ECLI:NL:GHARN:2009:BJ4912
Gerechtshof Arnhem
- Hoger beroep
- A.J. Rietveld
- H.J. Deuring
- F.W.J. den Ottolander
- Rechtspraak.nl
Veroordeling wegens belaging met voorwaardelijke werkstraf
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem op 10 augustus 2009 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Zwolle-Lelystad. De verdachte was veroordeeld voor belaging, zoals strafbaar gesteld in artikel 285b van het Wetboek van Strafrecht. De verdachte had in de maanden oktober, november en december 2006 herhaaldelijk door de straat gereden waar de aangeefster, de moeder van zijn ex-vriendin, woonde. De verdachte stelde dat zijn gedrag niet strafbaar was zonder een straat- of omgevingsverbod, maar het hof oordeelde dat dit niet relevant was voor de strafrechtelijke veroordeling voor belaging. Het hof oordeelde dat de aangeefster het gedrag van de verdachte als een stelselmatige inbreuk op haar persoonlijke levenssfeer had ervaren, wat objectief kon worden vastgesteld, gezien de context van de gedragingen van de verdachte, waaronder het ongewenst benaderen van buurtbewoners en het bezorgen van bloemen.
Het hof achtte de verdachte strafbaar en oordeelde dat er geen strafuitsluitingsgronden aanwezig waren. De straf werd gemotiveerd op basis van de ernst van het feit, de omstandigheden waaronder het was begaan en de persoon van de verdachte. Ondanks eerdere veroordelingen voor grensoverschrijdend gedrag, besloot het hof om een voorwaardelijke werkstraf van veertig uren op te leggen, met een proeftijd van twee jaren. Dit arrest benadrukt het belang van het recht op privacy en de gevolgen van herhaaldelijk hinderlijk gedrag, zelfs als de dader dit als 'gepassioneerde liefde' beschouwt. Het hof vernietigde het eerdere vonnis en verklaarde het ten laste gelegde bewezen, met de kwalificatie van belaging.