ECLI:NL:GHARN:2009:BJ8860

Gerechtshof Arnhem

Datum uitspraak
29 september 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
24-00634-09
Instantie
Gerechtshof Arnhem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep tegen veroordeling voor mishandeling met voorwaardelijke gevangenisstraf en geldboete

In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem op 29 september 2009 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een veroordeling van de politierechter in de rechtbank Zwolle-Lelystad. De verdachte, geboren in 1977 en woonachtig in [woonplaats], was eerder veroordeeld voor mishandeling. De politierechter had een gevangenisstraf van twee weken voorwaardelijk opgelegd, met een proeftijd van twee jaar, en een geldboete van € 200,00, subsidiair vier dagen hechtenis. De verdachte heeft tijdig hoger beroep aangetekend.

Tijdens de zitting in hoger beroep heeft het hof verstek verleend tegen de niet verschenen verdachte. De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het hof de verdachte schuldig zou verklaren en dezelfde straffen zou opleggen als de politierechter. Het hof heeft het vonnis van de politierechter vernietigd en opnieuw recht gedaan. Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte op 13 augustus 2006 opzettelijk een medewerker van [horecagelegenheid] in het gezicht heeft geslagen, wat heeft geleid tot letsel en pijn bij het slachtoffer.

Het hof heeft de verdachte strafbaar geacht en geen strafuitsluitingsgronden aanwezig geacht. Bij de strafmotivering heeft het hof rekening gehouden met de aard en ernst van het feit, de omstandigheden waaronder het feit is begaan, en de persoon van de verdachte. Het hof heeft de eerder opgelegde straffen als passend beoordeeld en heeft de verdachte veroordeeld tot een voorwaardelijke gevangenisstraf van twee weken, met een proeftijd van twee jaar, en een geldboete van € 200,00, subsidiair vier dagen hechtenis. Dit arrest is ondertekend door de voorzitter en de andere rechters, met inachtneming van de procedurele aspecten van het hoger beroep.

Uitspraak

Parketnummer: 24-000634-09
Parketnummer eerste aanleg: 07-601072-06
Arrest van 29 september 2009 van het gerechtshof te Arnhem, nevenzittingsplaats Leeuwarden, meervoudige strafkamer, op het hoger beroep tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Zwolle-Lelystad van 3 april 2007 in de strafzaak tegen:
[verdachte],
geboren op [1977] te [geboorteplaats],
wonende te [woonplaats], [adres],
niet ter terechtzitting verschenen.
Het vonnis waarvan beroep
De politierechter in de rechtbank Zwolle-Lelystad heeft de verdachte bij het vonnis wegens een misdrijf veroordeeld tot straffen, zoals in dat vonnis omschreven.
Gebruik van het rechtsmiddel
De verdachte is op de voorgeschreven wijze en tijdig in hoger beroep gekomen.
Het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep
Het hof heeft verstek verleend tegen de niet verschenen verdachte.
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep, alsmede het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
De vordering van de advocaat-generaal
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het hof het aan verdachte ten laste gelegde bewezen zal verklaren en hem ter zake zal veroordelen tot een gevangenisstraf voor de duur van twee weken voorwaardelijk, met een proeftijd voor de duur van 2 jaren, alsmede een geldboete van € 200,00, subsidiair 4 dagen hechtenis.
De beslissing op het hoger beroep
Het hof zal het vonnis vernietigen en opnieuw recht doen.
Tenlastelegging
Aan de verdachte is ten laste gelegd, dat:
hij op of omstreeks 13 augustus 2006 in de gemeente [gemeente] opzettelijk mishandelend een persoon (te weten [slachtoffer]), in/tegen het gezicht/hoofd heeft gestompt/geslagen/gekrabt, waardoor deze letsel heeft bekomen en/of pijn heeft ondervonden.
Bewezenverklaring
Het hof acht bewezen dat:
hij op 13 augustus 2006 in de gemeente [gemeente] opzettelijk mishandelend een persoon, te weten [slachtoffer], in het gezicht heeft geslagen waardoor deze pijn heeft ondervonden.
Het hof acht niet bewezen hetgeen aan verdachte als voormeld meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen.
Kwalificatie
Het bewezen verklaarde levert op het misdrijf:
mishandeling.
Strafbaarheid
Het hof acht verdachte strafbaar. Strafuitsluitingsgronden worden niet aanwezig geacht.
Strafmotivering
Het hof heeft in hoger beroep de op te leggen straf bepaald op grond van de aard en ernst van het feit, de omstandigheden waaronder dit feit is begaan en de persoon van verdachte. Daarbij heeft het hof het volgende in het bijzonder in aanmerking genomen.
Verdachte heeft op 13 augustus 2006 een medewerker van [horecagelegenheid] te [plaats] mishandeld, nadat een woordenwisseling had plaatsgevonden tussen de verdachte en die medewerker over het gebruik van een net door die medewerker schoongemaakt toilet. Verdachte die zich eerst na die woordenwisseling liet verwijderen uit de bar, is kort daarna teruggekomen en heeft die medewerker - die nog bezig was met schoonmaakwerkzaamheden - in het gezicht geslagen. Door zo te handelen heeft verdachte de lichamelijke integriteit van het slachtoffer geschonden.
Bij bepaling van de straf houdt het hof er rekening mee dat verdachte blijkens een Uittreksel Justitiële Documentatie d.d. 5 juni 2009 in het recente verleden niet wegens soortgelijke feiten is veroordeeld.
De door de advocaat-generaal gevorderde en door de politierechter opgelegde straf, te weten een geldboete en een voorwaardelijke gevangenisstraf, acht het hof gelet op het voorgaande een passende sanctie.
Toepassing van wetsartikelen
Het hof heeft gelet op de artikelen 14a, 14b, 14c, 23, 24, 24c, 63 en 300 van het Wetboek van Strafrecht, zoals deze artikelen golden ten tijde van het bewezenverklaarde.
De uitspraak
HET HOF,
RECHT DOENDE OP HET HOGER BEROEP bij verstek:
vernietigt het vonnis, waarvan beroep, en opnieuw recht doende:
verklaart het verdachte ten laste gelegde bewezen en kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart dit feit en verdachte strafbaar;
verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte als voormeld meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen en spreekt verdachte daarvan vrij;
veroordeelt verdachte [verdachte] tot gevangenisstraf voor de duur van twee weken;
beveelt, dat de gevangenisstraf niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten op grond, dat de veroordeelde zich voor het einde van een proeftijd van twee jaren aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt;
beveelt dat de tijd door de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering doorgebracht, bij de eventuele uitvoering van de voorwaardelijk opgelegde gevangenisstraf geheel in mindering wordt gebracht;
veroordeelt verdachte tevens tot een geldboete van tweehonderd euro;
beveelt dat vervangende hechtenis voor de duur van vier dagen zal worden toegepast, indien noch volledige betaling noch volledig verhaal van het verschuldigde bedrag volgt.
Dit arrest is aldus gewezen door mr. J.J. Beswerda, voorzitter, mr. G.M. Meijer-Campfens en mr. M. Koers-van der Linden, in tegenwoordigheid van H. Pool als griffier, zijnde mr. Koers-van der Linden voornoemd buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.