1. Ontstaan en loop van het geding
1.1. Bij een op grond van de Wet waardering onroerende zaken (hierna: Wet WOZ) genomen beschikking van 28 februari 2007 is de waarde van de onroerende zaak plaatselijk bekend a-straat 1 te Z (hierna: het object) naar de waardepeildatum 1 januari 2005 voor het tijdvak 1 januari 2007 tot en met 31 december 2007 op de voet van artikel 22 van de Wet WOZ vastgesteld op € 502.000 (hierna: de beschikking).
1.2. Bij uitspraak van 6 juni 2007 heeft de Ambtenaar de bezwaren van belanghebbende tegen de beschikking ongegrond verklaard en de beschikking gehandhaafd.
1.3. Belanghebbende is tegen die uitspraak in beroep gekomen bij de rechtbank Zwolle-Lelystad (hierna: de Rechtbank). De Rechtbank heeft bij haar uitspraak het beroep van belanghebbende ge-grond verklaard, de uitspraak op bezwaar vernietigd en de waarde van het object verminderd tot € 447.000.
1.4. De Ambtenaar heeft tegen de uitspraak van de Rechtbank hoger beroep ingesteld. Belangheb-bende heeft het hoger beroep van de Ambtenaar beantwoord.
1.5. Tot de stukken van het geding behoren het hoger beroepschrift van de Ambtenaar en het ver-weerschrift in hoger beroep van belanghebbende, alsmede het dossier van de procedure bij de Recht-bank.
1.6. Bij het onderzoek ter zitting op 22 september 2009 te Arnhem zijn gehoord belanghebbende, alsmede de gemachtigde van de Ambtenaar, bijgestaan door een gediplomeerd WOZ-taxateur.
1.7. Van het verhandelde ter zitting is een proces-verbaal opgemaakt dat aan deze uitspraak is gehecht.
1.8. De notities van het pleidooi dat de gemachtigde van de Ambtenaar ter zitting heeft gehouden worden als hier herhaald en ingelast beschouwd. Belanghebbende heeft geen bezwaar gemaakt tegen het tot de stukken rekenen van de bijlage bij de pleitnota van de Ambtenaar.
2. Vaststaande feiten
2.1. Het object is een landelijk gelegen vrijstaand woonhuis met een inhoud van 580 m³. Er is een berging/schuur met een inhoud van ongeveer 435 m². Bouwjaar van de opstallen is 1999. Het perceel heeft een oppervlak van 29.736 m² en bestaat deels uit grasland.
2.2. Het object, waarvan belanghebbende eigenaar is, dient hem tot woning. Belanghebbende heeft het object op 2 januari 2004 aangekocht voor € 511.000.
2.3. In november 2002 heeft de gemeente Hardenberg een persbericht naar buiten gebracht inzake de mogelijke aanleg van een windmolenpark. Tussen de woning van belanghebbende en de grens van het potentiële plaatsingsgebied is de afstand 850 meter. Tussen het perceel van be-langhebbende en de grens van het potentiële plaatsingsgebied is de afstand 450 meter. Er bestaat voor de gemeente geen wettelijke verplichting tot de aanleg van een windmolenpark.
2.4. De Ambtenaar baseert zich voor de vastgestelde waarde op een taxatierapport van 15 okto-ber 2007 van een gediplomeerd taxateur in dienst van de gemeente Hardenberg (hierna: het rap-port). In dat rapport heeft de taxateur de waarde van het object gesteld op € 502.000.
In het rapport zijn als vergelijkingsobjecten vermeld de objecten b-straat 1 te Q, c-straat 1 te Z te en d-straat 1 te R. Bij het hoger beroepschrift heeft de Ambtenaar een overzicht overgelegd van in de periode januari 2004 tot en met juni 2008 gerealiseerde verkoopprijzen van – niet met het object van belanghebbende vergelijkbare – objecten die eveneens dicht bij het mogelijke plaat-singsgebied van windmolens liggen.