ECLI:NL:GHARN:2009:BJ9392
Gerechtshof Arnhem
Veroordeling wegens overtredingen van de Wegenverkeerswet 1994 met alcoholgebruik en ontzegging rijbevoegdheid
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem op 6 oktober 2009 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Zwolle-Lelystad. De verdachte, geboren in 1959 en woonachtig in [woonplaats], was niet ter terechtzitting verschenen, maar werd vertegenwoordigd door zijn raadsvrouw, mr. J.H. Rump. De verdachte was eerder veroordeeld voor misdrijven en had een strafblad dat blijk gaf van recidive. De politierechter had de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf, maar de verdachte ging in hoger beroep.
De tenlastelegging omvatte drie overtredingen van de Wegenverkeerswet 1994, waaronder het rijden onder invloed van alcohol en het rijden terwijl de rijbevoegdheid was ontzegd. Het hof oordeelde dat de verdachte op 24 juli 2007 een voertuig bestuurde met een alcoholgehalte van 755 microgram per liter uitgeademde lucht, wat aanzienlijk boven de toegestane limiet ligt. Daarnaast had hij op twee verschillende data gereden terwijl hem de bevoegdheid tot het besturen van motorrijtuigen was ontzegd.
Het hof vernietigde het eerdere vonnis en oordeelde dat de verdachte strafbaar was voor de bewezenverklaarde feiten. De strafmotivering was gebaseerd op de ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder deze waren begaan, en de recidive van de verdachte. Het hof legde een gevangenisstraf van drie maanden op, waarbij het de eerdere ontzeggingen van de rijbevoegdheid in aanmerking nam. De uitspraak benadrukte de noodzaak van een stevige bestraffing gezien de herhaalde overtredingen van de verdachte en het gevaar dat hij voor de verkeersveiligheid vormde.