--------------------------------------------------------------------
1 Tenzij anders aangeduid, hebben verwijzingen in het navolgende betrekking op het algemeen proces-verbaal, behorende bij het procesdossier van de politie Noord- en Oost-Gelderland, district IJsselstreek, team recherche, afdeling zeden, proces-verbaalnummer 08-203665, alsmede de daarbij behorende bijlagen in de vorm van processen-verbaal en overige bescheiden. Verwijzingen naar pagina's van dit - doorgenummerde - dossier worden aangeduid met "dp" (dossierpagina). Verklaringen waarnaar in het navolgende wordt verwezen betreffen steeds, tenzij anders aangeduid, verklaringen die zijn opgetekend in bevoegdelijk en in de wettige vorm door een of meer opsporingsambtenaren opgemaakte processen-verbaal, deel uitmakend van het hier bedoelde dossier. Dit geldt niet voor de verklaring van [slachtoffer 2], die is in de vorm van een ondertekende verklaring opgenomen op dp. 330-339. Ook andere processen-verbaal (p-v) waarnaar in het navolgende wordt verwezen betreffen steeds bevoegdelijk en in de wettige vorm door een of meer opsporingsambtenaren opgemaakte processen-verbaal.
2 Uit het dossier blijkt niet dat de leeftijd/geboortedatum van [slachtoffer 1] met de hulp van een identiteitsbewijs of andere documentatie is vastgesteld. De (toenmalige) leeftijd c.q. minderjarigheid van [slachtoffer 1] staat naar het oordeel van het hof niettemin voldoende vast op grond van de - door de verdediging onweersproken - eigen opgave van [slachtoffer 1] (p-v ambtelijk verslag, dp. 153, p-v aangifte zoals door [slachtoffer 1] gecorrigeerd, dp. 172 en p-v verhoor rechter-commissaris) en de verklaring van [getuige 1] van 14 april 2008, voor zover van belang inhoudende dat zij [slachtoffer 1] in de eerste klas van het VMBO had leren kennen en dat zij [slachtoffer 1] nu vier jaar kende (dp. 199).
3 Uit het dossier blijkt niet dat de leeftijd/geboortedatum van [slachtoffer 2] met de hulp van een identiteitsbewijs of andere documentatie is vastgesteld. De (toenmalige) leeftijd c.q. minderjarigheid van [slachtoffer 2] staat naar het oordeel van het hof niettemin voldoende vast op grond van de - door de verdediging onweersproken - eensluidende eigen opgaven door [slachtoffer 2] (dp. 329 en p-v verhoor rechter-commissaris) en haar vader (dp. 326).
4 Uit het dossier blijkt niet dat de leeftijd/geboortedatum van [slachtoffer 3] met de hulp van een identiteitsbewijs of andere documentatie is vastgesteld. De (toenmalige) leeftijd c.q. minderjarigheid van [slachtoffer 3] staat naar het oordeel van het hof niettemin voldoende vast op grond van de - door de verdediging onweersproken - eigen opgave door [slachtoffer 3] (dp. 329 en p-v verhoor rechter-commissaris).
5 Deze gehele gang van zaken wordt beschreven in het overzichts-p-v op dp. 5-20.
6 Vlg. artikel 167a Wetboek van Strafvordering, van belang voor zover verleiding (artikel 248a Wetboek van Strafrecht) ten laste is gelegd. Zie voor [slachtoffer 1] p-v 10 september 2008, door [verbalisant 1], kenmerk PL0630/08231835-1*, waarin genoemde verbalisant zijn telefoongesprek van 8 september 2008 met [slachtoffer 1] weergeeft, waarin [slachtoffer 1] heeft verklaard dat verdachte in haar ogen gevangenisstraf verdient, en hulp nodig heeft. Zie voor [slachtoffer 2] dp. 339: "U vraagt wat voor straf [verdachte] moet krijgen. Hij moet lang opgesloten worden." [slachtoffer 3], dp. 374: "Ik wil hebben dat [verdachte] straf krijgt. Ik wil hebben dat hij niet meer jonge meisjes gaat lastigvallen."
7 Processen-verbaal van 23 september en 9 november 2009.
8 Verdachte noemt december 2007 of januari 2008 (dp. 114). [slachtoffer 1] heeft het over november/december 2007 (dp. 161) respectievelijk september of eerder of later (dp. 184). Hoe het contact precies is gelegd kan het hof niet met voldoende zekerheid vaststellen. Verdachte heeft verklaard dat hij [slachtoffer 1] via een chatsite heeft ontmoet (dp. 114), [slachtoffer 1] heeft hierover wisselend verklaard (via MSN: dp. 161; via "vakantievriend" Christiaan en daarna via MSN (en daarna pas lijfelijk): p-v verhoor rechter-commissaris, p. 1-2).
9 Verdachte: dp. 115, dp. 118. [slachtoffer 1]: dp. 162, p-v verhoor rechter-commissaris, p. 2-3.
10 Verdachte: dp. 105. [slachtoffer 1] bevestigt dat ze naast de hierna te bespreken ontmoeting in de auto, waarbij ze is betaald, nog een andere ontmoeting met verdachte in diens auto heeft gehad, dp. 191 (midden).
11 Verdachte: dp. 119-120. [slachtoffer 1]: dp. 186 en 190 (onderaan).
12 Verdachte zegt EUR 125, dp. 105 en 120. [slachtoffer 1] zegt EUR 100, dp. 187 en 193.
13 Verdachte: dp. 121 en verklaring ter terechtzitting in hoger beroep. [slachtoffer 1]: dp. 188-190.
14 Verdachte: dp. 123. [slachtoffer 1]: dp. 165.
15 P-v verhoor [slachtoffer 1] bij rechter-commissaris, p. 4.
16 Verdachte heeft het over "zo ongeveer in december 2007", dp. 102 onderaan. [slachtoffer 2] heeft het over november 2007, dp. 333 voorlaatste alinea.
17 Hoe dit contact precies tot stand is gekomen kan het hof niet met voldoende zekerheid vaststellen. [slachtoffer 2] verklaart dat verdachte eenvoudig rechtstreeks contact met haar zocht via MSN, dp. 333, voorlaatste alinea. Volgens verdachte was het MSN-contact met [slachtoffer 2] voorafgegaan door chatcontact via een spelletjessite, dp. 102-103.
18 Volgens verdachte wendde hij een leeftijd voor van 21: dp. 102 onderaan. [slachtoffer 2] verklaart dat verdachte zich voordeed als iemand van 14: dp. 334, tweede alinea, en p-v verhoor rechter-commissaris, p. 3.
19 Verdachte: dp. 102. [slachtoffer 2]: dp. 334.
20 [slachtoffer 2]: dp. 334 en p-v verhoor rechter-commissaris, p. 3 onderaan.
21 Verdachte: dp. 103: "Ze had eerst gezegd dat zij 16 jaar was. Later kwam ik erachter dat zij 12 was."
22 Verdachte: dp. 103-104. [slachtoffer 2]: dp. 333-338.
23 Tapverslag op dp. 318, bovenaan.
24 Sms-bericht op dp. 315.
25 Tapverslag op dp. 319.
26 Tapverslag, dp. 321-324.
27 Verdachte heeft het over december 2007, dp. 108 onderaan. [slachtoffer 3] heeft het over november 2007, dp. 371 tweede alinea.
28 [slachtoffer 3]: p-v verhoor rechter-commissaris, p. 1 en dp. 371, tweede alinea. Verdachte: dp. 109.
29 [slachtoffer 3] verklaart dat verdachte zich voordeed als iemand van (ongeveer) 21: dp. 371, derde alinea, en p-v verhoor rechter-commissaris, p. 3.
30 [slachtoffer 3]: dp. 372, eerste alinea. Verdachte verklaart hierover niet. Bij verdachte was in zijn contact met [slachtoffer 2] al van deze modus operandi gebleken.
31 Verdachte: dp. 108, op de vraag hoe oud [slachtoffer 3] is c.q. was: "15 of 16 jaar, dat heeft ze althans een keer gezegd". Op de vraag of verdachte op 12 juni 2008 wist dat [slachtoffer 2] 12 jaar was: "Ja, dat wist ik" (dp. 135 bovenaan).
32 Volgens verdachte drie keer, dp. 110, of tien keer, dp. 130 onderaan. [slachtoffer 3] (ook over de daadwerkelijke seksuele handelingen): dp. 372, eerste en derde alinea, noemt geen precies aantal (maar hieruit blijken wel eenmaal voor de "oude [verdachte]", ten minste eenmaal voor de "jonge [verdachte]").
33 Telefoon Nokia N73: overzichtsp-v, dp. 16 onderaan. Computers en camera: p-v verslag binnentreden en inbeslagname, dp. 86-87 en p-v veiligstellen pc's en fotocamera, dp. 88-93, op p. 88.
34 Verdachte verklaarde op 13 juni 2008 ongeveer een half jaar over een mobiele telefoon te beschikken, een Nokia N73 met telefoonnummer 0651867546. Dit is ook het nummer dat getapt is (overzichts-p-v, dp. 12 onderaan) en waarop sms- en telefoon(seks)gesprekken tussen verdachte en [slachtoffer 2] zijn onderschept, p-v op. dp. 304-306, met bijlagen op dp. 307-324. Ook sms-verkeer tussen verdachte en [slachtoffer 3] is vastgesteld, p-v onderzoek mobiele telefoontoestel Priscilla, dp. 375-389.
35 Verdachte, dp. 100, verklaart een eigen computer te hebben: "Ik meen een Acer met een Samsung beeldscherm. Ik heb die pc nu een jaar." Verder verklaart hij dat er nog een computer op de kamer van zijn zoon staat. En hij had net nog (daags voor het gerelateerde verhoor dat werd gehouden op 13 juni 2008) een laptop gekregen van zijn werk, die nog ingericht moest worden. Bij de doorzoeking zijn twee computerkasten inbeslaggenomen, waarvan één Acer, zie p-v verslag binnentreden en inbeslagname, dp. 86-87 en p-v veiligstellen pc's en fotocamera, dp. 88-93, op p. 88. Uit het p-v veiligstellen pc's en fotocamera, dp. 88-93, blijkt dat slechts op de Acer gegevens zijn aangetroffen die verband houden met de contacten van verdachte met [slachtoffer 1] en [slachtoffer 3] (e-mailadressen 1 en 3 in de lijst op dp. 92, behorende bij [slachtoffer 1] (zie dp. 153) respectievelijk [slachtoffer 3] (zie dp. 370)). Zie dp. 91-92, die vermelden dat deze gegevens werden aangetroffen in een folder beginnend met kenmerk 08-0666-1, het door de recherche aan de bestanden van de Acer toegekende webbasenummer (zie dp. 89-90).
36 In p-v veiligstellen pc's en fotocamera, dp. 88-93, wordt vermeld dat de inhoud van zowel de Qmotion- als de Acer-computer is onderzocht, maar het vermeldt alleen resultaten van onderzoek van de Acer-computer. Het relateert niets over onderzoek van de camera of resultaten daarvan.
37 De denkbare conclusie dat de verklaringen van [slachtoffer 1] in het kader van de te nemen bewijsbeslissing als onbetrouwbaar en/of ongeloofwaardig buiten beschouwing zouden moeten worden gelaten, lijkt de raadsman in elk geval niet te hebben beoogd, gegeven dat hij zich ter ontlasting van verdachte juist op onderdelen van deze verklaringen heeft beroepen. Het hof laat deze stelling van de raadsman dus voor wat deze is. Dit laat onverlet dat het hof de verklaringen van [slachtoffer 1] slechts voor het bewijs bezigt en zal bezigen, dan wel tot ontlasting van verdachte in aanmerking zal nemen, voor zover het deze verklaringen betrouwbaar en geloofwaardig acht.
38 Door middel van de tweemaal gebezigde bewoordingen "te weten" zonder connectie met "onder meer" of bewoordingen van gelijke strekking.
39 De verklaring van verdachte op dp. 119, tweede alinea, suggereert dat het initiatief bij [slachtoffer 1] lag. De verklaring van [slachtoffer 1] bij de rechter-commissaris, p. 2-3, suggereert dat het initiatief van verdachte was uitgegaan.
40 In de auto, waarbij ook is gezoend, zie hiervoor.
41 Verdachte: dp. 119. [slachtoffer 1]: dp. 192 (onderaan).
42 E-mail van 7 februari 2008, onder meer afgedrukt op dp. 287.
43 Dp. 119.
44 P-v verhoor rechter-commissaris, p. 3 (derde nieuwe alinea).
45 Verdachte: dp. 119. [slachtoffer 1]: dp. 192-193.
46 Dp. 120.
47 Dp. 189 (bovenaan).
48 Dp. 122-123.
49 Dp. 195.
50 P-v verhoor rechter-commissaris, p. 3.
51 Ook op dit punt is het ten laste gelegde weer beperkt tot de vier specifieke feitelijke gedragingen die erin, als feitelijke vormen van misleiding, aanbieden van geld of goed, of misbruik maken van overwicht, worden genoemd.
52 Dp. 102, onderaan: hij deed dit "[o]mdat de meesten alleen met jongeren willen praten."
53 De illusie is bij [slachtoffer 2] gedurende het gehele contact met verdachte in meer of minder sterke mate blijven bestaan. Vlg. de verklaring van [slachtoffer 2] die zij op 19 juni 2008, dus na de aanhouding van verdachte, heeft afgelegd en waaruit blijkt dat zij het zelfs toen nog niet helemaal zeker wist: "Maar achteraf denk ik dat die zoon en de vader gewoon een [het hof leest: één] persoon was" (dp. 334).
54 Dp. 334: "Ik had eigenlijk best wel medelijden met de zoon. Ik had ook medelijden met de vader [...]." P-v verhoor rechter-commissaris, p. 3-4: "Zijn zoon had kanker, daar hoef je niet mee te spotten. Daarom heb ik het contact met de oude [verdachte] aangehouden, daarom ben ik door blijven praten. Het was uit betrokkenheid."
55 P-v verhoor rechter-commissaris, p. 3, vierde alinea (slot).
56 Dp. 336, voorlaatste alinea, dp. 338, eerste en tweede alinea.
57 Dp. 135, tweede alinea.
58 Ook hier geldt weer dat vanwege de limitatieve opsomming in de tenlastelegging eventuele andere feitelijke vormen van verleiding waarvan uit het dossier mocht blijken, niet voor beoordeling in het kader van de te nemen bewijsbeslissing in aanmerking komen.
59 Uit de verklaring van [slachtoffer 3] blijkt dat dat zij seksuele handelingen bij zichzelf verrichte terwijl ze nog in de veronderstelling verkeerde dat er in werkelijkheid een vader en een zoon [verdachte] waren: "De eerste keer heb ik me ook gevingerd voor Vader [verdachte]." (dp. 372).
60 Het hof leidt dit af uit de beschrijving van [slachtoffer 3] op dp. 371-372 van hoe het contact met de "jonge [verdachte]" verliep: leuk, niet over seks, complimenteus, aardig, vertrouwd, en uitmondend in (Internet)verkering; het hof acht deze gang van zaken ondenkbaar wanneer verdachte direct voor zijn werkelijke identiteit was uitgekomen.
61 P-v verhoor rechter-commissaris, p. 2: "Ook toen ik doorhad dat het een oudere man betrof ben ik blijven bellen. Ik had een soort band met de jonge [verdachte] gekregen en daarom hield ik waarschijnlijk het contact met de vader aan."
62 Verdachte bekent eenmaal, maar zegt dat het was voordat er telefoonseks was, dp. 110. Het hof acht meerdere keren bewezen basis van de verklaring van [slachtoffer 3], dp. 373: ik heb wel af en toe beltegoed van [verdachte] gekregen. Ik heb een keer 20 EURO gekregen, maar meestal 10 EURO." Ook bij de rechter-commissaris spreekt [slachtoffer 3] over telefoonkaarten in meervoud (p-v verhoor, p. 2, derde alinea).
63 Daaraan doet niet af dat volgens verdachte en [slachtoffer 3] nooit beltegoed met zoveel woorden "in ruil voor seks" was aangeboden. [slachtoffer 3], p-v verhoor rechter-commissaris, p. 2: "Voor alle duidelijkheid, [verdachte] heeft mij nooit geld aangeboden om voor elkaar te krijgen dat ik telefoonseks met hem had. Ook de telefoonkaarten waren daar niet voor bedoeld." Verdachte: dp. 110.
64 Verklaring [slachtoffer 3], dp. 373, derde alinea.
65 P-v verhoor rechter-commissaris, p. 2: "Als ik medelijden krijgt met iemand dan maakt zijn leeftijd niet zoveel uit. Dat denk ik tenminste. Naar mijn herinnering heb ik mij bij de jonge [verdachte] ook een keer gevingerd. Daar speelde de leeftijd dus niet mee."
66 [slachtoffer 3]: "[verdachte] begon mij toen te bellen rond 24.00 uur a 00.30 uur. [verdachte] was dan steeds aan het hijgen aan de telefoon [...] Hij belde mij ongeveer 2 keer per dag [...] 's Avonds begon hij over seks. Ik voelde mij er eigenlijk helemaal niet prettig bij. Ik moest me eigenlijk ieder telefoongesprek, 's avonds vingeren [...] De telefoongesprekken duurden ongeveer 1 uur a 1,5 uur. Ik werd dan altijd gebeld door vader [verdachte]." P-v verhoor rechter-commissaris, p. 2: "[verdachte] belde het merendeel naar mij".
67 Zie ook de in de vorige voetnoot geciteerde passages uit de verklaring van [slachtoffer 3].
68 Verklaringen van [slachtoffer 3] (dp. 371-374) en verdachte (dp. 108-110).
69 Verklaring [slachtoffer 3] op dp. 373: " Behalve het beltegoed heeft [verdachte] de vader, mij niets aangeboden".
70 Met betrekking tot het sub 1 subsidiair bewezenverklaarde merkt het hof volledigheidshalve op dat uit de parlementaire geschiedenis van artikel 248a van het Wetboek van Strafrecht blijkt dat de wetgever met het begrip "derde" in deze bepaling, beoogd heeft de adressant van de delictsomschrijving aan te duiden, niet een daar nog weer buiten staande derde. Het hof verwijst naar de toelichting op het tot invoering van deze bepaling strekkende amendement (TK vergaderjaar 1998-1999, 25 437, nr. 9) en hetgeen hierover ter gelegenheid van de mondelinge behandeling van het betreffende wetsvoorstel in de Tweede Kamer is besproken (Handelingen TK 28 januari 1999, p. 45-3115, 45-3143, 45-3146-7 en 45-3159). In overeenstemming met deze klaarblijkelijke bedoeling van de wetgever kwalificeert het hof het bewezenverklaarde aldus, dat waar [slachtoffer 1] zich beschikbaar had gesteld om seksuele handelingen te verrichten met verdachte, verdachte (tevens) wordt aangemerkt en aangeduid als derde in de zin van bedoelde bepaling.
71 Paragraaf 5.2.2 van dit arrest.