ECLI:NL:GHARN:2009:BK2818
Gerechtshof Arnhem
- Hoger beroep
- P.W.J. Sekeris
- H.M. Poelman
- W.M. van Schuijlenburg
- Rechtspraak.nl
Bevestiging van niet-ontvankelijkheid in verzoek om schadevergoeding na sepot
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem op 30 oktober 2009 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een beschikking van de rechtbank Zwolle-Lelystad. De rechtbank had de verzoeker niet-ontvankelijk verklaard in zijn verzoek om schadevergoeding in verband met de tijd die hij in verzekering heeft doorgebracht. Het verzoekschrift was ingediend op 6 mei 2008, terwijl de strafzaak tegen verzoeker op 10 januari 2007 was geseponeerd. Dit betekent dat het verzoekschrift niet binnen de vereiste termijn van drie maanden na beëindiging van de zaak was ingediend. De advocaat van verzoeker had pas op 21 april 2008 kennisgenomen van de sepotbeslissing, maar het hof oordeelde dat dit niet afdoet aan de termijnoverschrijding. De verzoeker had in zijn verzoekschrift, gedateerd 23 april 2008, om vergoeding van schade en kosten gevraagd, maar het hof bevestigde de beslissing van de rechtbank dat hij niet-ontvankelijk was in zijn verzoek. De behandeling vond plaats in openbare raadkamer op 16 oktober 2009, waarbij het hof de relevante stukken heeft bekeken. De beslissing van het hof was dat de rechtbank op juiste gronden had geoordeeld, en daarom werd de beschikking bevestigd.