ECLI:NL:GHARN:2009:BJ8425
Gerechtshof Arnhem
Verzoek om schadevergoeding ex artikel 89 Sv na vrijspraak in strafzaak
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem op 23 september 2009 uitspraak gedaan in een verzoek ex artikel 89 van het Wetboek van Strafvordering. Verzoekster, die in een strafzaak was betrokken, vroeg om een schadevergoeding van € 9.810,- voor immateriële schade die zij had geleden door ondergane detentie. Het hof heeft vastgesteld dat verzoekster 68 dagen in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, waarvan 3 dagen in een politiecel en 65 dagen in een Huis van Bewaring. Op 1 februari 2007 is verzoekster vrijgesproken van alle tenlasteleggingen, en het arrest is onherroepelijk geworden op 15 februari 2007. De strafzaak eindigde zonder oplegging van straf of maatregel. Het hof heeft de omstandigheden van de zaak in overweging genomen en geoordeeld dat er gronden van billijkheid aanwezig zijn om verzoekster een schadevergoeding toe te kennen. De hoogte van de schadevergoeding is vastgesteld op basis van de gebruikelijke tarieven: € 95,- per dag voor de dagen in verzekering en € 70,- per dag voor de dagen in het Huis van Bewaring. Uiteindelijk heeft het hof verzoekster een schadevergoeding van € 4.835,- toegekend, en het meer of anders verzochte is afgewezen. De beslissing is genomen in aanwezigheid van de advocaat-generaal en de advocaat van verzoekster, en de griffier heeft de uitspraak genoteerd.