ECLI:NL:GHARN:2009:BI6899
Gerechtshof Arnhem
- Hoger beroep
- J. Janse
- Z. Zandbergen
- W. Wind
- Rechtspraak.nl
Afrekening van een muziekuitgeverijovereenkomst tussen Enja Records en Matthias Winckelmann GmbH
In deze zaak, die voor het Gerechtshof Arnhem werd behandeld, ging het om een hoger beroep van Enja Records tegen een vonnis van de rechtbank Zwolle-Lelystad. De zaak betrof een muziekuitgeverijovereenkomst tussen Enja Records en Matthias Winckelmann GmbH, waarbij de laatste verantwoordelijk was voor het uitgeven van artiesten van Enja in Nederland. De overeenkomst vereiste dat Winckelmann de door afnemers betaalde auteursrechten incasseerde en een percentage daarvan aan Enja afdroeg. De rechtbank had eerder de vorderingen van Enja afgewezen, omdat deze onvoldoende onderbouwd waren. Enja stelde dat Winckelmann niet volledig aan zijn verplichtingen had voldaan en vorderde onder andere afrekeningen van Buma/Stemra en betaling van een geldsom van € 32.769,29.
Het hof oordeelde dat de rechtbank terecht had geoordeeld dat Enja's vorderingen onvoldoende waren onderbouwd. Het hof bevestigde dat de overeenkomst per 1 januari 2004 was beëindigd en dat de vorderingen van Enja over de jaren 1995 tot en met 1999 waren verjaard. Het hof oordeelde dat Winckelmann niet in staat was om de gevraagde afrekeningen te overleggen, omdat deze niet meer beschikbaar waren. De vordering tot afgifte van de afrekeningen werd daarom afgewezen. Wat betreft de vordering tot betaling van € 32.769,29, oordeelde het hof dat Enja onvoldoende bewijs had geleverd voor de hoogte van dit bedrag. Uiteindelijk vernietigde het hof het vonnis van de rechtbank en veroordeelde Winckelmann tot betaling van € 16.974,85 aan Enja, met veroordeling van de proceskosten in beide instanties.