ECLI:NL:GHARN:2009:BK2818

Gerechtshof Arnhem

Datum uitspraak
30 oktober 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
000515-09
Instantie
Gerechtshof Arnhem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bevestiging van niet-ontvankelijkheid in verzoek om schadevergoeding na sepot

In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem op 30 oktober 2009 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een beschikking van de rechtbank Zwolle-Lelystad. De rechtbank had de verzoeker niet-ontvankelijk verklaard in zijn verzoek om schadevergoeding in verband met de tijd die hij in verzekering heeft doorgebracht. Het verzoekschrift was ingediend op 6 mei 2008, terwijl de strafzaak tegen verzoeker op 10 januari 2007 was geseponeerd. Dit betekent dat het verzoekschrift niet binnen de vereiste termijn van drie maanden na beëindiging van de zaak was ingediend. De advocaat van verzoeker had pas op 21 april 2008 kennisgenomen van de sepotbeslissing, maar het hof oordeelde dat dit niet afdoet aan de termijnoverschrijding. De verzoeker had in zijn verzoekschrift, gedateerd 23 april 2008, om vergoeding van schade en kosten gevraagd, maar het hof bevestigde de beslissing van de rechtbank dat hij niet-ontvankelijk was in zijn verzoek. De behandeling vond plaats in openbare raadkamer op 16 oktober 2009, waarbij het hof de relevante stukken heeft bekeken. De beslissing van het hof was dat de rechtbank op juiste gronden had geoordeeld, en daarom werd de beschikking bevestigd.

Uitspraak

GERECHTSHOF TE ARNHEM
nevenzittingsplaats LEEUWARDEN
Rekestnummers: 0515-09 en 0516-09
Rekestnummers eerste aanleg: 08/555 en 08/556
Beschikking d.d. 30 oktober 2009 van de meervoudige raadkamer van het gerechtshof te Arnhem, nevenzittingsplaats Leeuwarden, op het hoger beroep tegen een beschikking ex artikel 89 en artikel 591a van het Wetboek van Strafvordering d.d. 16 juli 2009 van de rechtbank Zwolle-Lelystad, zitting houdende te Lelystad, op het verzoek van:
[verzoeker],
geboren op [1967] te [geboorteplaats],
wonende te [woonplaats], [adres],
niet verschenen.
De beschikking waarvan beroep.
De rechtbank heeft bij voormelde beschikking verzoeker niet-ontvankelijk verklaard in zijn verzoek.
Het verzoek
Verzoeker verlangt in zijn verzoekschrift van 23 april 2008 vergoeding van schade in verband met de tijd die hij in verzekering heeft doorgebracht, alsmede vergoeding van de kosten van het indienen van dit verzoekschrift, zoals door hem in zijn verzoekschrift is aangegeven.
Aanwending van het rechtsmiddel.
Verzoeker is blijkens akte d.d. 23 juli 2008 op de voorgeschreven wijze en tijdig van voormelde beschikking in hoger beroep gekomen.
De behandeling in raadkamer
Het hof heeft in openbare raadkamer van 16 oktober 2009 gezien de stukken, waaronder het verzoekschrift en de op de strafzaak betrekking hebbende stukken.
Het hof heeft gehoord de advocaat-generaal.
De beoordeling van het hoger beroep.
Uit het dossier blijkt dat de strafzaak tegen verzoeker is geseponeerd en dat hem daarvan op
10 januari 2007 schriftelijk mededeling is gedaan.
Voormeld verzoekschrift is op 6 mei 2008 ter griffie van de rechtbank Lelystad ontvangen.
Het verzoekschrift is derhalve niet binnen drie maanden na beëindiging van de zaak ingediend.
Dat de advocaat van verzoeker eerst door de brief d.d. 21 april 2008 van de parketsecretaris van het arrondissementsparket Zwolle-Lelystad op de hoogte is geraakt van de sepotbeslissing, doet aan het voorgaande niet af.
Het hiervoor overwogene brengt mee dat de rechtbank op de juiste gronden heeft geoordeeld en beslist, zodat de beschikking waarvan beroep zal worden bevestigd.
Beslissing:
Het hof:
bevestigt de beschikking, waarvan beroep.
Aldus gewezen door mrs. P.W.J. Sekeris, als voorzitter, H.M. Poelman en
W.M. van Schuijlenburg, in tegenwoordigheid van mr. M.J. Zomer als griffier,
en ondertekend door de voorzitter en de griffier voornoemd.