Parketnummer: 21-005130-08
Uitspraak d.d.: 16 juli 2009
TEGENSPRAAK
Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken
gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Utrecht van 5 december 2008 in de strafzaak tegen
De verdachte heeft tegen het hiervoor genoemde vonnis hoger beroep ingesteld.
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van het hof van 2 juli 2009 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422 van het Wetboek van Strafvordering, het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal. Deze vordering is na voorlezing aan het hof overgelegd (zie voor de inhoud van de vordering bijlage I). Het hof heeft voorts kennis genomen van hetgeen door verdachte en zijn raadsman, mr. H.P. Verheyen, naar voren is gebracht.
Het vonnis waarvan beroep
Het hof zal het vonnis waarvan beroep om proceseconomische redenen vernietigen en daarom opnieuw rechtdoen.
Aan verdachte is tenlastegelegd dat:
(zie voor de inhoud van de dagvaarding bijlage II)
Indien in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
Overweging met betrekking tot het bewijs
De raadsman van verdachte heeft ter terechtzitting aangevoerd dat de fotoconfrontatie van slachtoffer 1 […] niet is verlopen conform het Besluit Toepassing maatregelen in het belang van het onderzoek. De verbalisant die deze fotoconfrontatie begeleidde heeft aan slachtoffer 1[…] een sturende vraag gesteld. De resultaten van deze confrontatie dienen naar het oordeel van de raadsman bij het bewijs buiten beschouwing te worden gelaten. Het hof is van oordeel dat nu er inderdaad een sturende vraag is gesteld aan het slachtoffer 1 […] de resultaten van de fotoconfrontatie na het stellen van de vraag niet gebruikt kunnen worden voor het bewijs. Dit geldt echter niet voor de resultaten van de fotoconfrontatie die zijn verkregen voor het stellen van de sturende vraag.
De raadsman van verdachte heeft ter terechtzitting tevens aangevoerd dat ook de fotoconfrontatie van slachtoffer 3 […] niet deugt. De raadsman van verdachte is niet uitgenodigd om bij deze fotoconfrontatie aanwezig te zijn. Bovendien zijn volgens de raadsman geen fotoprints van deze fotoconfrontatie aanwezig in het proces-verbaal. Op deze wijze kan de verdediging op geen enkele wijze toetsen of de confrontatie naar behoren is uitgevoerd. De raadsman kon er destijds niet bij zijn en de raadsman kan achteraf de foto’s niet bekijken. De resultaten van de fotoconfrontatie dienen volgens de raadsman buiten beschouwing te blijven.
Het hof is met de rechtbank van mening dat het enkele feit dat de raadsman niet is uitgenodigd voor bedoelde fotoconfrontatie niet leidt tot bewijsuitsluiting.
Voor het overige mist het verweer feitelijke grondslag. Op pagina 04 van het “E”-verbaal wordt gerelateerd welke foto’s deel hebben uitgemaakt van de bij de betreffende confrontatie gebruikte selectie. Dit zijn dezelfde foto’s die al eerder tijdens fotoconfrontatie A, B en C zijn gebruikt. Het hof stelt vast dat deze foto’s zijn vastgelegd op de pagina’s 022 tot en met 024 van het “B”-verbaal. Het hof stelt eveneens vast dat het telkens om dezelfde foto’s gaat, in andere volgorde. Tenslotte stelt het hof vast dat de op de foto’s voorkomende personen voldoende op elkaar lijken, zodat deze confrontatie voor het bewijs kunnen worden gebruikt.
De raadsman van verdachte heeft voorts ter terechtzitting aangevoerd dat de aanwezige bewijsmiddelen de mogelijkheid open laat dat een andere verdachte of verdachten de dader of daders zijn geweest en niet verdachte.
Nog afgezien van het feit dat de raadsman niet naar voren heeft gebracht welke conclusies getrokken moeten worden uit zijn stelling, is het hof van oordeel dat noch bij de opsporing noch bij de berechting aannemelijke alternatieve scenario’s ten onrechte buiten beschouwing zijn gebleven.
Het hof is van oordeel dat het door verdachte gevoerde verweer strekkende tot vrijspraak van het tenlastegelegde wordt weerlegd door de gebezigde bewijsmiddelen, zoals deze later in de eventueel op te maken aanvulling op dit arrest zullen worden opgenomen. Het hof heeft geen reden om aan de juistheid en betrouwbaarheid van de inhoud van die bewijsmiddelen te twijfelen.
Ten aanzien van feit 1 gebruikt het hof in ieder geval onder meer de verklaring van verdachte bij de politie: ‘Ik probeer altijd af te dingen. Ik probeer altijd voor 40 euro.” Ter terechtzitting bij het hof heeft verdachte deze verklaring bevestigd. Deze verklaring komt sterk overeen met hetgeen aangeefster heeft verklaard in haar aangifte:”Hij kwam naar binnen en vroeg opnieuw wat het kostte. Ik herhaalde de prijs van 50 euro. De man vroeg of 40 euro goed was.”
Door wettige bewijsmiddelen, waarbij de inhoud van elk bewijsmiddel -ook in onderdelen- slechts wordt gebezigd tot het bewijs van dat tenlastegelegde feit waarop het blijkens de inhoud kennelijk betrekking heeft, en waarin zijn vervat de redengevende feiten en omstandigheden waarop de bewezenverklaring steunt, heeft het hof de overtuiging verkregen en acht het hof wettig bewezen, dat verdachte het onder 1, 2, 3 en 4 primair tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande, dat:
1. hij op of omstreeks 29 mei 2008 te Utrecht, althans in het arrondissement
Utrecht, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen
E 370,=, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan slachtoffer 1[…], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, welke diefstal
werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging
metgeweld tegen slachtoffer 1 […], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te
bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan
zichzelf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het
gestolene te verzekeren, welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin
bestond(en) dat hij, verdachte:
- een mes tevoorschijn heeft gehaald en/of
- slachtoffer 1 […] bij de harenheeft gepakt en/of
- dat mes dicht bij de keel van slachtoffer 1 […] heeft gehouden en/of
- slachtoffer 1 […] gezegd heeft: "geef mij jouw geld";
2. hij op of omstreeks 26 april 2008 te Utrecht, althans in het arrondissement
Utrecht, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen
200 euro en 10 Engelse ponden, in elk geval enig goed, geheel of ten dele
toebehorende aan slachtoffer 2 […], in elk geval aan een ander of anderen
dan aan verdachte, welke diefstal werd voorafgegaan en / of vergezeld en / of
gevolgd van geweld en / of bedreiging met geweld tegen slachtoffer 2 […],
gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en / of gemakkelijk
te maken en / of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf hetzij de vlucht
mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, welk
geweld en / of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat hij,
verdachte:
- een mes tevoorschijn heeft gehaald en/of
- slachtoffer 2 […] bij de haren heeft gepakt en/of
- dat mes tegen de keel van slachtoffer 2 […] heeft gehouden en/of
- slachtoffer 2 […] gezegd heeft dat hij haar in het gezicht zou snijden
hij op of omstreeks 26 april 2008 te Utrecht, althans in het arrondissement
Utrecht, door geweld en/of een andere feitelijkheid en/of bedreiging met
geweld en/of een andere feitelijkheid slachtoffer 2 […] heeft gedwongen tot
het ondergaan van handelingen die bestaan uit of mede bestaan uit het seksueel
binnendringen van het lichaam, immers heeft hij,verdachte:
- een mes tevoorschijn gehaald en/of
- slachtoffer 2 […] bij de haren gepakt en/of
- dat mes tegen de keel van slachtoffer 2 […] gehouden en/of
- slachtoffer 2 […] gezegd dat hij haar in het gezicht zou snijden en/of
- slachtoffer 2 […] de wc in geduwd en/of
- slachtoffer 2 […] (meermalen) in het gezicht geslagen en/of
- slachtoffer 2 […] tegen haar borsten geslagen,
en bestaande die handelingen eruit dat, hij verdachte, zijn penis in de mond van slachtoffer 2 […] heeft gebracht.
3. hij op of omstreeks 11 mei 2008 te Utrecht, althans in het arrondissement
Utrecht, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen
(ongeveer) 300 euro, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende
aan slachtoffer 3 […], in elk geval aan een ander of anderen dan aan
verdachte, welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van
geweld en/of bedreiging met geweld tegen slachtoffer 3 […], gepleegd met het
oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om
bij betrapping op heterdaad aan zichzelf hetzij de vlucht mogelijk te maken,
hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, welk geweld en/of welke
bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat hij, verdachte:
- een mes tevoorschijn heeft gehaald en/of
- slachtoffer 3 […] bij de haren heeft gepakt en/of
- dat mes tegen de wang van slachtoffer 3 […] heeft gehouden en/of
- slachtoffer 3 […] gezegd heeft dat hij haar in het gezicht zou snijden;
hij op of omstreeks 11 mei 2008 te Utrecht, althans in het arrondissement
Utrecht, door geweld en/of een andere feitelijkheid en/of bedreiging met
geweld en/of een andere feitelijkheid slachtoffer 3 […] heeft gedwongen tot
het ondergaan van handelingen die bestaan uit of mede bestaan uit het seksueel
binnendringen van het lichaam, immers heeft hij, verdachte:
- een mes tevoorschijn gehaald en/of
- slachtoffer 3 […] bij de haren gepakt en/of
- dat mes tegen de wang van slachtoffer 3 […] gehouden en/of
- slachtoffer 3 […] gezegd dat hij haar in het gezicht zou snijden en/of;
- slachtoffer 3 […] op bed geduwd en/of
- het hoofd van slachtoffer 3 […] naar zijn penis gebracht,
en bestaande die handelingen eruit dat hij, verdachte:
- meermalen, althans een maal, zijn penis in de mond van slachtoffer 3 […] heeft gebracht en/of
- zijn penis in de vagina van slachtoffer 3 […] heeft gebracht.
4. hij op of omstreeks 28 mei 2008 te Utrecht, althans in het arrondissement
Utrecht, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen
een portemonnee, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan
slachtoffer 4 […], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte;
Het hof acht niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezenverklaard, zodat deze daarvan behoort te worden vrijgesproken.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Het bewezene levert op de misdrijven:
ten aanzien van het onder 1 bewezenverklaarde:
Diefstal, voorafgegaan en vergezeld van geweld en bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te maken.
ten aanzien van het onder 2 bewezenverklaarde:
Diefstal, voorafgegaan en vergezeld van geweld en bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te maken en
verkrachting.
ten aanzien van het onder 3 bewezenverklaarde:
Diefstal, voorafgegaan en vergezeld van geweld en bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te maken en
verkrachting.
ten aanzien van het onder 4 primair bewezenverklaarde:
Diefstal.
Strafbaarheid van de verdachte
Verdachte is strafbaar aangezien geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk geworden die verdachte niet strafbaar zou doen zijn.
Oplegging van straf en/of maatregel
De hierna te melden strafoplegging is in overeenstemming met de aard en de ernst van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan, mede gelet op de persoon van verdachte, zoals van een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.
Het hof heeft bij de straftoemeting in het bijzonder in aanmerking genomen -en vindt daarin de redenen die tot de keuze van een onvoorwaardelijke vrijheidsstraf van de hierna aan te geven duur leiden- dat verdachte in een tijdsbestek van twee weken vier maal een diefstal heeft gepleegd. Driemaal heeft hij daarbij geweld gebruikt en tweemaal is hij nog verder gegaan en heeft hij de slachtoffers verkracht. De slachtoffers van de diefstallen met geweld en de verkrachtingen waren prostituees. Door aldus te handelen heeft verdachte de slachtoffers, die al in een kwetsbare positie zaten, zeer angstige momenten bezorgd en ernstig inbreuk gemaakt op hun lichamelijke integriteit. De ervaring leert dat de slachtoffers nog jaren lang psychische klachten kunnen over houden aan dergelijke feiten.
Het hof heeft als uitgangspunt voor de gepleegde feiten in onderhavige zaak de oriëntatiepunten van het Landelijk Overleg van de Voorzitters van de Strafsectoren (LOVS) gebruikt. Het LOVS heeft als oriëntatiepunt voor straftoemeting ten aanzien van artikel 312 van het Wetboek van strafrecht acht weken onvoorwaardelijke gevangenisstraf vastgesteld. Daarbij gaat het om een winkeldiefstal met na betrapping (bedreiging met) eenvoudig geweld waarbij het niet verder komt dan een duw, por, trekken of losrukken (defensief licht geweld) en er geen instrument wordt gebruikt bij (de bedreiging met) het geweld en er geen sprake is van noemenswaardige verwondingen. In onderhavig geval gaat het om drie grove diefstallen met geweld, waarbij gebruik is gemaakt van een mes en die daarom bepaald als ernstiger moeten worden beoordeeld dan voormelde in de oriëntatiepunten van de LOVS bedoelde gevallen. Ten aanzien van artikel 242 van het Wetboek van Strafrecht heeft het LOVS als oriëntatiepunt voor straftoemeting 24 maanden onvoorwaardelijke gevangenisstraf vastgesteld.
Het hof heeft ten slotte rekening gehouden met het feit dat verdachte in het verleden al vele malen eerder is veroordeeld. Deze eerdere veroordelingen hebben hem er niet van weerhouden om opnieuw strafbare feiten te plegen.
Het onder1, 2 en 3 tenlastegelegde en bewezenverklaarde is begaan met behulp van het hierna te noemen inbeslaggenomen en niet teruggegeven voorwerp. Het behoort de veroordeelde toe. Het zal daarom worden verbeurd verklaard.
Het hof heeft hierbij rekening gehouden met de draagkracht van veroordeelde.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
Het hof heeft gelet op de artikelen 24, 33, 33a, 57, 242, 310 en 312 van het Wetboek van Strafrecht.
Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij golden ten tijde van het bewezenverklaarde.
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat verdachte het onder 1, 2, 3 en 4 primair tenlastegelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezenverklaard en spreekt verdachte daarvan vrij.
Verklaart het bewezenverklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart verdachte strafbaar.
Veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 6 (zes) jaren.
Bepaalt dat de tijd, door verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht.
De in beslag genomen voorwerpen
Verklaart verbeurd het inbeslaggenomen, nog niet teruggegeven voorwerp, te weten:
het op de als bijlage IV bijgevoegde beslaglijst vermelde nummer 19.
Gelast de teruggave aan verdachte van de inbeslaggenomen, nog niet teruggegeven voorwerpen, te weten:
de op de als bijlage IV bijgevoegde beslaglijst vermelde nummers 1 t/m 7,16, 17, 18, 20, 21, 25, 26, 29, 30, 31, 35, 37, 40, 42, 43, 44, 46 en 47.
Gelast de bewaring ten behoeve van de rechthebbende van de inbeslaggenomen, nog niet teruggegeven voorwerpen, te weten:
de op de als bijlage IV bijgevoegde beslaglijst vermelde nummers 8 t/m 15, 22, 23, 24, 28, 32, 33, 34, 36, 38, 39, 41, 45 en 48.
Aldus gewezen door
mr H.Y. Buyne, voorzitter,
mr R. van den Heuvel en mr J.I.M.W. Bartelds, raadsheren,
in tegenwoordigheid van mr W.C.S. Huijbers, griffier,
en op 16 juli 2009 ter openbare terechtzitting uitgesproken.