ECLI:NL:GHARN:2009:BJ9965

Gerechtshof Arnhem

Datum uitspraak
12 oktober 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
24-001661-08
Instantie
Gerechtshof Arnhem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor rijden zonder geldig rijbewijs na eerdere veroordeling

In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem op 12 oktober 2009 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Zwolle-Lelystad. De verdachte, geboren in 1965, werd beschuldigd van het besturen van een motorrijtuig terwijl hij wist dat zijn rijbewijs ongeldig was verklaard. Dit feit vond plaats op 3 december 2007 in de gemeente [gemeente]. De verdachte had eerder al een werkstraf opgelegd gekregen voor een soortgelijk delict, wat meegewogen werd in de strafmaat. De advocaat-generaal had gevorderd dat het hof de verdachte zou veroordelen tot een gevangenisstraf van drie weken. Het hof heeft het vonnis van de eerste aanleg vernietigd en opnieuw recht gedaan. Het hof achtte bewezen dat de verdachte op de genoemde datum een personenauto bestuurde zonder geldig rijbewijs en oordeelde dat hij strafbaar was. Bij de strafmotivering heeft het hof rekening gehouden met de ernst van het feit en de recidive van de verdachte. Uiteindelijk werd de verdachte veroordeeld tot een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van twee weken, wat lager was dan de eis van de advocaat-generaal, omdat het de eerste keer was dat hij voor dit soort feit onvoorwaardelijk werd veroordeeld. Het hof heeft de toepassing van relevante wetsartikelen, zoals artikel 63 van het Wetboek van Strafrecht en artikelen 9 en 176 van de Wegenverkeerswet 1994, in acht genomen.

Uitspraak

Parketnummer: 24-001661-08
Parketnummer eerste aanleg: 07-490040-08
Arrest van 12 oktober 2009 van het gerechtshof te Arnhem, nevenzittingsplaats Leeuwarden, meervoudige strafkamer, op het hoger beroep tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Zwolle-Lelystad van 19 juni 2008 in de strafzaak tegen:
[verdachte],
geboren op [1965] te [geboorteplaats],
wonende te [woonplaats], [adres],
verschenen in persoon, bijgestaan door zijn raadsman mr. P.L.E.M. Krauth, advocaat te Zwolle.
Het vonnis waarvan beroep
De politierechter in de rechtbank Zwolle-Lelystad heeft de verdachte bij het vonnis wegens een misdrijf veroordeeld tot een straf, zoals in dat vonnis omschreven.
Gebruik van het rechtsmiddel
De verdachte is op de voorgeschreven wijze en tijdig in hoger beroep gekomen.
Het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep, alsmede het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
De vordering van de advocaat-generaal
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het hof verdachte zal veroordelen tot een gevangenisstraf voor de duur van drie weken.
De beslissing op het hoger beroep
Het hof zal het vonnis vernietigen en opnieuw recht doen.
Tenlastelegging
Aan de verdachte is ten laste gelegd, dat:
hij op of omstreeks 03 december 2007 in de gemeente [gemeente] terwijl hij wist of redelijkerwijs moest weten dat een op zijn naam gesteld rijbewijs voor een of meer categorieën van motorrijtuigen, te weten alle categorieën, ongeldig was verklaard en aan hem daarna geen ander rijbewijs voor het besturen van een motorrijtuig van de betrokken categorie of categorieën was afgegeven, op de weg, de [straatnaam], als bestuurder een motorrijtuig, (personenauto), van die categorie of categorieën heeft bestuurd.
Bewezenverklaring
Het hof acht bewezen dat:
hij op 3 december 2007 in de gemeente [gemeente] terwijl hij wist dat een op zijn naam gesteld rijbewijs voor alle categorieën, ongeldig was verklaard en aan hem daarna geen ander rijbewijs voor het besturen van een motorrijtuig van de betrokken categorie of categorieën was afgegeven, op de weg, de [straatnaam], als bestuurder een motorrijtuig, (personenauto), van die categorieën heeft bestuurd.
Het hof acht niet bewezen hetgeen aan verdachte als voormeld meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen.
Kwalificatie
Het bewezen verklaarde levert op het misdrijf:
overtreding van artikel 9, tweede lid, van de Wegenverkeerswet 1994.
Strafbaarheid
Het hof acht verdachte strafbaar. Strafuitsluitingsgronden worden niet aanwezig geacht.
Strafmotivering
Het hof heeft bij de bepaling van de op te leggen straffen gelet op de aard en de ernst van het feit, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van de verdachte. Het hof heeft in het bijzonder het navolgende in aanmerking genomen.
Verdachte heeft op 3 december 2007 een personenauto bestuurd terwijl hij wist dat zijn rijbewijs ongeldig was verklaard. Hij heeft daarmee een tegen hem genomen administratieve maatregel, die is bedoeld om de verkeersveiligheid te beschermen, genegeerd.
Het hof heeft gelet op het verdachte betreffend Uittreksel uit de Justitiële Documentatie d.d. 12 juni 2009 waaruit blijkt dat verdachte - onder meer - enkele maanden voor het onderhavige feit ter zake van een soortgelijk feit is veroordeeld.
Gelet op het voorgaande, in onderling verband en samenhang bezien, is het hof van oordeel dat de in eerste aanleg opgelegde gevangenisstraf passend en geboden is. Voor oplegging van een werkstraf, zoals door verdachte bepleit, is naar het oordeel van het hof geen ruimte, nu hij bij het hiervoor bedoelde vonnis van de politierechter in de rechtbank Zwolle-Lelystad van 1 juni 2007 was veroordeeld tot een werkstraf, en hij desondanks enkele maanden later recidiveert.
Het hof legt een lagere straf op dan door de advocaat-generaal is geëist omdat het voor verdachte de eerste keer is dat hij wegens een feit als het onderhavige tot een onvoorwaardelijke gevangenisstraf wordt veroordeeld.
Toepassing van wetsartikelen
Het hof heeft gelet op artikel 63 van het Wetboek van Strafrecht en de artikelen 9 en 176 van de Wegenverkeerswet 1994, zoals deze artikelen golden ten tijde van het bewezen verklaarde.
De uitspraak
HET HOF,
RECHT DOENDE OP HET HOGER BEROEP:
vernietigt het vonnis, waarvan beroep, en opnieuw recht doende:
verklaart het verdachte ten laste gelegde bewezen en kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart dit feit en verdachte strafbaar;
verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte als voormeld meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen en spreekt verdachte daarvan vrij;
veroordeelt verdachte [verdachte] tot gevangenisstraf voor de duur van twee weken.
Dit arrest is aldus gewezen door mr. K. Lahuis, voorzitter, mr. J.J. Beswerda en mr. G. Dam, in tegenwoordigheid van mr. A. Meester als griffier.