ECLI:NL:GHARN:2009:BJ8721

Gerechtshof Arnhem

Datum uitspraak
28 september 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
24-002600-08
Instantie
Gerechtshof Arnhem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor gekwalificeerde diefstallen en opzetheling met bijzondere voorwaarden

In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem op 28 september 2009 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Zwolle-Lelystad. De verdachte is veroordeeld voor het plegen van twee gekwalificeerde diefstallen en opzetheling. De feiten vonden plaats in juli 2008, waarbij de verdachte samen met anderen inbraken in een schoolgebouw en een woning, en daarbij verschillende goederen heeft gestolen, waaronder een beamer en televisieschermen. De verdachte had een strafblad en de rechtbank heeft bij de strafoplegging rekening gehouden met de ernst van de feiten en de omstandigheden waaronder deze zijn gepleegd. De advocaat-generaal had een gevangenisstraf van honderdvijftig dagen geëist, waarvan honderddrie dagen voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaren en de bijzondere voorwaarde van reclasseringscontact. Het hof heeft deze eis grotendeels overgenomen en de verdachte veroordeeld tot een deels voorwaardelijke gevangenisstraf en een onvoorwaardelijke werkstraf van honderdvijftig uren. De benadeelde partij is niet-ontvankelijk verklaard in haar vordering, omdat de schade niet rechtstreeks voortvloeide uit de bewezenverklaarde heling. Het hof heeft de verdachte ook de verplichting opgelegd om zich te houden aan de aanwijzingen van de reclassering.

Uitspraak

Parketnummer: 24-002600-08
Parketnummer eerste aanleg: 07-607252-08
Arrest van 28 september 2009 van het gerechtshof te Arnhem, nevenzittingsplaats Leeuwarden, meervoudige strafkamer, op het hoger beroep tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Zwolle-Lelystad van 10 oktober 2008 in de strafzaak tegen:
[verdachte],
geboren op [1982] te [geboorteplaats],
wonende te [woonplaats], [adres],
niet ter terechtzitting verschenen. Wel verschenen is de raadsvrouw van verdachte mr. D.G. Nagel, advocaat te Almere.
Het vonnis waarvan beroep
De politierechter in de rechtbank Zwolle-Lelystad heeft de verdachte bij het vonnis wegens misdrijven veroordeeld tot straffen en heeft voorts op de vordering van de benadeelde partij beslist, zoals in dat vonnis omschreven.
Gebruik van het rechtsmiddel
De verdachte is op de voorgeschreven wijze en tijdig in hoger beroep gekomen.
Het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep
De raadsvrouw van verdachte heeft verklaard uitdrukkelijk te zijn gemachtigd verdachte ter terechtzitting te verdedigen.
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep, alsmede het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
De vordering van de advocaat-generaal
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het hof verdachte wegens de feiten 1, 2 en 3 zal veroordelen tot een gevangenisstraf voor de duur van honderdvijftig dagen, waarvan honderddrie dagen voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaren en met als bijzondere voorwaarde reclasseringsbegeleiding, alsmede tot een werkstraf voor de duur van honderdvijftig uren, subsidiair vijfenzeventig dagen hechtenis. De advocaat-generaal heeft daarnaast toewijzing van de vordering van de benadeelde partij gevorderd tot een bedrag van honderdeen euro, alsmede van oplegging van de schadevergoedingsmaatregel tot dat bedrag, subsidiair twee dagen hechtenis.
De beslissing op het hoger beroep
Het hof zal het vonnis vernietigen en opnieuw recht doen.
Tenlastelegging
Aan de verdachte is ten laste gelegd, dat:
1:
hij op of omstreeks 13 juli 2008 te [plaats], gemeente [gemeente], tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit het schoolgebouw van [slachtoffer 1] (gelegen aan de [straat]) heeft weggenomen een beamer (merk Hitachi, type Edx32), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming;
2:
hij op of omstreeks 16 juli 2008 te [plaats], gemeente [gemeente], tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, om (ongeveer) 02:40 uur, in elk geval gedurende de voor de nachtrust bestemde tijd, in een woning gelegen aan de [adres], alwaar verdachte en/of zijn mededader(s) zich buiten weten of tegen de wil van de rechthebbende bevond(en), met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen
- een televisiescherm (merk JVC) met bijbehorende afstandsbediening en/of
- een televisiescherm (merk Panasonic) met bijbehorende afstandsbediening en/of
- twee afstandsbedieningen (merk Samsung) en/of
- een laptop (merk Dell Inspirion) en/of
- een computerbeeldscherm (merk BenQ, type FP557) en/of
- twee horloges (merk Dolce & Gabanna, kleuren zwart en wit) en/of
- een zilveren halsketting (merk Esprit) en/of
- een gouden ring met briljantjes en/of
- een gouden armband en/of
- een goudkleurige halsketting met hanger met bijbehorende goudkleurige ring,
in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 3], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming;
3:
hij in of omstreeks de periode van 08 juli 2008 tot en met 23 juli 2008 te [plaats], gemeente [gemeente], in elk geval in Nederland, een fiets (merk Batavus, type Weekend, registratienummer [nummer]) heeft verworven, voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen, terwijl hij ten tijde van het verwerven of het voorhanden krijgen van voornoemde fiets wist dat het een door misdrijf verkregen goed betrof.
Bewezenverklaring
Het hof acht bewezen dat:
1:
hij op 13 juli 2008 te [plaats], gemeente [gemeente], tezamen en in vereniging met een ander met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in het schoolgebouw van [slachtoffer 1] (gelegen aan de [straat]) heeft weggenomen een beamer (merk Hitachi, type Edx32), toebehorende aan [slachtoffer 1], waarbij verdachte en zijn mededader het weg te nemen goed onder hun bereik hebben gebracht door middel van braak;
2:
hij omstreeks 16 juli 2008 te [plaats], gemeente [gemeente], tezamen en in vereniging met anderen, gedurende de voor de nachtrust bestemde tijd, in een woning gelegen aan de [adres], alwaar verdachte en zijn mededaders zich buiten weten of tegen de wil van de rechthebbende bevonden met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen
- een televisiescherm (merk JVC) met bijbehorende afstandsbediening en
- een televisiescherm (merk Panasonic) met bijbehorende afstandsbediening en
- twee afstandsbedieningen (merk Samsung) en
- een laptop (merk Dell Inspirion) en
- een computerbeeldscherm (merk BenQ, type FP557) en
- twee horloges (merk Dolce & Gabanna) en
- een zilveren halsketting (merk Esprit) en
- een gouden ring met briljantjes en
- een gouden armband en
- een goudkleurige halsketting met hanger met bijbehorende goudkleurige ring,
toebehorende aan [slachtoffer 3] en aan een ander of anderen dan aan verdachte en zijn mededaders, waarbij verdachte en zijn mededaders zich de toegang tot de plaats des misdrijfs hebben verschaft door middel van braak en inklimming;
3:
hij in de periode van 08 juli 2008 tot en met 23 juli 2008 te [plaats], gemeente [gemeente], een fiets (merk Batavus, type Weekend, registratienummer [nummer]) heeft verworven, terwijl hij ten tijde van het verwerven van voornoemde fiets wist dat het een door misdrijf verkregen goed betrof.
Het hof acht niet bewezen hetgeen aan verdachte als voormeld onder 1, 2 en 3 meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen.
Kwalificatie
Het bewezen verklaarde levert respectievelijk op de misdrijven:
feit 1.
diefstal, door twee of meer verenigde personen waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak;
feit 2.
diefstal gedurende de voor de nachtrust bestemde tijd in een woning, door iemand die zich aldaar buiten weten of tegen de wil van de rechthebbende bevindt, door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak en inklimming;
feit 3.
opzetheling.
Strafbaarheid
Het hof acht verdachte strafbaar. Strafuitsluitingsgronden worden niet aanwezig geacht.
Strafmotivering
Het hof heeft bij het bepalen van de op te leggen straf gelet op de aard en de ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder de feiten zijn begaan en de persoon van verdachte. Het hof heeft in het bijzonder gelet op het navolgende.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan twee gekwalificeerde diefstallen en aan opzetheling. Bij een van de feiten was verdachte initiatiefnemer, omdat hij wist dat de bewoners van de betreffende woning, de ouders van zijn vriendin, op vakantie waren. Door deze feiten is schade en hinder ontstaan voor de gedupeerden en is inbreuk gemaakt op hun eigendomsrechten.
Uit een verdachte betreffend uittreksel uit het Justitiële Documentatieregister d.d. 28 mei 2009 blijkt dat verdachte enkele malen eerder is veroordeeld ter zake van soortgelijke delicten.
Van de zijde van verdachte is aangevoerd dat aan hem geen onvoorwaardelijke gevangenisstraf en geen onvoorwaardelijke werkstraf moet worden opgelegd, omdat hij daardoor mogelijk zijn werk zal verliezen. Deze omstandigheid weegt naar het oordeel van het hof niet op tegen voormelde redenen om aan verdachte een deels onvoorwaardelijke gevangenisstraf en een werkstraf van na te melden duur op te leggen. Gevangenisstraf is geboden, gelet op de aard van de bewezen verklaarde feiten, bezien in samenhang met het strafrechtelijke verleden van verdachte.
Het hof is met de advocaat-generaal van oordeel dat, gelet op de persoon van verdachte zoals daarvan blijkt uit het voorlichtingsrapport van de afdeling Reclassering van het Leger des Heils d.d. 8 september 2008, aan het voorwaardelijk deel van de op te leggen gevangenisstraf de bijzondere voorwaarde moet worden gekoppeld dat verdachte zich zal stellen onder toezicht van de afdeling Reclassering van het Leger des Heils, unit Enschede, en zich zal gedragen naar de aanwijzingen van die instelling. De raadsvrouw van verdachte heeft ingestemd met die bijzondere voorwaarde.
Benadeelde partij
Uit het onderzoek ter terechtzitting van het hof is gebleken dat de benadeelde partij
[benadeelde] zich in het geding in eerste aanleg heeft gevoegd en dat haar vordering niet-ontvankelijk is verklaard. De benadeelde partij heeft zich binnen de grenzen van haar eerste vordering in het geding in hoger beroep opnieuw gevoegd. Derhalve duurt de voeging ter zake van haar in eerste aanleg gedane vordering tot schadevergoeding in het geding in hoger beroep voort.
Vast is komen te staan dat de schade die de benadeelde partij heeft geleden niet kan worden aangemerkt als schade die aan haar rechtstreeks is toegebracht door het onder 3 bewezen verklaarde feit. Gelet op het bepaalde in artikel 361, tweede lid, aanhef en onder b van het Wetboek van Strafvordering, dient de benadeelde partij daarom in haar vordering niet-ontvankelijk te worden verklaard.
Toepassing van wetsartikelen
Het hof heeft gelet op de artikelen 14a, 14b, 14c, 14d, 22c, 22d, 36f, 57, 63, 310, 311 en 416 van het Wetboek van Strafrecht, zoals deze artikelen golden ten tijde van het bewezen verklaarde.
De uitspraak
HET HOF,
RECHT DOENDE OP HET HOGER BEROEP:
vernietigt het vonnis, waarvan beroep, en opnieuw recht doende:
verklaart het verdachte onder 1, 2 en 3 ten laste gelegde bewezen en kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart deze feiten en verdachte strafbaar;
verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte als voormeld onder 1, 2 en 3 meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen en spreekt verdachte daarvan vrij;
veroordeelt verdachte [verdachte] tot gevangenisstraf voor de duur van honderdvijftig dagen;
beveelt, dat van de gevangenisstraf een gedeelte van honderddrie dagen, niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten op grond, dat de veroordeelde zich voor het einde van een proeftijd van twee jaren aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt, of de hierna te noemen bijzondere voorwaarde niet heeft nageleefd;
stelt als bijzondere voorwaarde:
dat de veroordeelde zich zal stellen onder toezicht van de afdeling Reclassering van het Leger des Heils en zich zal gedragen naar de aanwijzingen van die instelling;
draagt genoemde instelling op de veroordeelde bij de naleving van de voorwaarden hulp en steun te verlenen;
bepaalt dat dit toezicht door genoemde instelling reeds tijdens de proeftijd kan worden beëindigd;
veroordeelt verdachte tevens tot een taakstraf, bestaande uit een werkstraf, voor de duur van honderdvijftig uren, met bevel voor het geval dat de veroordeelde de werkstraf niet naar behoren verricht, dat vervangende hechtenis voor de duur van vijfenzeventig dagen zal worden toegepast;
beveelt dat de tijd door de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de uitvoering van het onvoorwaardelijk deel van de opgelegde gevangenisstraf geheel in mindering wordt gebracht;
verklaart de benadeelde partij niet-ontvankelijk in de vordering.
Dit arrest is aldus gewezen door mr. J. Hielkema, voorzitter, mr. H.J. Deuring en mr. E. Pennink, in tegenwoordigheid van mr. A. Meester als griffier, zijnde mr. E. Pennink voornoemd buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.