ECLI:NL:GHARN:2009:BI3139
Gerechtshof Arnhem
- Hoger beroep
- S.H. Wachter
- L.T. Wemes
- A.J. Rietveld
- Rechtspraak.nl
Bewezenverklaring van voordeel uit onterecht ontvangen bijstandsuitkering
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem op 4 mei 2009 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Zwolle-Lelystad. De verdachte is beschuldigd van het profiteren van een onterecht ontvangen bijstandsuitkering door zijn partner, [medeverdachte]. Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte en [medeverdachte] gedurende een bepaalde periode een gezamenlijke huishouding hebben gevoerd, wat niet was gemeld aan de uitkeringsinstantie. De verdachte ontkende echter dat er sprake was van een gezamenlijke huishouding, omdat beiden over eigen woonruimte beschikten. Het hof oordeelde echter dat er voldoende economische verwevenheid was om te spreken van een gezamenlijke huishouding, zij het voor een kortere periode dan ten laste gelegd.
De verdachte is veroordeeld tot een werkstraf van 100 uren, omdat hij voordeel heeft getrokken uit de uitkering die op onjuiste gronden aan [medeverdachte] was verstrekt. Het hof heeft de vordering van de advocaat-generaal, die een werkstraf van 200 uren had geëist, afgewezen en in plaats daarvan een lagere straf opgelegd, rekening houdend met de omstandigheden van de zaak en de eerdere veroordelingen van de verdachte. Het hof heeft de bewezenverklaring van de ten laste gelegde feiten gebaseerd op de verklaringen van getuigen en omwonenden, die bevestigden dat er gedurende de ten laste gelegde periode een gezin woonde op het adres van [medeverdachte]. Het hof heeft de zaak opnieuw beoordeeld en het vonnis van de eerste aanleg vernietigd, waarbij het hof de verdachte schuldig heeft bevonden aan het opzettelijk profiteren van de uitkering.