ECLI:NL:GHARN:2009:BI2349

Gerechtshof Arnhem

Datum uitspraak
24 april 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
24-000795-08
Instantie
Gerechtshof Arnhem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep tegen veroordeling voor diefstal in vereniging met een ander

In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem op 24 april 2009 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Zwolle-Lelystad. De verdachte, geboren in 1972, was eerder veroordeeld voor diefstal, gepleegd op 1 augustus 2007, waarbij hij samen met een mededader goederen ter waarde van € 95,39 had weggenomen uit de Plusmarkt. De verdachte is in hoger beroep gekomen, maar verscheen niet ter terechtzitting. De advocaat-generaal vorderde een werkstraf van dertig uren, subsidiair vijftien dagen vervangende hechtenis. Het hof heeft verstek verleend tegen de niet verschenen verdachte en heeft het vonnis van de politierechter vernietigd.

Het hof heeft vastgesteld dat de ten laste gelegde feiten wettig en overtuigend bewezen zijn. De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan diefstal door twee of meer verenigde personen, wat een ernstige vorm van criminaliteit is die veel schade toebrengt aan winkeliers. Het hof heeft bij de strafoplegging rekening gehouden met een uittreksel uit het justitiële documentatieregister, waaruit blijkt dat de verdachte eerder is veroordeeld voor strafbare feiten.

De uitspraak van het hof houdt in dat de verdachte wordt veroordeeld tot een werkstraf van dertig uren, met de voorwaarde dat bij niet-nakoming vervangende hechtenis van vijftien dagen zal worden opgelegd. Tevens is bepaald dat de tijd die de verdachte in verzekering heeft doorgebracht, in mindering wordt gebracht op de werkstraf, berekend naar de maatstaf van twee uren werkstraf per dag. Het arrest is gewezen door een meervoudige strafkamer, waarbij mr. A.J. Rietveld als voorzitter fungeerde, samen met mr. G. Dam en mr. S.J. van der Woude.

Uitspraak

Parketnummer: 24-000795-08
Parketnummer eerste aanleg: 07-602745-07
Arrest van 24 april 2009 van het gerechtshof te Arnhem, nevenzittingsplaats Leeuwarden, meervoudige strafkamer, op het hoger beroep tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Zwolle-Lelystad van 17 maart 2008 in de strafzaak tegen:
[verdachte],
geboren op [1972] te [geboorteplaats],
wonende te [woonplaats], [adres],
niet ter terechtzitting verschenen. Wel verschenen is de raadsman van verdachte mr. H. Polat, advocaat te Lelystad.
Het vonnis waarvan beroep
De politierechter in de rechtbank Zwolle-Lelystad heeft de verdachte bij het vonnis wegens een misdrijf veroordeeld tot een straf, zoals in dat vonnis omschreven.
Gebruik van het rechtsmiddel
De verdachte is op de voorgeschreven wijze en tijdig in hoger beroep gekomen.
Het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep
Het hof heeft verstek verleend tegen de niet verschenen verdachte.
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep, alsmede het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
De vordering van de advocaat-generaal
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het hof verdachte ter zake van het ten laste gelegde feit zal veroordelen tot een werkstraf voor de duur van dertig uren, subsidiair vijftien dagen vervangende hechtenis.
De beslissing op het hoger beroep
Het hof zal het vonnis vernietigen en opnieuw recht doen.
Tenlastelegging
Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
hij op verschillende tijdstippen, althans op enig tijdstip op of omstreeks 01 augustus 2007 te [plaats] tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen twee flessen whiskey en/of 2 stukken kaas en/of een aantal broodjes en/of een of meer dozen vis en/of snoep en/of een aantal flessen en/of blikken bier en/of een hoeveelheid schoonmaakmiddelen en/of luiers, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan de Plusmarkt, in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s).
Bewezenverklaring
Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het ten laste gelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
hij op 1 augustus 2007 te [plaats] tezamen en in vereniging met een ander, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen twee flessen whisky, 2 stukken kaas, een aantal broodjes, dozen vis, snoep, een aantal blikken bier, een hoeveelheid schoonmaakmiddelen en luiers, toebehorende aan de Plusmarkt.
Het hof acht niet bewezen hetgeen aan verdachte als voormeld meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen.
Kwalificatie
Het bewezen verklaarde levert op het misdrijf:
diefstal door twee of meer verenigde personen.
Strafbaarheid
Het hof acht verdachte strafbaar. Strafuitsluitingsgronden worden niet aanwezig geacht.
Strafmotivering
Het hof heeft in hoger beroep de op te leggen straf bepaald op grond van de ernst van het feit, de omstandigheden waaronder dit feit is begaan en de persoon van verdachte. Het hof heeft daarbij in het bijzonder het volgende in beschouwing genomen.
Verdachte heeft zich op 1 augustus 2007 samen met een vriend schuldig gemaakt aan winkeldiefstal, een ergerlijke vorm van criminaliteit die voor winkeliers veel hinder en schade oplevert. Door verdachte en zijn medeverdachte zijn diverse goederen - met een totale waarde van € 95,39 - weggenomen. Verdachte heeft met zijn handelen inbreuk gemaakt op het eigendomsrecht van de desbetreffende winkelier.
Het hof houdt bij de strafoplegging rekening met een verdachte betreffend uittreksel uit het justitiële documentatieregister d.d. 26 januari 2009, waaruit blijkt dat verdachte meerdere malen is veroordeeld ter zake van strafbare feiten.
Gelet op het voorgaande, in onderling verband en samenhang bezien, is een werkstraf van na te melden duur, zoals door de politierechter opgelegd en door de advocaat-generaal gevorderd, passend en geboden.
Toepassing van wetsartikelen
Het hof heeft gelet op de artikelen 22c (oud), 22d, 63 (oud), 310 en 311 van het Wetboek van Strafrecht.
De uitspraak
HET HOF,
RECHT DOENDE OP HET HOGER BEROEP bij verstek:
vernietigt het vonnis, waarvan beroep, en opnieuw recht doende:
verklaart het verdachte ten laste gelegde bewezen en kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart dit feit en verdachte strafbaar;
verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte als voormeld meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen en spreekt verdachte daarvan vrij;
veroordeelt verdachte [verdachte] tot taakstraf, bestaande uit een werkstraf, voor de duur van dertig uren, met bevel voor het geval dat de veroordeelde de werkstraf niet naar behoren verricht, dat vervangende hechtenis voor de duur van vijftien dagen zal worden toegepast;
beveelt dat de tijd door de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering doorgebracht, bij de uitvoering van de voormelde werkstraf geheel in mindering wordt gebracht, berekend naar de maatstaf van twee uren werkstraf per dag.
Dit arrest is aldus gewezen door mr. A.J. Rietveld, voorzitter, mr. G. Dam en mr. S.J. van der Woude, in tegenwoordigheid van mr. J. Brink als griffier, zijnde mr. Van der Woude voornoemd buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.