (mede) bestond(en) uit het seksueel binnendringen van het lichaam, te weten: het tongzoenen, het betasten en/of strelen van de vagina en/of de borsten van voornoemde aangever 5 en/of het duwen/brengen van zijn, verdachtes, vinger(s) in de vagina van die aangever 5;
althans, indien het vorenstaande onder 7 niet tot een veroordeling leidt:
hij op of omstreeks 21 mei 1994 te Ede met aangever 5 (geboren op 16 september 1980), die toen de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt, buiten echt (een) ontuchtige handeling(en) heeft gepleegd, bestaande die ontuchtige handeling(en) hierin dat verdachte de borsten van voornoemde aangever 5 heeft betast en/of gestreeld;
8.
hij in of omstreeks de maand januari of februari 2005 te Arnhem door (een) gift(en) of belofte(n) van geld en/of goed en/of misbruik van uit feitelijke verhoudingen voortvloeiend overwicht en/of misleiding, te weten het geven van een geldbedrag van 15,- euro of daaromtrent, in elk geval geld, en/of de belofte van (meer) geld en/of misbruik van zijn leeftijds- en/of lichamelijk overwicht, een persoon, aangever 6 (geboren op 06 juli 1987), waarvan hij wist of redelijkerwijs moest vermoeden dat deze de leeftijd van achttien jaren nog niet had bereikt, opzettelijk heeft bewogen (een) ontuchtige handeling(en) te plegen of zodanige handeling(en) van hem, verdachte, te dulden, bestaande die ontuchtige handeling(en) hierin dat verdachte voornoemde aangever 6 heeft afgetrokken en/of zich door die aangever 6 heeft laten aftrekken en/of de penis van die aangever 6 in zijn mond heeft genomen en/of zijn, verdachtes, penis heeft geduwd/gebracht in de anus van die aangever 6;
Indien in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
In deze strafzaak tegen verdachte en zijn medeverdachten is door het openbaar ministerie in eerste aanleg aan de rechtbank en in hoger beroep aan het hof een omvangrijk dossier overgelegd. De strafzaak is vooral in eerste instantie gepaard gegaan met veel media-aandacht. Daarbij trok met name veel aandacht het door het openbaar ministerie aan verdachten gemaakte verwijt terzake van deelname aan een criminele organisatie die, kort gezegd, gericht zou zijn geweest op het op grote schaal in de prostitutie brengen van minderjarige jongens, op het vervaardigen en in bezit hebben van kinderporno en het seksueel misbruiken van jongens. Het openbaar ministerie heeft het beeld van die zich beweerdelijk met zeer kwalijke zaken bezig houdende criminele organisatie ook in haar requisitoir bij de rechtbank met de nodige nadruk naar voren gebracht. Tegen onder meer de vrijspraak van deelname aan de criminele organisatie heeft het openbaar ministerie beroep ingesteld, waarbij in de appèlmemorie wederom met nadruk er op is gewezen dat verdachte en zijn medeverdachten zich in een dergelijke organisatie wel degelijk bezig hebben gehouden met de verweten zeer ernstige delicten ten opzichte van vele (al dan niet minderjarige) jongens, zonder daarbij overigens aan te geven waaruit het bewijs voor die stelling- in weerwil van het vonnis van de rechtbank- te vinden zou zijn.
Het hof heeft met de verdediging en de advocaat-generaal geconstateerd dat het zeer omvangrijke dossier in het geheel geen onderbouwing biedt voor het in eerste aanleg door het openbaar ministerie in schrille kleuren geschetste beeld met betrekking tot de criminele organisatie. Dit had bij kritische beschouwing van het materiaal ook het openbaar ministerie in eerste aanleg al duidelijk moeten zijn. Desondanks is er echter zwaar ingezet op dit feit en is dit verwijt in de strafzaak ook zwaar aangezet, ten nadele van verdachte en zijn medeverdachten. Het kan niet anders dan dat verdachte en zijn medeverdachten door het
- althans op grond van het voorliggend dossier: ten onrechte - opgeroepen beeld van het in georganiseerd verband structureel misbruiken en in de prostitutie brengen van minderjarigen zijn benadeeld. Dat verdachte en of zijn medeverdachten mogelijk in individuele gevallen in strafrechtelijk opzicht over de grenzen van het toelaatbare zijn gegaan in hun handelen ten aanzien van bepaalde aangevers, doet hieraan niet af. Het hof betreurt deze gang van zaken zeer.
Het hof heeft het verder als zeer verontrustend ervaren dat naar aanleiding van nader onderzoek is gebleken dat een aantal van de zich in het dossier bevindende processen-verbaal van verhoor niet een correcte weergave zijn van hetgeen tijdens die verhoren werd verklaard (zie bijvoorbeeld de verhoren van getuige 1). Een rechter dient van de juistheid van de schriftelijke weergave van verhoren, vastgelegd in een op ambtseed of -belofte opgemaakt proces-verbaal, uit te kunnen gaan. Voorts is bij beluistering van de geluidsbanden van de verhoren van de getuige 1 gebleken dat de wijze van vraagstelling op bepaalde momenten suggestief en veel te sturend was en in die zin dan ook onder de maat en onprofessioneel. Ook deze elementen waren niet terug te lezen in de van die verhoren opgemaakte processen-verbaal en konden pas achterhaald worden bij uitluisteren van de audiobestanden en bij lezing van de nadien op last van het hof gemaakte verbatim weergave van de verhoren.
Het hof is ook op dit punt met de advocaat-generaal van oordeel dat al met al het dossier de indruk wekt van een onderzoek, waarbij te grote scoringsdrift geleid heeft tot een onzorgvuldige en onjuiste manier van benaderen van de zaak, verdachten en getuigen. Over mogelijke consequenties van deze gang van zaken zal hierna en bij de diverse ten laste gelegde feiten indien relevant nader worden ingegaan.
Nietigheid van de dagvaarding
Het hof is van oordeel dat de dagvaarding voor zover betrekking hebbende op het onder 3 primair tenlastegelegde feit nietig is, nu niet duidelijk is of bedoeld is een poging of een voltooid delict ten laste te leggen. Dit onderdeel van de tenlastelegging leidt derhalve aan innerlijke tegenstrijdigheid.
Beroep op niet-ontvankelijkheid van het openbaar ministerie in de vervolging van het onder 7 ten laste gelegde feit
De raadsman van verdachte heeft de niet-ontvankelijkverklaring van het openbaar ministerie ten aanzien van het onder 7 primair en subsidiair ten laste gelegde feit bepleit. Daartoe is -samengevat- aangevoerd, dat verdachte in 1994 voor dit feit is opgepakt door de politie en dat de zaak toen is uitgepraat en met een waarschuwing is afgedaan. Het destijds van dit voorval opgemaakte dossier heeft de politie niet meer. Hierdoor wordt verdachte benadeeld in zijn verdedigingsbelang. Zo is niet meer vast te stellen dat hij hiervoor een waarschuwing heeft gekregen en evenmin zijn eventuele verslagen van medisch onderzoek (bijvoorbeeld in verband met het beweerde binnendringen door verdachte in de vagina van aangeefster) niet meer voorhanden. Gelet hierop is niet-ontvankelijkverklaring de enige passende sanctie.
De advocaat-generaal heeft het standpunt van de verdediging bestreden.
Het hof verwerpt het beroep van verdachte op niet-ontvankelijkheid van het openbaar ministerie. Niet aannemelijk is geworden dat er al eerder aangifte is gedaan door aangeefster 5 en evenmin dat door een daartoe bevoegde instantie of persoon mededelingen zijn gedaan op grond waarvan verdachte in redelijkheid er op mocht vertrouwen dat hij niet vervolgd zou worden voor het thans ten laste gelegde feit. Aan dit oordeel doet niet af dat het hof veronderstellenderwijs wil aannemen dat verdachte mogelijk op een politiebureau is aangesproken over seksuele gedragingen ten opzichte van die aangeefster 5.
Het hof heeft uit het onderzoek ter terechtzitting niet door de inhoud van wettige bewijsmiddelen de overtuiging bekomen dat verdachte het onder 1 primair en subsidiair, 2.1 tot en met 2.8, 3 subsidiair, 4, 5, 6 primair en subsidiair en 7 primair ten laste gelegde heeft begaan, zodat verdachte daarvan behoort te worden vrijgesproken.
Meer in het bijzonder overweegt het hof hierover het volgende.
Ten aanzien van het onder 1 tenlastegelegde
Niet is komen vast te staan dat verdachte heeft geweten dat Aangever 1 op het moment dat verdachte hem naar escortklanten heeft gebracht, wist dat die Aangever 1 minderjarig was. Medeplegen van het -kort gezegd- in de prostitutie brengen van een minderjarige dan wel van medeplichtigheid hieraan is derhalve niet bewezen.
Ten aanzien van het onder 2.1, tot en met 2.8 en het onder 3 subsidiair tenlastegelegde
Met de advocaat-generaal is het hof van oordeel dat, gelet ook op het arrest van de Hoge Raad van 11 oktober 2005, NJ 2006, 614, anders dan in de appelmemorie van het openbaar ministerie is bepleit, geen sprake is van verkrachting of poging daartoe. Verdachte heeft hooguit door middel van een chatgesprek, dus van afstand, Aangever 2 tot een vorm van anale autopenetratie gebracht. Evenmin kan er sprake zijn van het plegen van ontucht door verdachte waarbij die ontucht mede heeft bestaan uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die Aangever 2 door verdachte.
Het hof is voorts van oordeel dat, anders dan de rechtbank heeft geoordeeld, niet is komen vast te staan dat er sprake van is geweest dat verdachte Aangever 2 door een feitelijkheid heeft gedwongen de in de tenlastelegging vermelde ontuchtige handelingen bij zich zelf te verrichten.
Ten aanzien van het onder 4 tenlastegelegde
Evenals de rechtbank, de advocaat-generaal en de verdediging acht het hof het bestaan van een criminele organisatie, waaraan verdachte en zijn medeverdachte(n) hebben deelgenomen, niet bewezen.
Uit de motivering in het vonnis van de rechtbank neemt het hof het hierna volgende over en maakt dit tot de zijne:
"Daartoe wordt allereerst opgemerkt dat Best Boys als zodanig een niet-illegaal bedrijf was. Dat Best Boys zelf als crimineel nevendoel had het ronselen van minderjarigen voor de prostitutie, blijkt niet uit de bewijsmiddelen. De rechtbank acht weliswaar deelname aan de prostitutie door minderjarigen in twee gevallen (te weten door A. en Aangever 1) bewezen, maar ook al zou bewezen worden geacht dat deze jongens voor Best Boys hebben gewerkt, is dit echter zodanig incidenteel dat van een algemeen oogmerk tot het plegen van misdrijven onvoldoende sprake is. Het afwijzen van aangever 6 voor de prostitutie vanwege zijn minderjarigheid wijt er bovendien op dat Best Boys juist geen minderjarigen wilde exploiteren.
Van een criminele organisatie die heeft bestaan uit (ten minste) medeverdachte 1, medeverdachte 2 en verdachte, naast Best Boys, en die voor het plegen van strafbare feiten gebruik heeft gemaakt van de structuur, de organisatie, infrastructuur e.d. van Best Boys, zoals de Officier van Justitie die voor ogen heeft, is de rechtbank evenmin gebleken."
Verdachte wordt van dit feit vrijgesproken.
Ten aanzien van het onder 5 en 6 tenlastegelegde:
Net als de rechtbank acht ook het hof niet wettig en overtuigend bewezen dat verdachte ontucht heeft gepleegd met aangevers 3 en 4. Het hof kan zich geheel vinden in de motivering van die vrijspraak door de rechtbank en neemt deze over.
Ten aanzien van het onder 7 primair tenlastegelegde.
Het hof acht niet wettig en overtuigend bewezen dat verdachte handelingen bij aangeefster heeft verricht die (mede) bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van aangeefster. Voor dat binnendringen is er, buiten de enkele verklaring van aangeefster, geen ander bewijs dat de verklaring van aangeefster ondersteunt of bevestigt. De verklaring van aangeefster is onvoldoende om tot een bewezenverklaring te kunnen komen.
Overwegingen met betrekking tot de bewezenverklaring
Het hof is van oordeel dat het door verdachte gevoerde verweer strekkende tot vrijspraak van de overige tenlastegelegde feiten wordt weerlegd door de gebezigde bewijsmiddelen, zoals deze later in de eventueel op te maken aanvulling op dit arrest zullen worden opgenomen. Het hof heeft geen reden om aan de juistheid en betrouwbaarheid van de inhoud van die bewijsmiddelen te twijfelen.
Daarbij overweegt het hof meer in het bijzonder het volgende.
Ten aanzien van het onder 2.9 en 3 meer subsidiair tenlastegelegde:
Op 26 mei 2006 heeft Aangever 2 (geboren 8 januari 1991) met verdachte contact gehad via de chatsite Solomio.nl. Tijdens dat chatgesprek had Aangever 2 de webcam aan en zat hij voor de webcam. Verdachte heeft toen aan Aangever 2 gevraagd om zijn kleren uit te doen, hetgeen Aangever 2 ook heeft gedaan. Aangever 2 heeft tijdens het chatten op een daartoe strekkende vraag van verdachte zijn mobiele telefoonnummer aan verdachte gegeven. Die heeft hem kort daarna gebeld. Tijdens het daarop gevoerde telefoongesprek heeft verdachte aan Aangever 2 gevraagd tal van seksuele handelingen bij zich zelf te verrichten voor de webcam. Aangever 2 heeft dat ook gedaan, Tijdens het telefoongesprek komt aan de orde dat Aangever 2 15 jaar oud is en dat hij alleen thuis is. Aangever 2 heeft op een bepaald moment de verbinding verbroken.
Aangever 2 heeft tegenover de politie verklaard dat hij eigenlijk op meisjes valt. Hij heeft verder verklaard dat hij de seksuele handelingen puur op vraag van de man heeft verricht en dat hij die niet op eigen initiatief heeft verricht. Als de man het niet had gevraagd, aldus Aangever 2, had hij het niet gedaan. Aangever 2 heeft verklaard dat hij tijdens het telefoongesprek op een bepaald moment dacht “dit kan niet, dit is een man” en dat toen het besef bij hem kwam. Het voelde niet goed, aldus Aangever 2.
Het hof is onder meer op grond van het voorgaande van oordeel dat verdachte als volwassene door misbruik van zijn (leeftijds)overwicht/dominantie de pas 15-jarige Aangever 2 opzettelijk heeft bewogen tot het plegen van ontuchtige handelingen bij zich zelf. Verdachte nam het initiatief en heeft Aangever 2 zover weten te krijgen dat die voor de webcam allerlei vergaande seksuele handelingen bij zich zelf verrichtte, die hij op eigen initiatief niet zou hebben verricht en waarvan hij achteraf ook geen goed gevoel had. Verdachte heeft daarbij misbruik gemaakt van zijn ervaring, leeftijd en gespreksvaardigheid ten opzichte van de onervaren en in de pubertijd verkerende Aangever 2.
Ten aanzien van het onder 7 subsidiair tenlastegelegde:
Aangeefster 5 (geboren op 16 september 1980) heeft onder meer verklaard dat verdachte op 21 mei 1994 in zijn woning ontuchtige handelingen bij haar heeft verricht. Verdacht zelf heeft erkend dat hij op die dag en plaats de borsten van aangeefster heeft betast. Het hof grondt op deze twee verklaringen de bewezenverklaringen van het subsidiair ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen. Dat aangeefster het over andere, verdergaande ontuchtige handelingen heeft dan bewezenverklaard en toegegeven door verdachte, doet aan dit oordeel niet af.
Ten aanzien van het onder 8 tenlastegelegde:
Het hof heeft geen reden te twijfelen aan de juistheid van de verklaringen van aangever (geboren 6 juli 1987) over de in of omstreeks de maanden januari 2005 te Arnhem door verdachte met hem tegen betaling van een geldbedrag verrichte ontuchtige handelingen. De verklaring van aangever wordt deels ondersteund door de verklaring van medeverdachte over hetgeen verdachte aan hem heeft verklaard. Verder weet aangever een aantal specifieke details te vertellen van de plaats waar de seksuele handelingen met verdachte hebben plaats gevonden en acht het hof de verklaring van verdachte over de bron van die wetenschap bij aangever over die details niet aannemelijk.
Door wettige bewijsmiddelen, waarbij de inhoud van elk bewijsmiddel -ook in onderdelen- slechts wordt gebezigd tot het bewijs van dat tenlastegelegde feit waarop het blijkens de inhoud kennelijk betrekking heeft, en waarin zijn vervat de redengevende feiten en omstandigheden waarop de bewezenverklaring steunt, heeft het hof de overtuiging verkregen en acht het hof wettig bewezen, dat verdachte het onder 2.9., 3 meer subsidiair,, 7 subsidiair en 8 tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande, dat:
2.
2.9
hij op of omstreeks 26 mei 2006 te Duiven en/of Arnhem, in elk geval in Nederland, door misbruik van uit feitelijke verhoudingen voortvloeiend overwicht en/of door misleiding, te weten door misbruik van zijn (leeftijds)overwicht/dominantie op de hierna te noemen Aangever 2, een persoon, te weten Aangever 2 (geboren op 08 januari 1991), waarvan verdachte wist of redelijkerwijs moest vermoeden dat deze de leeftijd van achttien jaren nog niet had bereikt, opzettelijk heeft bewogen (een) ontuchtige handeling(en) te plegen en/of zodanige handelingen van hem, verdachte, te dulden, bestaande die ontuchtige handeling(en) hierin dat verdachte met voornoemde Aangever 2 een (seksueel geladen en/of prikkelend) (video)chat-en/of (begeleidend) telefoongesprek heeft gevoerd, waarbij/waarna verdachte die Aangever 2 vóór diens ingeschakelde webcam (een van) zijn vinger(s) en/of een (bevochtigde) schroevendraaier in zijn anus heeft laten duwen/brengen en/of waarbij/waardoor verdachte en/of die Aangever 2 zich seksueel hebben/heeft opgewonden;
3 meer subsidiair
hij op of omstreeks 26 mei 2006 te Duiven en/of Arnhem, in elk geval in Nederland, door misbruik van uit feitelijke verhoudingen voortvloeiend overwicht en/of door misleiding, te weten door misbruik van zijn (leeftijds)overwicht/dominantie op de hierna te noemen Aangever 2, een persoon, te weten Aangever 2 (geboren op 08 januari 1991), waarvan verdachte wist of redelijkerwijs moest vermoeden dat deze de leeftijd van achttien jaren nog niet had bereikt, opzettelijk heeft bewogen (een) ontuchtige handeling(en) te plegen en/of zodanige handelingen van hem, verdachte, te dulden, bestaande die ontuchtige handeling(en) hierin dat verdachte met voornoemde Aangever 2 een (seksueel geladen en/of prikkelend) (video)chat- en/of (begeleidend) telefoongesprek heeft gevoerd, waarbij/waarna verdachte
- die Aangever 2 zich vóór diens ingeschakelde webcam heeft laten uitkleden en/of
- die Aangever 2 zich vóór diens ingeschakelde webcam meerdere malen, althans eenmaal, met een liniaal, althans met enig (hard) voorwerp, op (een van) zijn billen heeft laten slaan en/of
- die Aangever 2 vóór diens ingeschakelde webcam zijn penis en/of testikels heeft laten tonen en/of (daarbij) zijn voorhuid naar achteren heeft laten halen en/of
- die Aangever 2 vóór diens ingeschakelde webcam (een) trekkende beweging(en) aan zijn penis heeft laten maken en/of
- die Aangever 2 vóór diens ingeschakelde webcam in een maatbeker, althans in enig voorwerp, heeft laten urineren en/of
- die Aangever 2 vóór diens ingeschakelde webcam heeft laten likken aan zijn vinger(s), na deze en/of (een) andere(n) te hebben gehouden bij/rond zijn eikel en/of te hebben geduwd/gebracht in zijn anus, en/of
- die Aangever 2 vóór diens ingeschakelde webcam zijn testikels en/of penis met een veter/touw heeft laten afbinden, althans een veter/touw om zijn testikels en/of penis heeft laten binden, en/of - aldus (af)gebonden - die/dat veter/touw tussen zijn benen heeft laten doorhalen en/of aan die/dat veter/touw heeft laten trekken, en/of waarbij/waardoor verdachte en/of die Aangever 2 zich seksueel hebben/heeft opgewonden;
7 subsidiair.
hij op of omstreeks 21 mei 1994 te Ede met aangeefster 5 (geboren op 16 september 1980), die toen de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt, buiten echt (een) ontuchtige handeling(en) heeft gepleegd, bestaande die ontuchtige handeling(en) hierin dat verdachte de borsten van voornoemde aangeefster 5 heeft betast en/of gestreeld;
8.
hij in of omstreeks de maand januari of februari 2005 te Arnhem door (een) gift(en) of belofte(n) van geld en/of goed en/of misbruik van uit feitelijke verhoudingen voortvloeiend overwicht en/of misleiding, te weten het geven van een geldbedrag van 15,- euro of daaromtrent, in elk geval geld, en/of de belofte van (meer) geld en/of misbruik van zijn leeftijds- en/of lichamelijk overwicht, een persoon, aangever 6 (geboren op 06 juli 1987), waarvan hij wist of redelijkerwijs moest vermoeden dat deze de leeftijd van achttien jaren nog niet had bereikt, opzettelijk heeft bewogen (een) ontuchtige handeling(en) te plegen of zodanige handeling(en) van hem, verdachte, te dulden, bestaande die ontuchtige handeling(en) hierin dat verdachte voornoemde aangever 6 heeft afgetrokken en/of zich door die aangever 6 heeft laten aftrekken en/of de penis van die aangever 6 in zijn mond heeft genomen en/of zijn, verdachtes, penis heeft geduwd/gebracht in de anus van die aangever 6;
Het hof acht niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezenverklaard, zodat deze daarvan behoort te worden vrijgesproken.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Het bewezene levert op de misdrijven:
De feiten 2.9. en 3 meer subsidiair leveren op de voortgezette handeling van:
Het door misbruik van uit feitelijke verhoudingen voortvloeiend overwicht een persoon waarvan hij weet of redelijkerwijs moet vermoeden dat deze de leeftijd van achttien jaren nog niet heeft bereikt, opzettelijk bewegen ontuchtige handelingen te plegen.
en
Het door misbruik van uit feitelijke verhoudingen voortvloeiend overwicht een persoon waarvan hij weet of redelijkerwijs moet vermoeden dat deze de leeftijd van achttien jaren nog niet heeft bereikt, opzettelijk bewegen ontuchtige handelingen te plegen.
ten aanzien van het onder 7 subsidiair bewezenverklaarde:
Met iemand beneden de leeftijd van zestien jaren buiten echt ontuchtige handelingen plegen.
ten aanzien van het onder 8 bewezenverklaarde:
door giften van geld en misbruik van uit feitelijke verhoudingen voortvloeiend overwicht een persoon waarvan hij weet dat deze de leeftijd van achttien jaren nog niet heeft bereikt, opzettelijk bewegen ontuchtige handelingen te plegen of zodanige handelingen van hem te dulden.
Strafbaarheid van de verdachte
Verdachte is strafbaar aangezien geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk geworden die verdachte niet strafbaar zou doen zijn.
Oplegging van straf en/of maatregel
De hierna te melden strafoplegging is in overeenstemming met de aard en de ernst van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan, mede gelet op de persoon van verdachte, zoals van een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.
Over verdachte is gerapporteerd door de deskundigen Kaiser (psychiater) en Kristensen (gezondheidspsycholoog). Op grond van de bevindingen van deze deskundigen komt het hof evenals de deskundigen tot het oordeel dat de door verdachte ten opzichte van Aangever 2 gepleegde handelingen hem in licht verminderde mate kunnen worden toegerekend in verband met zijn sadomasochistische drang en stoornis. De overige feiten kunnen volgens de deskundigen verdachte gewoon worden toegerekend. Het hof neemt ook dit oordeel van de deskundigen over. De licht verminderde mate waarin de ten opzichte van Aangever 2 aan verdachte kunnen worden toegerekend is een omstandigheid die bij de straftoemeting, zij het in beperkte mate, in het voordeel van verdachte wordt meegewogen.
Andere voor de straftoemeting van bijzonder belang zijnde persoonlijke factoren heeft het hof niet vastgesteld.
Wel merkt het hof op dat in het voordeel van verdachte rekening is gehouden met de omstandigheid dat het tijdsverloop na de inverzekeringstelling van verdachte tot heden onwenselijk lang is. Gelet op de ernst van de andere feiten en speelt bij de straftoemeting het ten opzichte van aangeefster 5 begane strafbare feit, mede gezien de omstandigheid dat dit feit zeer lang geleden heeft plaats gevonden, geen grote rol.
Alles afwegend is het hof van oordeel dat volstaan kan (en dus ook moet) worden met de oplegging van de in het dictum vermelde straf.
De vordering van de benadeelde partij Aangever 2
De benadeelde partij heeft zich in eerste aanleg in het strafproces gevoegd met een vordering tot schadevergoeding. Deze bedraagt EUR 1.000,00. De vordering is bij het vonnis waarvan beroep toegewezen.
Uit het onderzoek ter terechtzitting is voldoende gebleken dat de benadeelde partij als gevolg van het onder 2.9 en 3 meer subsidiair bewezenverklaarde handelen van verdachte rechtstreeks schade heeft geleden tot na te melden bedrag. Verdachte is tot vergoeding van die schade gehouden zodat de vordering tot dat bedrag zal worden toegewezen.
Voor het overige is de vordering naar het oordeel van het hof niet van zo eenvoudige aard dat zij zich leent voor behandeling in het strafgeding. In zoverre kan de benadeelde partij daarom thans in haar vordering niet worden ontvangen en kan zij haar vordering slechts bij de burgerlijke rechter aanbrengen.
Om te bevorderen dat de schade door verdachte wordt vergoed, zal het hof de maatregel van artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht opleggen op de hierna te noemen wijze.
De vordering van de benadeelde partij aangeefster 3
De benadeelde partij heeft zich in eerste aanleg in het strafproces gevoegd met een vordering tot schadevergoeding. Deze bedraagt EUR 3.194,00. De vordering is bij het vonnis waarvan beroep niet toegewezen. De benadeelde partij heeft zich in hoger beroep opnieuw gevoegd voor het bedrag van haar oorspronkelijke vordering.
De verdachte wordt niet schuldig verklaard ter zake van het ten laste gelegde handelen waardoor de gestelde schade zou zijn veroorzaakt. De benadeelde partij kan daarom in haar vordering niet worden ontvangen.
De vordering van de benadeelde partij aangever 4
De benadeelde partij heeft zich in eerste aanleg in het strafproces gevoegd met een vordering tot schadevergoeding. Deze bedraagt EUR 3.000,00. De vordering is bij het vonnis waarvan beroep niet toegewezen. De benadeelde partij heeft zich in hoger beroep opnieuw gevoegd voor het bedrag van haar oorspronkelijke vordering.
De verdachte wordt niet schuldig verklaard ter zake van het ten laste gelegde handelen waardoor de gestelde schade zou zijn veroorzaakt. De benadeelde partij kan daarom in haar vordering niet worden ontvangen.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
Het hof heeft gelet op de artikelen 24c, 36f, 56, 57, 246, 247, 248a en 273a(oud, thans 273f) van het Wetboek van Strafrecht.
Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij golden ten tijde van het bewezenverklaarde.
Vernietigt het vonnis en doet opnieuw recht:
Verklaart nietig hetgeen onder 3 primair is tenlastegelegd.
Verklaart niet bewezen dat verdachte het onder 1 primair en subsidiair, 2.1 tot en met 2.8, 3 subsidiair, 4, 5, 6 primair en subsidiair en 7 primair tenlastegelegde heeft begaan en spreekt verdachte daarvan vrij.
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat verdachte het onder 2.9., 3 meer subsidiair,, 7 subsidiair en 8 tenlastegelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezenverklaard en spreekt verdachte daarvan vrij.
Verklaart het bewezenverklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart verdachte strafbaar.
Veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 8 (acht) maanden.
Bepaalt dat de tijd, door verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht.
De vordering van de benadeelde partij Aangever 2:
Veroordeelt verdachte aan de benadeelde partij, Aangever 2, te betalen een bedrag van EUR 500,00 (vijfhonderd euro).
Verklaart de benadeelde partij, Aangever 2, in haar vordering voor het overige niet ontvankelijk en bepaalt dat zij in zoverre haar vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen.
Verwijst de verdachte in de door de benadeelde partij gemaakte en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten, tot aan de datum van deze uitspraak begroot op nihil.
Legt aan veroordeelde de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van de benadeelde partij, genaamd Aangever 2, een bedrag te betalen van EUR 500,00 (vijfhonderd euro), bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 10 (tien) dagen hechtenis.
Bepaalt dat, indien verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de Staat daarmee zijn verplichting tot betaling aan de benadeelde partij inzoverre komt te vervallen en andersom dat, indien verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de benadeelde partij daarmee zijn verplichting tot betaling aan de Staat in zoverre komt te vervallen.
De vordering van de benadeelde partij aangeefster 3:
Verklaart de benadeelde partij, aangeefster 3, in haar vordering niet ontvankelijk en bepaalt dat zij haar vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen.
Verwijst de benadeelde partij in de door verdachte gemaakte en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten, tot aan de datum van deze uitspraak begroot op nihil.
De vordering van de benadeelde partij aangever 4:
Verklaart de benadeelde partij, aangever 4, in haar vordering niet ontvankelijk en bepaalt dat zij haar vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen.
Verwijst de benadeelde partij in de door verdachte gemaakte en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten, tot aan de datum van deze uitspraak begroot op nihil.
De voorlopige hechtenis
Heft op het geschorste, tegen verdachte verleende bevel tot voorlopige hechtenis.
Aldus gewezen door
mr E. van der Herberg, voorzitter,
mr C.G. Nunnikhoven en mr J.I.M.W. Bartelds, raadsheren,
in tegenwoordigheid van P. Heinst, griffier,
en op 29 maart 2010 ter openbare terechtzitting uitgesproken.