ECLI:NL:GHARN:2010:BL5508
Gerechtshof Arnhem
- Hoger beroep
- M. Mollema
- A. Kuiper
- H. Zuidema
- Rechtspraak.nl
Ontslag van instantie in hoger beroep wegens gebrek aan procesvertegenwoordiging
In deze zaak, die voor het Gerechtshof Arnhem werd behandeld, ging het om een hoger beroep ingesteld door [appellante] tegen een vonnis van de rechtbank Zwolle-Lelystad, uitgesproken op 19 augustus 2009. De zaak werd aanhangig gemaakt door de curator, mr. J.M. van Raaijen, in zijn hoedanigheid van curator in het faillissement van [geïntimeerde]. Het hof heeft op 23 februari 2010 uitspraak gedaan.
De procedure in eerste aanleg was gestart door [appellante], maar in hoger beroep bleek dat zij geen procesvertegenwoordiging had gesteld, ondanks dat het hof haar de gelegenheid had geboden om dit te doen. De rolraadsheer had [appellante] op 12 januari 2010 de kans gegeven om alsnog een procesadvocaat te regelen, maar ook op deze datum was er geen advocaat verschenen.
Gelet op het ontbreken van procesvertegenwoordiging heeft het hof besloten om de curator, overeenkomstig artikel 123 lid 2 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, te ontslaan van instantie. Tevens werd [appellante] veroordeeld in de kosten van het geding in hoger beroep, die door het hof zijn begroot op € 1.185,-- aan verschotten en € 815,50 aan geliquideerd salaris voor de advocaat.
De uitspraak van het hof benadrukt het belang van procesvertegenwoordiging in hoger beroep en de gevolgen van het niet voldoen aan deze verplichting. Het hof heeft de beslissing genomen in het openbaar, waarbij de griffier aanwezig was.