ECLI:NL:GHARN:2010:BL0966
Gerechtshof Arnhem
- Hoger beroep
- A.J.H. van Suilen
- J. Lamens
- J. van de Merwe
- Rechtspraak.nl
Waarde onroerende zaak en opstalrecht in het kader van de Wet WOZ
In deze zaak gaat het om de waardebepaling van een onroerende zaak, een bedrijfswoning met opstalrecht, in het kader van de Wet waardering onroerende zaken (Wet WOZ). De Ambtenaar had de waarde van de woning aan de a-straat 1 te Z vastgesteld op € 532.000, welke waarde na bezwaar werd verlaagd tot € 473.000. De belanghebbende, eigenaar van de woning, ging in beroep tegen deze waardebepaling, maar de rechtbank Almelo verklaarde het beroep ongegrond. Hierop stelde de belanghebbende hoger beroep in bij het Gerechtshof Arnhem.
Tijdens de zitting op 16 december 2009 werd het onderzoek gesloten. De belanghebbende betoogde dat bij de waardebepaling ten onrechte rekening was gehouden met de waarde van de grond, aangezien hij slechts de opstaller was. De Ambtenaar verdedigde de vastgestelde waarde van € 473.000 en verwees naar een taxatierapport dat deze waarde onderbouwde. Het Hof oordeelde dat de woning en de grond als één onroerende zaak moesten worden beschouwd voor de toepassing van de Wet WOZ, omdat de belanghebbende zowel de woning als de grond in gebruik had.
Het Hof concludeerde dat de Ambtenaar voldoende rekening had gehouden met de bestemming van de woning als bedrijfswoning en dat de referentieobjecten die gebruikt waren voor de waardebepaling vergelijkbaar waren. Het hoger beroep van de belanghebbende werd ongegrond verklaard, en de uitspraak van de rechtbank werd bevestigd. De beslissing werd openbaar uitgesproken op 19 januari 2010.