ECLI:NL:GHARN:2010:BL2090

Gerechtshof Arnhem

Datum uitspraak
4 februari 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
24-002048-09
Instantie
Gerechtshof Arnhem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling wegens bedreiging met zware mishandeling en afwijzing ISD-maatregel

In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem op 4 februari 2010 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Zwolle-Lelystad. De verdachte, geboren in 1988 en zonder vaste woon- of verblijfplaats, was eerder veroordeeld voor geweldsdelicten. Het hof heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van drie maanden wegens bedreiging met zware mishandeling, meermalen gepleegd. De bedreigingen werden geuit via sms-berichten aan zijn (ex-) vriendin, waarin hij haar met zware mishandeling bedreigde. De advocaat-generaal had gevorderd om de ISD-maatregel op te leggen, maar het hof oordeelde dat deze vordering in strijd was met de Richtlijn voor strafvordering bij meerderjarige zeer actieve veelplegers. Het hof vernietigde het eerdere vonnis van de rechtbank, dat de ISD-maatregel had opgelegd, en oordeelde dat de verdachte strafbaar was, maar dat de ISD-maatregel niet kon worden opgelegd. Het hof heeft ook beslist dat het in beslag genomen mes, dat aan de verdachte toebehoorde, aan het verkeer moest worden onttrokken, omdat het kon dienen tot het begaan van soortgelijke feiten. De uitspraak is gedaan in het kader van de artikelen 36b, 36d, 57 en 285 van het Wetboek van Strafrecht, zoals deze golden ten tijde van het bewezen verklaarde feit.

Uitspraak

Parketnummer: 24-002048-09
Parketnummer eerste aanleg: 07-607132-09
Arrest van 4 februari 2010 van het gerechtshof te Arnhem, nevenzittingsplaats Leeuwarden, meervoudige strafkamer, op het hoger beroep tegen het vonnis van de rechtbank Zwolle-Lelystad van 11 augustus 2009 in de strafzaak tegen:
[verdachte],
geboren op [1988] te [geboorteplaats],
zonder vaste woon- of verblijfplaats,
thans verblijvende in P.I. Flevoland, HvB Lelystad, Larserdreef 300 te Lelystad,
verschenen in persoon, bijgestaan door zijn raadsman mr. R.M. Maanicus, advocaat te Utrecht.
Het vonnis waarvan beroep
De rechtbank Zwolle-Lelystad heeft de verdachte bij het vonnis wegens een misdrijf de ISD-maatregel opgelegd, zoals in dat vonnis omschreven.
Gebruik van het rechtsmiddel
De verdachte is op de voorgeschreven wijze en tijdig in hoger beroep gekomen.
Het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep, alsmede het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
De vordering van de advocaat-generaal
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het hof het aan verdachte ten laste gelegde feit bewezen zal verklaren en hem de maatregel tot plaatsing in een inrichting voor stelselmatige daders (ISD-maatregel) voor de duur van twee jaren zal opleggen. Tevens heeft de advocaat-generaal gevorderd het inbeslaggenomen mes te onttrekken aan het verkeer.
De beslissing op het hoger beroep
Het hof zal het vonnis vernietigen en opnieuw recht doen.
Tenlastelegging
Aan de verdachte is ten laste gelegd, dat:
hij in of omstreeks de periode van 12 april 2009 tot en met 13 april 2009 in de gemeente[gemeente] [slachtoffer] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, althans met zware mishandeling, immers heeft verdachte opzettelijk dreigend sms'jes gestuurd naar die [slachtoffer] met daarin (onder andere) de tekst(en):
- 'Ik zweer dat ik je kapot ga maken als je bij perspectief komt verbouw ik die hele hoerenkop van je' en/of
- 'Je kunt nu beter opnemen en zeggen waar je zit als je bij perspectief zie ga ik uit je slaan waar je geweest bent' en/of
- 'Ik ga je helemaal de kanker slaan' en/of
- 'Laat ik niet merken dat je boven zit anders zal ik je ex even uit het lijden verlossen' en/of
- 'Als je niet binnen 10 minuten beneden komt gooi ik beneden het raam in en kom ik naar boven' en/of heeft verdachte (daarbij) met een mes (van ongeveer 25 centimeter lang) in de broeksband in de direct nabijheid van de woning gestaan waar die [slachtoffer] verbleef.
Bewezenverklaring
Het hof acht bewezen dat:
hij in de periode van 12 april 2009 tot en met 13 april 2009 in de gemeente [gemeente]
[slachtoffer] heeft bedreigd met zware mishandeling, immers heeft verdachte opzettelijk dreigend sms'jes gestuurd naar die [slachtoffer] met daarin de tekst:
- 'Ik zweer dat ik je kapot ga maken als je bij perspectief komt verbouw ik die hele hoerenkop van je' en
- 'Je kunt nu beter opnemen en zeggen waar je zit als je bij perspectief zie ga ik uit je slaan waar je geweest bent' en
- 'Ik ga je helemaal de kanker slaan' en
- 'Als je niet binnen 10 minuten beneden komt gooi ik beneden het raam in en kom ik naar boven'.
Het hof acht niet bewezen hetgeen aan verdachte als voormeld meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen.
Kwalificatie
Het bewezen verklaarde levert op het misdrijf:
bedreiging met zware mishandeling, meermalen gepleegd.
Strafbaarheid
Het hof acht verdachte strafbaar. Strafuitsluitingsgronden worden niet aanwezig geacht.
Strafmotivering
Het hof heeft de op te leggen straf bepaald op grond van de aard en ernst van het feit, de omstandigheden waaronder het feit is begaan en de persoon van verdachte. Daarbij heeft het hof in het bijzonder het navolgende in aanmerking genomen.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan bedreiging van zijn (ex-) vriendin met zware mishandeling. Verdachte heeft deze bedreiging middels zogenaamde sms-berichten geuit nadat zijn vriendin te kennen had gegeven voorgoed de relatie te willen be?indigen. Verdachte heeft door zijn handelen bij zich (ex-) vriendin gevoelens van onveiligheid teweeggebracht.
Het hof heeft kennis genomen van een verdachte betreffend uittreksel uit de Justitiële Documentatie d.d. 25 september 2009, waaruit blijkt dat verdachte eerder is veroordeeld voor strafbare feiten, waaronder geweldsdelicten.
Ter zitting heeft de advocaat-generaal gevorderd aan verdachte de maatregel tot plaatsing in een inrichting voor stelselmatige daders (ISD-maatregel) voor de duur van twee jaren op te leggen. De advocaat-generaal heeft aangevoerd dat het feit dat verdachte zich thans niet voor het onderhavige feit in voorlopige hechtenis bevindt niet aan een oplegging van de ISD-maatregel in de weg staat. Ze heeft daarbij gewezen op een arrest van de Hoge Raad, d.d. 12 januari 2010, waarin de Hoge Raad heeft bepaald dat de opvatting dat de ISD-maatregel alleen kan worden gevorderd in verband met het misdrijf waarvoor de verdachte in voorlopige hechtenis is gesteld geen steun vindt in de Richtlijn voor strafvordering bij meerderjarige zeer actieve veelplegers Stcrt. 2008, 19. Ook indien de verdachte zich uit ander hoofde in voorlopige hechtenis bevindt, kan aan verdachte de ISD-maatregel worden opgelegd, aldus de Hoge Raad.
De voorlopige hechtenis van verdachte voor het onderhavige feit is op 16 september 2009 opgeheven en verdachte bevindt zich thans niet uit andere hoofde in voorlopige hechtenis. Deze vordering van de advocaat-generaal is naar het oordeel van het hof derhalve gedaan in strijd met de Richtlijn voor strafvordering bij meerderjarige zeer actieve veelplegers, Stcrt 2008, 19, de richtlijn zoals deze gold ten tijde van het bewezenverklaarde feit. Het hof is dan ook van oordeel dat een maatregel, zoals gevorderd door de advocaat-generaal, niet kan worden opgelegd. Dat verdachte momenteel gedetineerd zit wegens executie van eerder aan hem opgelegde gevangenisstraffen doet naar het oordeel van het hof hier niet aan af.
Gelet op het voorgaande, in onderling verband en samenhang bezien, is het hof van oordeel dat de ernst van het feit meebrengt dat thans aan verdachte een gevangenisstraf dient te worden opgelegd. Een gevangenisstraf van na te melden duur acht het hof een passende sanctie.
Onttrekking aan het verkeer
Het in beslag genomen voorwerp is voor onttrekking aan het verkeer vatbaar. Immers, dit aan verdachte toebehorende en bij gelegenheid van het onderzoek naar het door verdachte begane strafbare feit aangetroffen mes kan dienen tot het begaan van soortgelijke feiten en is van zodanige aard dat het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met het algemeen belang.
Toepassing van wetsartikelen
Het hof heeft gelet op de artikelen 36b, 36d, 57 en 285 van het Wetboek van Strafrecht, zoals deze artikelen golden ten tijde van het bewezen verklaarde.
De uitspraak
HET HOF,
RECHT DOENDE OP HET HOGER BEROEP:
vernietigt het vonnis, waarvan beroep, en opnieuw recht doende:
verklaart het verdachte ten laste gelegde bewezen en kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart dit feit en verdachte strafbaar;
verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte als voormeld meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen en spreekt verdachte daarvan vrij;
veroordeelt verdachte [verdachte] tot gevangenisstraf voor de duur van drie maanden;
beveelt dat de tijd door de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf geheel in mindering wordt gebracht;
verklaart aan het verkeer onttrokken:
het mes.
Dit arrest is aldus gewezen door mr. P.J.M. van den Bergh, voorzitter, mr. E. Pennink en mr. H. Kalsbeek, in tegenwoordigheid van H. Pool als griffier, zijnde mr. Pennink en mr. Kalsbeek, beiden voornoemd, buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.