ECLI:NL:GHARN:2009:BI7027

Gerechtshof Arnhem

Datum uitspraak
9 juni 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
24-001522-08
Instantie
Gerechtshof Arnhem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak in hoger beroep voor verdachte in drugshandelzaak met heroïne

In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem op 9 juni 2009 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Zwolle-Lelystad. De verdachte was vervolgd voor het medeplegen van de uitvoer van een grote hoeveelheid heroïne, evenals voor twee andere feiten met betrekking tot de handel in gebruikershoeveelheden heroïne en voorbereidingshandelingen voor de handel in heroïne. In eerste aanleg was de verdachte vrijgesproken van alle tenlastegelegde feiten. De officier van justitie ging in hoger beroep, maar het hof verklaarde hem niet-ontvankelijk in het hoger beroep voor de feiten 2 en 3, omdat er geen belang was bij de behandeling van deze feiten. Het hof oordeelde dat er onvoldoende bewijs was voor de betrokkenheid van de verdachte bij de feiten 1 en 4, en sprak hem ook daarvan vrij. De uitspraak is gebaseerd op de stukken in het dossier, waaronder telefoontaps en observatieverslagen, waaruit bleek dat de verdachte niet voldoende betrokken was bij de hem ten laste gelegde feiten. Het hof vernietigde het vonnis van de rechtbank voor zover het betrekking had op de feiten 1 en 4 en sprak de verdachte vrij van deze feiten. De advocaat-generaal had gevorderd dat de verdachte tot dertig maanden gevangenisstraf zou worden veroordeeld, maar het hof oordeelde anders.

Uitspraak

Parketnummer: 24-001522-08
Parketnummer eerste aanleg: 07-630097-07
Arrest van 9 juni 2009 van het gerechtshof te Arnhem, nevenzittingsplaats Leeuwarden, meervoudige strafkamer, op het hoger beroep tegen het vonnis van de rechtbank Zwolle-Lelystad van 3 juni 2008 in de strafzaak tegen:
[verdachte],
geboren op [1971] te [geboorteplaats],
wonende te [woonplaats], [adres],
verschenen in persoon, bijgestaan door zijn raadsman mr. C.S.P.M. de Kock, advocaat te Zwolle.
Het vonnis waarvan beroep
De rechtbank Zwolle-Lelystad heeft de verdachte bij het vonnis vrijgesproken van hetgeen aan hem was ten laste gelegd.
Gebruik van het rechtsmiddel
De officier van justitie is op de voorgeschreven wijze en tijdig in hoger beroep gekomen. Hij heeft dit hoger beroep aan verdachte doen betekenen.
Het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep, alsmede het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
Ontvankelijkheid van het hoger beroep
Voor zover het hoger beroep is gericht tegen de vrijspraak ter zake van het onder 2 en 3 ten laste gelegde overweegt het hof als volgt.
Naast de omstandigheid dat de officier van justitie in zijn appelschriftuur tegen de vrijspraak van deze feiten niet duidelijk kenbare grieven heeft aangevoerd, heeft de advocaat-generaal ter terechtzitting van het hof aangegeven vrijspraak van deze feiten te zullen vorderen.
Onder deze omstandigheden heeft naar het oordeel van het hof de officier van justitie bij de behandeling in hoger beroep van deze feiten geen belang, zodat hij in zoverre in zijn hoger beroep niet kan worden ontvangen.
De vordering van de advocaat-generaal
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het hof verdachte ter zake van de onder 1 primair en 4 primair ten laste gelegde feiten zal veroordelen tot een gevangenisstraf voor de duur van dertig maanden.
De beslissing op het hoger beroep
Het hof zal het vonnis, voor zover vatbaar voor hoger beroep, vernietigen en opnieuw recht doen.
Tenlastelegging
Aan de verdachte is tenlastegelegd, dat:
1:
hij in of omstreeks de periode van 23 mei 2007 tot en met 24 mei 2007 in de gemeente(n) [gemeente 1] en/of [gemeente 2], althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk buiten het grondgebied van Nederland heeft gebracht, als bedoeld in artikel 1 lid 5 van de Opiumwet, ongeveer zeven (7) kilogram heroïne, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende heroïne, zijnde heroïne een middel als bedoeld in de bij die wet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet, immers heeft/hebben verdachte en/of één of meer van zijn mededader(s) opzettelijk: - in of omstreeks de periode van 23 mei 2007 tot en met 24 mei 2007 voornoemde zeven (7) kilogram, althans een hoeveelheid van een materiaal bevattende, heroïne opgehaald in [plaats 1] en/of (vervolgens) - in of omstreeks de periode van 23 mei 2007 tot en met 24 mei 2007 voornoemde zeven (7) kilogram, althans een hoeveelheid van een materiaal bevattende, heroïne vervoerd naar [plaats 2] en/of (vervolgens) - op of omstreeks 24 mei 2007 in [plaats 2] voornoemde zeven (7) kilogram, althans een hoeveelheid van een materiaal bevattende, heroïne overgedragen en/of aangeboden aan [persoon 1], teneinde (vervolgens) voornoemde zeven (7) kilogram, althans een hoeveelheid van een materiaal bevattende, heroïne verder te vervoeren en/of te transporteren naar Groot-Brittanië;
althans, indien het vorenstaande onder 1 niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij in of omstreeks de periode van 23 mei 2007 tot en met 24 mei 2007 in de gemeente(n) [gemeente 1] en/of [gemeente 2], althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk heeft vervoerd, verstrekt en/of afgeleverd, in elk geval opzettelijk aanwezig heeft gehad, ongeveer zeven (7) kilogram heroïne, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende heroïne, zijnde heroïne een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
4:
hij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 28 maart 2007 tot en met 29 maart2007 in de gemeente(n) [gemeente 1] en/of [gemeente 3], althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, meermalen, althans éénmaal, om een feit, bedoeld in het vierde of vijfde lid van artikel 10 van de Opiumwet, te weten het opzettelijk bereiden, bewerken, verwerken, verkopen, afleveren, verstrekken, vervoeren en/of binnen en/of buiten het grondgebied van Nederland brengen van (handels-)hoeveelhe(i)d(en) van een materiaal bevattende heroïne, zijnde heroïne een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het tweede of derde lid van artikel 2 van de wet, voor te bereiden en/of te bevorderen,
- één of meer ander(en) heeft getracht te bewegen om dat/die feit(en) te plegen, te doen plegen, mede te plegen, uit te lokken en/of om daarbij behulpzaam te zijn en/of om daartoe gelegenheid, middelen en/of inlichtingen te verschaffen en/of
- zich en/of een ander of anderen gelegenheid en/of middelen en/of inlichtingen tot het plegen van dat/die feit(en) heeft getracht te verschaffen en/of
- voorwerpen en/of vervoermiddelen en/of stoffen en/of gelden en/of andere betaalmiddelen voorhanden heeft gehad, waarvan hij en/of zijn mededader(s) wist(en) of ernstige reden had(den) te vermoeden dat zij bestemd waren tot het plegen van het hierboven bedoelde feit,
immers heeft/hebben hij, verdachte, en/of één of meer van zijn mededader(s) tezamen en in vereniging met elkaar, althans alleen, toen en aldaar opzettelijk:
- één of meermalen telefonisch contacten gelegd met (een) Turks-sprekende persoon, genaamd "[persoon 2]" ten behoeve van het verkrijgen van informatie en/of (een) proefmonster(s) benodigd voor de in- en/of uit- en/of doorvoer en/of het verkrijgen van voornoemde (handels-)hoeveelhe(i)d(en) verdovende middelen en/of
- een ontmoeting gehad met één of meer perso(o)n(en), in publieke en/of openbare ruimtes, in [plaats 3] met betrekking tot het verkrijgen van informatie ten behoeve van het in- en/of uit- en/of doorvoeren en/of afleveren en/of verkopen en/of verstrekken van voornoemde
(handels-)hoeveelhe(i)d(en) verdovende middelen;
Het hof heeft ter terechtzitting de tenlastelegging gewijzigd overeenkomstig de vordering van de advocaat-generaal, met uitzondering van de gevorderde wijziging ten aanzien van het onder 3 ten laste gelegde feit. De toegelaten wijziging houdt - voor zover hier van belang - het volgende in:
Dat voorafgaand aan de tekst zoals opgenomen in het vierde aan verdachte ten laste gelegde feit dient te worden toegevoegd:
"hij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 28 maart 2007 tot en met 30 maart 2007 in de gemeente(n) [gemeente 1] en/of [gemeente 3], althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, meermalen, althans éénmaal, (telkens) opzettelijk heeft verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt aan "[persoon 3]" en/of "[persoon 2]", in elk geval opzettelijk aanwezig heeft gehad, een hoeveelheid heroïne (proefmonster(s), in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende heroïne, zijnde heroïne een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst 1, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
althans indien het hier direct aan voorafgaande feit niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden."
Vrijspraak
Op grond van de stukken in het dossier, zijnde voornamelijk uitgewerkte telefoontaps en observatieverslagen, en de behandeling ter terechtzitting blijkt naar het oordeel van het hof niet, althans onvoldoende dat verdachte een zodanige rol heeft gespeeld, dat ten aanzien van hem kan worden gesteld dat hij daadwerkelijk betrokken is geweest bij de hem onder 1 (primair en subsidiair) en 4 (primair en subsidiair) ten laste gelegde feiten.
Het hof acht derhalve niet bewezen hetgeen onder 1 primair en subsidiair en 4 primair en subsidiair aan verdachte is ten laste gelegd, zodat hij daarvan moet worden vrijgesproken.
De uitspraak
HET HOF,
RECHT DOENDE OP HET HOGER BEROEP:
verklaart de officier van justitie ten aanzien van de onder 2 en 3 ten laste gelegde feiten niet-ontvankelijk in zijn hoger beroep;
vernietigt het vonnis, waarvan beroep ten aanzien van de onder 1 primair en subsidiair en 4 ten laste gelegde feiten, en opnieuw recht doende:
verklaart het verdachte onder 1 primair en subsidiair en 4 primair en subsidiair ten laste gelegde niet bewezen en spreekt hem daarvan vrij.
Dit arrest is aldus gewezen door mr. H.J. Deuring, voorzitter, mr. S.H. Wachter en mr. A.J. Rietveld, in tegenwoordigheid van mr. A. Meester als griffier.