ECLI:NL:GHARN:2009:BJ1022
Gerechtshof Arnhem
- Hoger beroep
- R. de Groot
- J.D. den Hartog
- J.H.M. Zwinkels
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak na onjuiste dagvaarding en bewijsbeslissing in hoger beroep
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem op 30 juni 2009 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Almelo. De verdachte was gedagvaard onder een verkeerde naam, wat leidde tot de vraag of de dagvaarding geldig was. Het hof oordeelde dat, ondanks de bekendheid met de juiste personalia, de dagvaarding onder de naam van de verdachte geldig was, maar dat de verdachte niet wettig en overtuigend was bewezen dat hij de tenlastegelegde feiten had begaan. De officier van justitie had een man gedagvaard die zich [verdachte] noemde, maar uit een proces-verbaal bleek dat de juiste naam [D.J.] was. Hierdoor werd de verdachte vrijgesproken van de gehele tenlastelegging.
Daarnaast werd er een vordering tot schadevergoeding ingediend door de benadeelde partij [benadeelde 1], die in eerste aanleg was toegewezen tot een bedrag van EUR 3305,06. Aangezien de verdachte niet schuldig werd bevonden aan de tenlastelegging, werd de benadeelde partij in haar vordering niet-ontvankelijk verklaard. Het hof vernietigde het vonnis waarvan beroep en sprak de verdachte vrij van de tenlastegelegde feiten.
Het arrest is gewezen door de meervoudige kamer voor strafzaken en is tot stand gekomen na onderzoek op de terechtzitting van 16 juni 2009. De advocaat-generaal had gevorderd dat het hof het vonnis van de politierechter zou vernietigen en de verdachte zou vrijspreken. Het hof heeft deze vordering gevolgd en de zaak opnieuw beoordeeld, waarbij het belang van een correcte dagvaarding en bewijsvoering centraal stond.