ECLI:NL:GHARN:2009:BI1487
Gerechtshof Arnhem
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Ontbreken van materiële wederrechtelijkheid bij opzetheling door moeder van gestolen telefoon
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem op 6 april 2009 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Arnhem. De verdachte, een moeder, had een mobiele telefoon van haar zoon, die deze had gestolen, naar de politie gebracht. De tenlastelegging betrof opzetheling, waarbij de vraag centraal stond of de verdachte wist dat de telefoon van diefstal afkomstig was. Tijdens de zitting op 23 maart 2009 verklaarde de verdachte dat zij de telefoon van haar zoon had afgepakt en deze naar de politie had gebracht, nadat hij haar had verteld dat hij de telefoon had gestolen. De verdachte had eerder verklaard dat zij de telefoon van een andere persoon had gekocht, maar deze verklaring wijzigde zij later. Het hof oordeelde dat de verdachte niet had geprofiteerd van het misdrijf van haar zoon en dat zij, door de telefoon naar de politie te brengen, handelde zoals van een goede moeder en burger verwacht mag worden. Het hof concludeerde dat de materiële wederrechtelijkheid aan het bewezenverklaarde feit ontbrak, waardoor het feit niet strafbaar was. Het hof vernietigde het vonnis waarvan beroep en sprak de verdachte vrij van alle rechtsvervolging.