ECLI:NL:GHARN:2009:BI8110
Gerechtshof Arnhem
- Hoger beroep
- H.M. Poelman
- S.H. Wachter
- A.J. Rietveld
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van verdachte in hoger beroep wegens slopen in afwijking van sloopvergunning
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem op 12 juni 2009 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de kantonrechter Zwolle-Lelystad. De verdachte was eerder veroordeeld voor het slopen van een bouwwerk in strijd met de verleende sloopvergunning. De tenlastelegging betrof het slopen van asbesthoudend materiaal van een dak, terwijl dit materiaal volgens de vergunning door een erkend asbestsloopbedrijf verwijderd diende te worden. De verdachte heeft echter aangevoerd dat de sloopwerkzaamheden die hij heeft uitgevoerd niet onder de reikwijdte van de vergunning vielen. Het hof heeft het onderzoek in hoger beroep gebaseerd op de stukken van de eerste aanleg en het verhandelde ter zitting.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het hof het vonnis van de eerste rechter zou vernietigen en de verdachte zou veroordelen tot een geldboete. Echter, het hof heeft geconcludeerd dat niet bewezen kon worden dat de verdachte de sloopwerkzaamheden heeft uitgevoerd in strijd met de vergunning. Het hof heeft vastgesteld dat de verleende sloopvergunning enkel betrekking had op de sloop van twee bijgebouwen en een niet nader gespecificeerd deel van de woning, en dat de aanvraag voor de vergunning niet met voldoende zekerheid kon worden gekoppeld aan de werkzaamheden die de verdachte heeft uitgevoerd.
Daarom heeft het hof het vonnis van de kantonrechter vernietigd en de verdachte vrijgesproken van het tenlastegelegde feit. De uitspraak benadrukt het belang van duidelijke vergunningen en de noodzaak om tenlasteleggingen zorgvuldig te formuleren, vooral in zaken die betrekking hebben op strafrechtelijke aansprakelijkheid voor overtredingen van bouw- en sloopvergunningen.