ECLI:NL:GHARN:2009:BJ7128

Gerechtshof Arnhem

Datum uitspraak
25 augustus 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
08-00301
Instantie
Gerechtshof Arnhem
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Navorderingsaanslagen inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen over de jaren 1997 tot en met 2002

In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem op 25 augustus 2009 uitspraak gedaan in een geschil over navorderingsaanslagen inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen voor de jaren 1997 tot en met 2002. De zaak was eerder door de Hoge Raad verwezen naar het Gerechtshof na een cassatieberoep van belanghebbende. De Hoge Raad had in zijn arrest van 27 juni 2008, nr. 43.654, de eerdere uitspraak van het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch vernietigd, met uitzondering van de beslissing omtrent het griffierecht en de proceskosten. Het Hof heeft in deze procedure vastgesteld dat de Inspecteur geen nieuw feit had dat de navorderingsaanslagen kon rechtvaardigen. De late verwerking van gegevens door de FIOD werd door het Hof aangemerkt als een ambtelijk verzuim van de Inspecteur.

Het Gerechtshof heeft geoordeeld dat de navorderingsaanslagen over de jaren 1995 en 1996 reeds door het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch waren vernietigd, en dat de opgelegde verhogingen over de jaren 1995 tot en met 1997 tot nihil waren verminderd. Gezien het standpunt van de Inspecteur dat de verlengde navorderingstermijn niet van toepassing was, heeft het Hof geoordeeld dat het beroep van belanghebbende gegrond was. De navorderingsaanslagen over de jaren 1997 tot en met 2002 zijn vernietigd.

Daarnaast heeft het Hof de proceskosten van belanghebbende vastgesteld op € 528, waarbij de Staat is aangewezen als de rechtspersoon die deze kosten moet vergoeden. De uitspraak is openbaar gedaan en beide partijen hebben de mogelijkheid om binnen zes weken na de verzenddatum beroep in cassatie in te stellen bij de Hoge Raad der Nederlanden. De uitspraak bevatte ook instructies voor het indienen van een beroepschrift en de bijbehorende vereisten.

Uitspraak

Gerechtshof Arnhem
tweede meervoudige belastingkamer
nummer 08/00301
Proces-verbaal mondelinge uitspraak
belanghebbende : X
te : Z
verweerder : de Inspecteur van de Belastingdienst P
aangevallen beslissing : uitspraak op bezwaar
betreft : navorderingsaanslagen inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen over de jaren 1997 tot en met 2002
nummer :
mondelinge behandeling : op 25 augustus 2009 te Arnhem
waarbij verschenen : belanghebbende en zijn gemachtigde, alsmede de Inspecteur.
gronden:
1. Op het beroepschrift in cassatie van belanghebbende heeft de Hoge Raad bij arrest van 27 juni 2008, nr. 43.654, BNB 2008/238, de uitspraak van het gerechtshof te ’s-Hertogenbosch van 19 juli 2006, nr. 05/00079, behoudens de beslissing omtrent het griffierecht en de proceskosten, vernietigd en de zaak ter verdere behandeling en beslissing met inachtneming van het arrest, verwezen naar dit Hof.
2. De Inspecteur heeft zich ter zitting, gehoord het voorlopige oordeel van het Hof, alsnog neergelegd bij het standpunt van belanghebbende dat in het onderhavige geval de verlengde navorderingstermijn niet van toepassing is en hij, de Inspecteur, bovendien niet een zogenoemd nieuw feit heeft dat de navorderingsaanslagen rechtvaardigt omdat de late verwerking door de FIOD van de uit België afkomstige gegevens de Inspecteur als een ambtelijk verzuim moet worden aangerekend.
3. Het gerechtshof te ’s-Hertogenbosch had reeds de navorderingsaanslagen over 1995 en 1996 vernietigd alsmede de boetebeschikkingen, en – naar dit Hof begrijpt – de opgelegde verhogingen over 1995 tot en met 1997 verminderd tot nihil. Het vorenomschreven nadere standpunt van de Inspecteur betekent dat het beroep ook voor het overige gegrond is en de opgelegde navorderingsaanslagen over de jaren 1997 tot en met 2002 moeten worden vernietigd. Het Hof heeft aldus beslist en ter zitting de onderhavige uitspraak gedaan.
proceskosten:
Belanghebbendes proceskosten zijn in overeenstemming met het Besluit proceskosten bestuursrecht te berekenen op € 483 aan vergoeding van kosten van beroepsmatig verleende rechtsbijstand (conclusie na verwijzing en verschijnen ter zitting) en een bedrag voor reis- en verblijfkosten van belanghebbende die, nu belanghebbende dienaangaande geen andere of meer kosten heeft opgegeven, door het Hof in goede justitie worden vastgesteld op € 45.
beslissing:
Het Gerechtshof:
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt de uitspraken waarvan beroep;
- vernietigt de onderhavige navorderingsaanslagen inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen voor de jaren 1997 tot en met 2002, en
- veroordeelt de Inspecteur in de proceskosten van belanghebbende voor een bedrag van € 528 en wijst de Staat aan als de rechtspersoon die deze kosten moet vergoeden.
Aldus gedaan op 25 augustus 2009 door mr. J.P.M. Kooijmans, voorzitter, mr. J. Lamens en mr. M.C.M. de Kroon, raadsheren.
De beslissing is op dezelfde datum in het openbaar uitgesproken, in tegenwoordigheid van mr. A. Vellema als griffier.
Waarvan opgemaakt dit proces-verbaal.
De griffier, De voorzitter,
(A. Vellema) (J.P.M. Kooijmans)
Afschriften zijn aangetekend per post verzonden op
Tegen deze uitspraak kunnen beide partijen binnen zes weken na de verzenddatum beroep in cassatie instellen bij
de Hoge Raad der Nederlanden (belastingkamer),
Postbus 20303,
2500 EH Den Haag.
Daarbij moet het volgende in acht worden genomen:
1 - bij het beroepschrift wordt een afschrift van deze uitspraak overgelegd.
2 - het beroepschrift moet ondertekend zijn en ten minste het volgende vermelden:
a. de naam en het adres van de indiener;
b de dagtekening;
c. een omschrijving van de uitspraak waartegen het beroep in cassatie is gericht;
d. de gronden van het beroep in cassatie.
Tenzij de Hoge Raad anders bepaalt, zal het gerechtshof deze mondelinge uitspraak vervangen door een schriftelijke. In dat geval krijgt u de gelegenheid de gronden van het beroep in cassatie alsnog aan te voeren of aan te vullen.
Voor het instellen van beroep in cassatie is griffierecht verschuldigd. Na het instellen van beroep in cassatie ontvangt de indiener een nota griffierecht van de griffier van de Hoge Raad.
In het cassatieberoepschrift kan de Hoge Raad verzocht worden om de wederpartij te veroordelen in de proceskosten.