ECLI:NL:GHARN:2010:BL2072

Gerechtshof Arnhem

Datum uitspraak
4 februari 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
24-001001-09
Instantie
Gerechtshof Arnhem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak van opzetheling en schuldheling in hoger beroep

In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem op 4 februari 2010 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de kinderrechter in de rechtbank Zwolle-Lelystad. De verdachte was in eerste aanleg veroordeeld voor opzetheling en schuldheling, maar het hof heeft de verdachte vrijgesproken van deze beschuldigingen. Het hof oordeelde dat er onvoldoende bewijs was om te concluderen dat de verdachte het hem ten laste gelegde feit had begaan. De verklaringen van de verdachte werden als geloofwaardig beschouwd, en het hof achtte het niet uitgesloten dat de verdachte de fiets te goeder trouw van een derde had geleend.

De advocaat-generaal had gevorderd dat de verdachte zou worden veroordeeld tot een werkstraf van 20 uren, subsidiair 10 dagen jeugddetentie, en had ook een gedeeltelijke tenuitvoerlegging van een eerder opgelegde werkstraf gevorderd. Het hof heeft echter besloten het vonnis van de eerste aanleg te vernietigen en opnieuw recht te doen. De tenlastelegging, die betrekking had op de verwerving en het voorhanden hebben van een fiets die door misdrijf verkregen zou zijn, werd niet bewezen geacht.

Het hof heeft ook de vordering tot tenuitvoerlegging van de eerder opgelegde werkstraf afgewezen, omdat de verdachte niet schuldig was bevonden aan het ten laste gelegde feit. Dit arrest is gewezen door een meervoudige strafkamer van het hof, waarbij de voorzitter en de andere rechters buiten staat waren om het arrest mede te ondertekenen. De uitspraak benadrukt het belang van voldoende bewijs in strafzaken en de bescherming van de rechten van de verdachte.

Uitspraak

Parketnummer: 24-001001-09 en 07-420329-07 (tul)
Parketnummer eerste aanleg: 07-420031-09
Arrest van 4 februari 2010 van het gerechtshof te Arnhem, nevenzittingsplaats Leeuwarden, meervoudige strafkamer, op het hoger beroep tegen het vonnis van de kinderrechter in de rechtbank Zwolle-Lelystad van 9 april 2009 in de strafzaak tegen:
[verdachte],
geboren op [1993] te [geboorteplaats],
wonende te [woonplaats], [adres],
verschenen in persoon, bijgestaan door zijn raadsman mr. R.H. Broeksema, advocaat te Zwolle.
Gebruik van het rechtsmiddel
De verdachte is op de voorgeschreven wijze en tijdig in hoger beroep gekomen.
Het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep, alsmede het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
De vordering van de advocaat-generaal
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het hof verdachte zal veroordelen ter zake het subsidiair ten laste gelegde tot een werkstraf voor de duur van 20 uren, subsidiair 10 dagen jeugddetentie. Tevens heeft de advocaat-generaal gedeeltelijke tenuitvoerlegging gevorderd van de in de zaak met parketnummer 07/420392-07 voorwaardelijk opgelegde werkstraf.
De beslissing op het hoger beroep
Het hof zal het vonnis vernietigen en opnieuw recht doen.
Tenlastelegging
Aan de verdachte is ten laste gelegd, dat:
hij in of omstreeks de periode van 1 december 2008 tot en met 13 januari 2009 in de gemeente [gemeente], in elk geval in Nederland, een (heren)fiets (merk: Batavus, type: Torino, framenummer: [nummer]) heeft verworven, voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen, terwijl hij ten tijde van het verwerven of het voorhanden krijgen van die fiets wist dat het (een) door misdrijf verkregen goed(eren) betrof;
althans, indien het vorenstaande onder 1 niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij in of omstreeks de periode van 1 december 2008 tot en met 13 januari 2009 in de gemeente [gemeente], in elk geval in Nederland, een (heren)fiets (merk: Batavus, type: Torino, framenummer: [nummer]) heeft verworven, voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen, terwijl hij ten tijde van het verwerven of het voorhanden krijgen van die fiets redelijkerwijs had moeten vermoeden dat het (een) door misdrijf verkregen goed(eren) betrof.
Vrijspraak
Het hof heeft op grond van de inhoud van het dossier en het verhandelde ter terechtzitting niet de overtuiging verkregen dat verdachte het hem primair of subsidiair ten laste gelegde heeft begaan.
Het hof ziet geen redenen de verklaringen van verdachte minder geloofwaardig te achten dan de verklaring van [betrokkene]. Niet uitgesloten is dat verdachte de betreffende fiets te goeder trouw van [betrokkene] heeft geleend. Het hof zal verdachte derhalve vrij spreken van het hem primair en subsidiair ten laste gelegde.
Tenuitvoerlegging
Bij vonnis van de kinderrechter in het arrondissement Zwolle-Lelystad d.d. 3 maart 2008, is veroordeelde veroordeeld tot een werkstraf voor de duur van 50 uren, subsidiair 25 dagen jeugddetentie, met een proeftijd van 2 jaren. Blijkens het onderzoek ter zitting van het hof is voormeld vonnis onherroepelijk geworden op 18 maart 2008. De proeftijd is ingegaan op 18 maart 2008.
De officier van justitie heeft gevorderd dat last zal worden gegeven tot gedeeltelijke tenuitvoerlegging van voormelde werkstraf om reden, dat veroordeelde zich voor het einde van de proeftijd heeft schuldig gemaakt aan het ten laste gelegde feit.
Nu veroordeelde ter zake van het ten laste gelegde feit niet zal worden veroordeeld, zal het hof voormelde vordering van de officier van justitie afwijzen.
De uitspraak
HET HOF,
RECHT DOENDE OP HET HOGER BEROEP:
vernietigt het vonnis, waarvan beroep, en opnieuw recht doende:
verklaart het verdachte primair en subsidiair ten laste gelegde niet bewezen en spreekt hem daarvan vrij;
wijst af de vordering tot tenuitvoerlegging van de werkstraf de veroordeelde voorwaardelijk opgelegd bij vonnis van de kinderrechter in het arrondissement Zwolle-Lelystad van 3 maart 2008.
Dit arrest is aldus gewezen door mr. P.J.M. van den Bergh, voorzitter, mr. E. Pennink en mr. H. Kalsbeek, in tegenwoordigheid van H. Pool als griffier, zijnde mr. Pennink en mr. Kalsbeek, beiden voornoemd, buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.