ECLI:NL:GHARN:2010:BL6290

Gerechtshof Arnhem

Datum uitspraak
2 maart 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
24-002284-09
Instantie
Gerechtshof Arnhem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor meermalen ontuchtige handelingen met minderjarige

In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem op 2 maart 2010 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Zwolle-Lelystad. De verdachte is schuldig bevonden aan het meermalen plegen van ontuchtige handelingen met een minderjarig meisje van vijftien jaar oud. De seksuele handelingen omvatten onder andere het seksueel binnendringen van het lichaam van het slachtoffer. De rechtbank had eerder een gevangenisstraf opgelegd, maar het hof heeft het vonnis vernietigd en opnieuw recht gedaan. De verdachte is veroordeeld tot een gevangenisstraf van twintig maanden, waarvan tien maanden voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar. Als bijzondere voorwaarde is reclasseringstoezicht opgelegd, inclusief de mogelijkheid van een ambulante psychotherapeutische behandeling.

De feiten vonden plaats in de periode van 1 oktober 2008 tot en met 15 januari 2009, waarbij de verdachte meermalen ontuchtige handelingen heeft gepleegd met het slachtoffer, dat op dat moment nog niet de leeftijd van zestien jaren had bereikt. Het hof heeft in zijn overwegingen de ernst van de feiten en de kwetsbaarheid van het slachtoffer benadrukt. De verdachte heeft erkend dat zijn gedragingen ongeoorloofd waren en heeft verantwoordelijkheid genomen voor zijn daden. Het hof heeft ook rekening gehouden met de adviezen van de reclassering en een psycholoog, die de kans op recidive als laag tot laaggemiddeld inschatten.

De benadeelde partij heeft zich in het geding gevoegd, maar de vordering tot schadevergoeding is niet-ontvankelijk verklaard, omdat deze niet eenvoudig van aard was en alleen bij de burgerlijke rechter kan worden ingediend. Het hof heeft de verdachte vrijgesproken van andere tenlasteleggingen die niet bewezen zijn verklaard. De uitspraak van het hof is een belangrijke stap in de rechtsgang en benadrukt de ernst van seksuele misdragingen tegen minderjarigen.

Uitspraak

Parketnummer: 24-002284-09
Parketnummer eerste aanleg: 07-410040-09
Arrest van 2 maart 2010 van het gerechtshof te Arnhem, nevenzittingsplaats Leeuwarden, meervoudige strafkamer, op het hoger beroep tegen het vonnis van de rechtbank Zwolle-Lelystad van 3 september 2009 in de strafzaak tegen:
[verdachte],
geboren op [1967] te [geboorteplaats],
wonende te [woonplaats], [adres],
thans verblijvende in P.I. Overijssel - Almelo Niendure ZBB te Almelo,
verschenen in persoon, bijgestaan door zijn raadsvrouw mr. J.B. Pieters, advocaat te Hoogeveen.
Het vonnis waarvan beroep
De rechtbank Zwolle-Lelystad heeft de verdachte bij het vonnis wegens misdrijven veroordeeld tot een straf, heeft een maatregel opgelegd en heeft op de vordering van de benadeelde partij beslist, zoals in dat vonnis omschreven.
Gebruik van het rechtsmiddel
De verdachte is op de voorgeschreven wijze en tijdig in hoger beroep gekomen.
Het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep, alsmede het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
De vordering van de advocaat-generaal
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het hof verdachte ter zake van het onder 1 en 2 ten laste gelegde zal veroordelen tot een gevangenisstraf voor de duur van 24 maanden, waarvan 6 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaren en voorts reclasseringstoezicht - ook als dat inhoudt een psychotherapeutische behandeling - als bijzondere voorwaarde. Voorts heeft de advocaat-generaal gevorderd dat het hof de vordering van de benadeelde partij tot een bedrag van € 3.625,00 zal toewijzen en ter zake van dat bedrag tevens een schadevergoedingsmaatregel zal opleggen.
De beslissing op het hoger beroep
Het hof zal het vonnis vernietigen en opnieuw recht doen.
Tenlastelegging
Aan de verdachte is ten laste gelegd, dat:
1.
hij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 01 oktober 2008 tot en met 15 januari 2009 te [plaats 1], gemeente [gemeente 1] en/of te [plaats 2], gemeente [gemeente 2] en/of in de gemeente(n) [gemeente 3] en/of [gemeente 4], althans in Nederland meermalen, althans éénmaal met [benadeelde] (geboren [1993]), die de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren had bereikt, buiten echt, (telkens) een of meer ontuchtige handeling(en) heeft gepleegd, die bestond(en) uit of mede bestond(en) uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [benadeelde], hebbende verdachte één of meermalen:
- zijn, verdachtes, penis in de vagina en/of mond van die [benadeelde] geduwd/gebracht en/of
- zijn, verdachtes, vinger(s) in de vagina van die [benadeelde] geduwd/gebracht en/of
- zijn, verdachtes, tong in de vagina en/of mond van die [benadeelde] geduwd/gebracht en/of
- de vagina van die [benadeelde] gelikt;
2.
hij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 01 oktober 2008 tot en met 15 januari 2009 te [plaats 1], gemeente [gemeente 1], te [plaats 2], gemeente [gemeente 2] en/of in de gemeente(n) [gemeente 3] en/of [gemeente 4], althans in Nederland met [benadeelde] (geboren [1993]), die toen de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt, buiten echt, (telkens) een of meer ontuchtige handeling(en) heeft gepleegd, bestaande uit het één of meermalen betasten van en/of voelen aan de ontblote borsten van die [benadeelde] en/of het één of meermalen likken aan en/of over de vagina van die [benadeelde] en/of het één of meermalen tongzoenen met die [benadeelde] en/of het één of meermalen laten vastpakken en/of aftrekken van zijn, verdachtes, ontblote penis door die [benadeelde].
Bewezenverklaring
Het hof acht bewezen dat:
1.
hij in de periode van 01 oktober 2008 tot en met 15 januari 2009 te [plaats 1], gemeente [gemeente 1] en te [plaats 2], gemeente [gemeente 2] en in de gemeenten [gemeente 3] en [gemeente 4], meermalen, met [benadeelde] (geboren [1993]), die de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren had bereikt, buiten echt, ontuchtige handelingen heeft gepleegd, die mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [benadeelde], hebbende verdachte meermalen:
- zijn, verdachtes, penis in de vagina en/of mond van die [benadeelde] gebracht en/of
- zijn, verdachtes, vinger(s) in de vagina van die [benadeelde] gebracht en/of
- zijn, verdachtes, tong in de vagina en/of mond van die [benadeelde] gebracht en/of
- de vagina van die [benadeelde] gelikt;
2.
hij in de periode van 01 oktober 2008 tot en met 15 januari 2009 te [plaats 1], gemeente [gemeente 1], te [plaats 2], gemeente [gemeente 2] en in de gemeenten [gemeente 3] en [gemeente 4], met [benadeelde] (geboren [1993]), die toen de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt, buiten echt, telkens ontuchtige handelingen heeft gepleegd, bestaande uit het betasten van de ontblote borsten van die [benadeelde] en/of het likken aan de vagina van die [benadeelde] en/of het aftrekken van zijn, verdachtes, ontblote penis door die [benadeelde].
Het hof acht niet bewezen hetgeen aan verdachte als voormeld onder 1 en 2 meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen.
Kwalificatie
Het bewezen verklaarde levert op de misdrijven:
1.
met iemand die de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren heeft bereikt, buiten echt, ontuchtige handelingen plegen die bestaan uit of mede bestaan uit het seksueel binnendringen van het lichaam, meermalen gepleegd;
2.
met iemand beneden de leeftijd van zestien jaren buiten echt ontuchtige handelingen plegen, meermalen gepleegd.
Strafbaarheid
Het hof acht verdachte strafbaar. Strafuitsluitingsgronden worden niet aanwezig geacht.
Strafmotivering
Het hof heeft de op te leggen straf bepaald op grond van de aard en ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder de feiten zijn begaan en de persoon van verdachte. Daarbij heeft het hof in het bijzonder het navolgende in aanmerking genomen.
Verdachte heeft in een korte tijd meermalen ontuchtige handelingen gepleegd met een meisje van vijftien jaren oud. Deze seksuele handelingen bestonden mede uit het binnendringen van haar lichaam. Dit gebeurde - onder meer - als verdachte het meisje 's avonds naar huis bracht.
Verdachte heeft op deze manier misbruik gemaakt van een kind dat gelet op haar minderjarige leeftijd kwetsbaar was en juist bescherming nodig had. Niettemin heeft verdachte zijn eigen lustgevoelens laten prevaleren boven de belangen van het slachtoffer. De feiten moeten worden aangemerkt als ernstige aantastingen van de lichamelijke integriteit van het meisje. Uit de schriftelijke verklaring van het slachtoffer volgt dat zij nog steeds negatieve gevolgen ondervindt van het misbruik.
Het hof heeft acht geslagen op het voorlichtingsrapport van Reclassering Nederland d.d. 15 juni 2009. Daarin wordt geadviseerd verdachte een verplicht reclasseringscontact op te leggen waarbinnen verdachte aangemeld kan worden bij bijvoorbeeld AFPN voor therapie. Ook heeft het hof kennis genomen van het rapport van klinisch psycholoog F. van Nunen, d.d. 13 augustus 2009. Van Nunen concludeert daarin dat verdachte in emotioneel en seksueel opzicht een nog kinderlijke en onvolwassen man is. De kans op recidive is naar zijn oordeel laag tot laaggemiddeld. Van Nunen acht het aangewezen dat verdachte meer inzicht krijgt in zichzelf en in zijn seksualiteit. Begeleiding door en/of onder regie van de reclassering is volgens hem zinvol waar zij kan delegeren aan de GGZ of een daarmee te vergelijken gespecialiseerde instantie.
Het hof heeft voorts laten meewegen dat verdachte vanaf het begin een bekennende proceshouding heeft ingenomen en hiermee inzicht in de strafwaardigheid van zijn handelen heeft getoond. Verdachte heeft het ongeoorloofde van zijn gedragingen erkend en heeft verklaard daarvoor de verantwoordelijkheid te nemen.
Uit het verdachte betreffende Uittreksel uit de Justitiële Documentatie d.d. 27 november 2009 blijkt, dat verdachte niet eerder is veroordeeld.
Gelet op het voorgaande, alsmede op de ernst van de bewezen verklaarde feiten acht het hof een onvoorwaardelijke gevangenisstraf passend en geboden. Om verdachte ervan te weerhouden opnieuw (soortgelijke) strafbare feiten te plegen, zal het hof een deel van de gevangenisstraf voorwaardelijk opleggen, met een proeftijd voor de duur van twee jaren. Het hof zal als bijzondere voorwaarde bij de voorwaardelijke straf Reclasseringstoezicht opleggen, ook als dat toezicht een ambulante (psychotherapeutische) behandeling inhoudt.
Benadeelde partij
Uit het onderzoek ter terechtzitting van het hof is gebleken, dat de benadeelde partij,
[benadeelde], zich in het geding in eerste aanleg heeft gevoegd, dat de vordering in eerste aanleg gedeeltelijk is toegewezen en dat de benadeelde partij zich binnen de grenzen van de eerste vordering in het geding in hoger beroep opnieuw heeft gevoegd.
Derhalve duurt de voeging ter zake van de in eerste aanleg gedane vordering tot schadevergoeding in het geding in hoger beroep voort.
Naar het oordeel van het hof is de gevorderde vergoeding tot een bedrag van € 3.625,00 - te weten € 925,00 materiële schade (reiskosten van school naar huis) en € 2.700,00 immateri?le schade - niet eenvoudig van aard. De benadeelde partij [benadeelde] dient daarom niet-ontvankelijk te worden verklaard in haar vordering. De vordering kan in zoverre slechts bij de burgerlijke rechter worden aangebracht.
Toepassing van wetsartikelen
Het hof heeft gelet op de artikelen 14a, 14b, 14c, 14d, 57, 245 en 247 van het Wetboek van Strafrecht, zoals deze artikelen golden ten tijde van het bewezen verklaarde.
De uitspraak
HET HOF,
RECHT DOENDE OP HET HOGER BEROEP:
vernietigt het vonnis, waarvan beroep, en opnieuw recht doende:
verklaart het verdachte onder 1 en 2 ten laste gelegde bewezen en kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart deze feiten en verdachte strafbaar;
verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte als voormeld onder 1 en 2 meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen en spreekt verdachte daarvan vrij;
veroordeelt verdachte [verdachte] tot gevangenisstraf voor de duur van twintig maanden;
beveelt, dat van de gevangenisstraf een gedeelte van tien maanden, niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, op grond dat de veroordeelde zich voor het einde van een proeftijd van twee jaren aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt, of de hierna te noemen bijzondere voorwaarde niet heeft nageleefd;
stelt als bijzondere voorwaarde:
dat de veroordeelde zich zal stellen onder toezicht van de Stichting Reclassering Nederland en zich zal gedragen naar de aanwijzingen van die instelling, ook als dat toezicht een ambulante (psychotherapeutische) behandeling inhoudt;
draagt genoemde instelling op de veroordeelde bij de naleving van de voorwaarden hulp en steun te verlenen;
beveelt dat de tijd door de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de uitvoering van het onvoorwaardelijk deel van de opgelegde gevangenisstraf geheel in mindering wordt gebracht;
verklaart de benadeelde partij niet-ontvankelijk in de vordering;
bepaalt dat de benadeelde partij de vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen;
bepaalt dat de benadeelde partij en verdachte ieder de eigen kosten dragen van het geding.
Dit arrest is aldus gewezen door mr. H.M.E. Lam?ris-Tebbenhoff Rijnenberg, voorzitter, mr. J. Hielkema en mr. M. Lolkema, in tegenwoordigheid van A.L.H. Wilkens als griffier, zijnde mr. M. Lolkema buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.