ECLI:NL:GHARN:2009:BJ1022

Gerechtshof Arnhem

Datum uitspraak
30 juni 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
21-003639-08
Instantie
Gerechtshof Arnhem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak na onjuiste dagvaarding en bewijsbeslissing in hoger beroep

In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem op 30 juni 2009 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Almelo. De verdachte was gedagvaard onder een verkeerde naam, wat leidde tot de vraag of de dagvaarding geldig was. Het hof oordeelde dat, ondanks de bekendheid met de juiste personalia, de dagvaarding onder de naam van de verdachte geldig was, maar dat de verdachte niet wettig en overtuigend was bewezen dat hij de tenlastegelegde feiten had begaan. De officier van justitie had een man gedagvaard die zich [verdachte] noemde, maar uit een proces-verbaal bleek dat de juiste naam [D.J.] was. Hierdoor werd de verdachte vrijgesproken van de gehele tenlastelegging.

Daarnaast werd er een vordering tot schadevergoeding ingediend door de benadeelde partij [benadeelde 1], die in eerste aanleg was toegewezen tot een bedrag van EUR 3305,06. Aangezien de verdachte niet schuldig werd bevonden aan de tenlastelegging, werd de benadeelde partij in haar vordering niet-ontvankelijk verklaard. Het hof vernietigde het vonnis waarvan beroep en sprak de verdachte vrij van de tenlastegelegde feiten.

Het arrest is gewezen door de meervoudige kamer voor strafzaken en is tot stand gekomen na onderzoek op de terechtzitting van 16 juni 2009. De advocaat-generaal had gevorderd dat het hof het vonnis van de politierechter zou vernietigen en de verdachte zou vrijspreken. Het hof heeft deze vordering gevolgd en de zaak opnieuw beoordeeld, waarbij het belang van een correcte dagvaarding en bewijsvoering centraal stond.

Uitspraak

Sector strafrecht
Parketnummer: 21-003639-08
Uitspraak d.d.: 30 juni 2009
VERSTEK
Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken
gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Almelo van 1 september 2008 in de strafzaak tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum],
Zonder bekende woon- of verblijfplaats hier te lande.
Het hoger beroep
De officier van justitie heeft tegen het hiervoor genoemde vonnis hoger beroep ingesteld.
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van het hof van 16 juni 2009 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422 van het Wetboek van Strafvordering, het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal. Deze vordering is na voorlezing aan het hof overgelegd. De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het gerechtshof het vonnis van de politierechter zal vernietigen en opnieuw rechtdoende de verdachte ten aanzien van de gehele tenlastelegging zal vrijspreken.
Het vonnis waarvan beroep
Het hof zal het vonnis waarvan beroep vernietigen omdat het tot een andere bewijsbeslissing komt en daarom opnieuw rechtdoen.
De tenlastelegging
Aan verdachte is tenlastegelegd dat:
1.
hij op of omstreeks 01 april 2008,
in de gemeente Hengelo (O),
ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in
vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van
wederrechtelijke toe-eigening in/uit een pand (winkelbedrijf [benadeelde 1])
aan het [adres 1] aldaar weg te nemen geld en/of goederen van zijn/hun gading,
geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde 1] en/of [benadeelde 2], in elk
geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) en
zich daarbij de toegang tot dat pand te verschaffen en/of dat weg te nemen
geld en/of die weg te nemen goederen onder zijn/hun bereik te brengen door
middel van braak, verbreking en/of inklimming,
met een of meer van zijn mededader(s), althans alleen, de (buiten)verlichting
nabij dat pand onklaar heeft gemaakt of vernield en/of (vervolgens) zich
toegang tot dat pand heeft verschaft door een ruit van dat pand te vernielen
en/of door de aldus ontstane opening naar binnen te gaan, en/of (vervolgens)
in dat pand voorbereidingen heeft getroffen om een aldaar aanwezige
geldautomaat te openen of te forceren,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
2.
hij in of omstreeks de periode van 18 maart 2008 tot en met 19 maart 2008,
in de gemeente Son,
ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in
vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van
wederrechtelijke toe-eigening in/uit een pand gelegen aan [adres 2] aldaar
(winkelbedrijf [benadeelde 3]) weg te nemen geld en/of goederen van zijn/hun gading,
geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde 3] en/of [benadeelde 2], in elk
geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) en
zich daarbij de toegang tot dat pand te verschaffen en/of dat weg te nemen
geld en/of die weg te nemen goederen onder zijn/hun bereik te brengen door
middel van braak, verbreking en/of inklimming, met een of meer van zijn
mededader(s), althans alleen, zich de toegang tot dat pand heeft verschaft
door middel van braak en/of verbreking en/of inklimming, en/of (vervolgens) in
dat pand doende is geweest een aldaar aanwezige geldautomaat te openen en/of
te forceren, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is
voltooid;
3.
hij op of omstreeks 1 april 2008,
in de gemeente Hengelo (O),
in het bezit was van een reisdocument, te weten een Kroatisch paspoort,
waarvan hij wist of redelijkerwijs moest vermoeden dat het reisdocument vals
of vervalst was, bestaande de valsheid of vervalsing hieruit dat de
geldigheidsduur van het paspoort was verlengd tot 10 jaren en/of was de
geldigheidsduur vervaldatum gewijzigd en/of was er een nieuw/ander (niet
ingebonden) laminaat op de pagina van het paspoort aangebracht;
Indien in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
Vrijspraak
Het hof heeft uit het onderzoek ter terechtzitting niet door de inhoud van wettige bewijsmiddelen de overtuiging bekomen dat verdachte het onder 1, 2 en 3 tenlastegelegde heeft begaan, zodat verdachte daarvan behoort te worden vrijgesproken. Het hof overweegt daartoe het volgende.
Het Openbaar Ministerie heeft in eerste aanleg een man gedagvaard die zich [verdachte] noemde. Deze persoon heeft terecht gestaan op 1 september 2008 bij de politierechter in de rechtbank Almelo. Vervolgens is op 15 september 2008 bij het arrondissementsparket Almelo een proces-verbaal binnengekomen, gedateerd 4 september 2008, waaruit blijkt dat de onder het parketnummer 08/710222-08 gedagvaarde persoon genaamd is: [D.J.], geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats]. Op die zelfde datum is de kennisgeving hoger beroep (ingesteld door de officier van justitie op 9 september 2008) in persoon betekend aan verdachte. Vervolgens heeft de officier van justitie een appelmemorie ingediend, ingekomen op 22 september 2008, waarin melding is gemaakt van het hiervoor genoemde proces-verbaal. Het Openbaar Ministerie heeft er desalniettemin voor gekozen om de dagvaarding in hoger beroep uit te brengen onder de naam [verdachte]. De advocaat-generaal heeft ter zitting in hoger beroep medegedeeld dat deze [verdachte] een bestaand persoon is.
Naar het oordeel van het hof is de dagvaarding in hoger beroep ten name van [verdachte] geldig uitgebracht. Gelet echter op het voorgaande dient [verdachte] worden vrijgesproken van de gehele tenlastelegging, nu niet wettig en overtuigend is bewezen dat [verdachte] het tenlastegelegde heeft begaan. Uit het eerder genoemde proces-verbaal, gedateerd 4 september 2008, blijkt immers dat verdachte niet [verdachte] heet, maar [D.J.]. [D.J.] is echter niet gedagvaard.
Beslag
De advocaat-generaal heeft ter zitting een beslaglijst overgelegd aan het hof. De op deze lijst vermelde zaken zijn onder [verdachte] in beslag genomen. Gelet op hetgeen hierboven is overwogen, is het hof niet in staat om te beslissen over het beslag.
De vordering van de benadeelde partij [benadeelde 1]
De benadeelde partij heeft zich in eerste aanleg in het strafproces gevoegd met een vordering tot schadevergoeding. Deze bedraagt EUR 3914,02. De vordering is bij het vonnis waarvan beroep toegewezen tot een bedrag van EUR 3305,06. De benadeelde partij heeft zich in hoger beroep niet opnieuw gevoegd. Het hof heeft in hoger beroep te oordelen over de gevorderde schadevergoeding voor zover deze in eerste aanleg is toegewezen.
De verdachte wordt niet schuldig verklaard ter zake van het ten laste gelegde handelen waardoor de gestelde schade zou zijn veroorzaakt. De benadeelde partij kan daarom in haar vordering niet worden ontvangen.
BESLISSING (bij verstek)
Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart niet bewezen dat verdachte het onder 1, 2 en 3 tenlastegelegde heeft begaan en spreekt verdachte daarvan vrij.
De vordering van de benadeelde partij [benadeelde 1]
Verklaart de benadeelde partij, [benadeelde 1], in haar vordering niet-ontvankelijk.
Aldus gewezen door
mr R. de Groot, voorzitter,
mr J.D. den Hartog en mr J.H.M. Zwinkels, raadsheren,
in tegenwoordigheid van mr I.I.D. Leene, griffier,
en op 30 juni 2009 ter openbare terechtzitting uitgesproken.
mr J.H.M. Zwinkels is buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.