ECLI:NL:GHARN:2009:BJ8425

Gerechtshof Arnhem

Datum uitspraak
23 september 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
000191-07
Instantie
Gerechtshof Arnhem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek om schadevergoeding ex artikel 89 Sv na vrijspraak in strafzaak

In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem op 23 september 2009 uitspraak gedaan in een verzoek ex artikel 89 van het Wetboek van Strafvordering. Verzoekster, die in een strafzaak was betrokken, vroeg om een schadevergoeding van € 9.810,- voor immateriële schade die zij had geleden door ondergane detentie. Het hof heeft vastgesteld dat verzoekster 68 dagen in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, waarvan 3 dagen in een politiecel en 65 dagen in een Huis van Bewaring. Op 1 februari 2007 is verzoekster vrijgesproken van alle tenlasteleggingen, en het arrest is onherroepelijk geworden op 15 februari 2007. De strafzaak eindigde zonder oplegging van straf of maatregel. Het hof heeft de omstandigheden van de zaak in overweging genomen en geoordeeld dat er gronden van billijkheid aanwezig zijn om verzoekster een schadevergoeding toe te kennen. De hoogte van de schadevergoeding is vastgesteld op basis van de gebruikelijke tarieven: € 95,- per dag voor de dagen in verzekering en € 70,- per dag voor de dagen in het Huis van Bewaring. Uiteindelijk heeft het hof verzoekster een schadevergoeding van € 4.835,- toegekend, en het meer of anders verzochte is afgewezen. De beslissing is genomen in aanwezigheid van de advocaat-generaal en de advocaat van verzoekster, en de griffier heeft de uitspraak genoteerd.

Uitspraak

GERECHTSHOF TE ARNHEM
nevenzittingsplaats Leeuwarden
Raadkamernummer: 000191-07
Parketnummer hoger beroep: 24-000623-06
Parketnummer eerste aanleg: 07-440092-05 en 08-025142-04 (tul)
Beschikking d.d. 23 september 2009 van het gerechtshof te Leeuwarden, meervoudige raadkamer,
op het verzoek ex artikel 89 van het Wetboek van Strafvordering van
[verzoekster]
geboren op [1984] te [geboorteplaats],
wonende te [woonplaats], [adres],
verschenen in persoon, bijgestaan door mr. N.F. Hoogervorst, advocaat te Amsterdam.
1. Het verzoek
Verzoekster vraagt in het verzoekschrift op grond van artikel 89 van het Wetboek van Strafvordering om een vergoeding ten laste van de Staat voor de schade welke zij ten gevolge van ondergane detentie in een strafzaak heeft geleden ten bedrage van in totaal € 9.810,- aan immateriële schade, zoals nader in het verzoekschrift aangegeven.
2. Het hof heeft in openbare raadkamer van 10 september 2009 gezien de stukken, waaronder het verzoekschrift en de op de strafzaak betrekking hebbende stukken.
Het hof heeft voorts de advocaat-generaal, alsmede de advocaat van verzoekster en verzoekster gehoord.
3. De beoordeling van het verzoek op grond van artikel 89 van het Wetboek van Strafvordering
Uit het onderzoek in openbare raadkamer is - voor zover hier van belang - het hof het navolgende gebleken:
- tegen verzoekster is een strafzaak aanhangig geweest, behandeld in eerste aanleg onder parketnummers 07-440092-05 en 08-025142-04 (tul) door de meervoudige kamer in de rechtbank te Zwolle en vervolgens in hoger beroep onder parketnummer 24-000623-06 door dit hof op 18 januari 2007;
- verzoekster heeft 68 dagen in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, waarvan verzoekster 3 dagen (te weten van 23 april 2005 tot 26 april 2005) in een politiecel heeft verbleven en 65 dagen (te weten van 26 april 2005 tot en met 30 juni 2005) in een Huis van Bewaring;
- verzoekster is bij arrest van 1 februari 2007 vrijgesproken van de algehele tenlastelegging;
- voormeld arrest is onherroepelijk geworden op 15 februari 2007;
- de strafzaak tegen verzoekster is derhalve geëindigd zonder oplegging van straf of maatregel en zonder dat toepassing is gegeven aan artikel 9a van het Wetboek van Strafrecht;
- verzoekster heeft tengevolge van voormelde detentie schade geleden;
- verzoekster heeft het verzoek op de voorgeschreven wijze en tijdig ingediend.
Het hof is van oordeel, alle omstandigheden in aanmerking genomen, dat gronden van billijkheid aanwezig zijn om aan verzoekster ter zake van immateriële schade een schadevergoeding toe te kennen.
Door verzoekster is gesteld dat haar een vergoeding van twee maal de standaardvergoeding zou moeten worden uitgekeerd, daar haar psychische problemen door de door haar ondergane voorlopige hechtenis zouden zijn toegenomen.
Het hof acht op grond van het door verzoekster gestelde en ook anderszins geen termen aanwezig om de hoogte van de geleden schade te waarderen boven het gebruikelijk hiervoor gehanteerde tarief, te weten € 95,- per dag in verzekering op een politiebureau doorgebracht en € 70,- per dag in het huis van bewaring doorgebracht.
Gelet op het vorenstaande zal het hof aan verzoekster op grond van artikel 89 van het Wetboek van Strafvordering de volgende vergoeding ten laste van de Staat toekennen voor de schade, welke zij tengevolge van voormelde detentie in voormelde strafzaak heeft geleden:
- 3 dagen detentie op het politiebureau doorgebracht à € 95,- per dag € 285,-
-65 dagen ondergane detentie in een Huis van Bewaring à € 70,- per dag = € 4.550,- +
Totaal € 4.835,-
4. Beslissing
Ten aanzien van het verzoek op grond van artikel 89 van het Wetboek van Strafvordering:
- kent aan verzoekster [verzoekster] toe een vergoeding ten laste van de Staat ten bedrage van € 4.835,-
- wijst af het meer of anders verzochte.
Aldus gegeven door mrs. P. Koolschijn, voorzitter, G. Dam en W. Foppen, in tegenwoordigheid van mr. M. Zevenhuizen als griffier, en ondertekend door de voorzitter en de griffier.
Griffier Voorzitter
Beveelt de tenuitvoerlegging ten aanzien van dit bedrag door overmaking van dat bedrag op de derdenrekening van Moszkowicz Advocaten (Stichting beheer Derdengelden, postbus 15680) rekeningnummer [rekeningnummer]8 o.v.v. [verzoekster].
Voorzitter