ECLI:NL:GHARN:2009:BI0990
Gerechtshof Arnhem
- Hoger beroep
- L.T. Wemes
- P.J.M. van den Bergh
- W.F. van Zant
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van verdachte in verkeerszaak na ongeval met snorfiets
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem op 10 april 2009 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Zwolle-Lelystad. De verdachte, geboren in 1968 en werkzaam als rij-instructeur, was betrokken bij een verkeersongeval op 2 augustus 2007. Tijdens een rijles heeft de leerling van de verdachte een snorfietser over het hoofd gezien, wat leidde tot een ongeval waarbij de snorfietser ten val kwam en letsel en schade opliep. De verdachte werd verweten dat hij na het ongeval de plaats van het ongeval had verlaten, terwijl hij wist of redelijkerwijs moest vermoeden dat er letsel of schade was toegebracht aan de snorfietser.
De politierechter had de verdachte eerder veroordeeld, maar in hoger beroep heeft het hof geoordeeld dat niet wettig en overtuigend kon worden bewezen dat de verdachte wist of redelijkerwijs moest vermoeden dat er letsel was toegebracht. Het hof heeft vastgesteld dat zowel de verdachte als zijn leerling niet hebben gezien dat de snorfietser is gevallen en dat de verdachte niet heeft geprobeerd om snel weg te komen na het ongeval. Hij heeft zelfs enige tijd in de buurt van de plaats van het ongeval verbleven. De verdachte heeft verklaard dat hij de alarmeringen van andere weggebruikers niet als waarschuwingen heeft begrepen, maar als groet.
Op basis van deze overwegingen heeft het hof het vonnis van de politierechter vernietigd en de verdachte vrijgesproken van het hem ten laste gelegde feit. De uitspraak benadrukt het belang van bewijs in strafzaken en de noodzaak om aan te tonen dat de verdachte op de hoogte was van de gevolgen van zijn handelen.