ECLI:NL:GHARN:2009:BI0973

Gerechtshof Arnhem

Datum uitspraak
14 april 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
24-000151-08
Instantie
Gerechtshof Arnhem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling wegens bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht

In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem op 14 april 2009 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Zwolle-Lelystad. De verdachte, geboren in 1958 en wonende in [woonplaats], was niet ter terechtzitting verschenen, maar werd vertegenwoordigd door zijn raadsman, mr. O. Bolluyt. De verdachte was eerder veroordeeld voor bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht, waarbij hij op 24 september 2007 de benadeelde partij, [slachtoffer], had bedreigd met de woorden: 'Je moet oppassen, ik krijg je nog wel' en 'Als je niet oppast, dan rijd ik je plat'. De politierechter had de verdachte veroordeeld tot een geldboete van € 500,-- subsidiair 10 dagen vervangende hechtenis. De advocaat-generaal in hoger beroep vorderde een voorwaardelijke gevangenisstraf van twee weken en een geldboete van € 200,--. Het hof heeft het vonnis van de politierechter vernietigd en opnieuw recht gedaan. Het hof achtte de verdachte strafbaar en legde een geldboete van € 500,-- op, met de mogelijkheid van vervangende hechtenis indien de boete niet betaald werd. De benadeelde partij had zich in eerste aanleg gevoegd, maar zijn vordering werd niet toegewezen, waardoor het hof niet op deze vordering kon beslissen. Het hof heeft bij de straftoemeting rekening gehouden met de ernst van het feit en de omstandigheden waaronder het was begaan, evenals met het feit dat de verdachte niet eerder was veroordeeld voor strafbare feiten.

Uitspraak

Parketnummer: 24-000151-08
Parketnummer eerste aanleg: 07-603234-07
Arrest van 14 april 2009 van het gerechtshof te Arnhem, nevenzittingsplaats Leeuwarden, meervoudige strafkamer, op het hoger beroep tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Zwolle-Lelystad van 16 januari 2008 in de strafzaak tegen:
[verdachte],
geboren op [1958] te [geboorteplaats],
wonende te [woonplaats], [adres],
niet ter terechtzitting verschenen. Wel verschenen is de raadsman van verdachte
mr. O. Bolluyt, advocaat te Almere.
Het vonnis waarvan beroep
De politierechter in de rechtbank Zwolle-Lelystad heeft de verdachte bij het vonnis wegens een misdrijf veroordeeld tot een straf en heeft een beslissing genomen omtrent de vordering van de benadeelde partij, zoals in dat vonnis omschreven.
Gebruik van het rechtsmiddel
De verdachte is op de voorgeschreven wijze en tijdig in hoger beroep gekomen.
Het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep
De raadsman van verdachte heeft verklaard uitdrukkelijk te zijn gemachtigd verdachte ter terechtzitting te verdedigen.
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep.
De vordering van de advocaat-generaal
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het hof de verdachte zal veroordelen tot een voorwaardelijke gevangenisstraf van twee weken met een proeftijd van twee jaren, en een geldboete van € 200,-- subsidiair vier dagen vervangende hechtenis.
De beslissing op het hoger beroep
Het hof zal het vonnis vernietigen en opnieuw recht doen.
Tenlastelegging
Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
hij op of omstreeks 24 september 2007 in de gemeente [gemeente] [slachtoffer] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, althans met zware mishandeling, immers heeft verdachte opzettelijk voornoemde [slachtoffer] dreigend de woorden toegevoegd :"Je moet oppassen, ik krijg je nog wel","Als je niet oppast, dan rijd ik je plat" althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking.
Bewezenverklaring
Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het ten laste gelegde feit heeft begaan, met dien verstande dat:
hij op 24 september 2007 in de gemeente [gemeente] [slachtoffer] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, immers heeft verdachte opzettelijk voornoemde [slachtoffer] dreigend de woorden toegevoegd :"Je moet oppassen, ik krijg je nog wel", "Als je niet oppast, dan rijd ik je plat."
Het hof acht niet bewezen hetgeen aan verdachte als voormeld meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen.
Kwalificatie
Het bewezen verklaarde levert op het misdrijf:
bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht.
Strafbaarheid
Het hof acht verdachte strafbaar. Strafuitsluitingsgronden worden niet aanwezig geacht.
Strafmotivering
Het hof heeft de op te leggen straf bepaald op grond van de aard en de ernst van het feit, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van verdachte. Het hof heeft in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
Verdachte heeft zich op 24 september 2007 schuldig gemaakt aan bedreiging van [slachtoffer]. [slachtoffer] had een auto, die wederrechtelijk geparkeerd stond op de invalidenparkeerplaats die toegewezen is aan [slachtoffer], met toestemming van de politie klemgezet. De bestuurster van deze auto had verdachte hier blijkbaar van op de hoogte gesteld. Verdachte kwam vervolgens aanrijden en is, zoals een buurman die getuige was van de gebeurtenissen verklaarde, 'witheet' op [slachtoffer] afgestapt. Dit kwam naast de geuite bedreigingen tot uiting in de snelle looppas van verdachte, zijn dreigende lichaamshouding en het feit dat verdachte zelf heeft geprobeerd de auto van [slachtoffer] te verplaatsen. Deze gedragingen van verdachte met de daarmee gepaard gaande bedreigingen zijn op [slachtoffer] (die ten tijde van het ten laste gelegde feit 73 jaren oud was) en voornoemde buurman zeer intimiderend overgekomen.
Het hof heeft bij de straftoemeting in aanmerking genomen dat verdachte - blijkens een hem betreffend uittreksel uit het justitiële documentatieregister d.d. 20 januari 2009 - niet eerder is veroordeeld ter zake van strafbare feiten.
Gelet op het voorgaande, in onderling verband en samenhang bezien, is het hof van oordeel dat een geldboete van na te melden hoogte dient te worden opgelegd. Deze is hoger dan de rechter in eerste aanleg heeft opgelegd, daar de in eerste aanleg opgelegde geldboete onvoldoende recht doet aan de ernst van het feit en de omstandigheden waaronder dit is begaan. Het hof acht een - door de advocaat-generaal gevorderde - voorwaardelijke gevangenisstraf niet aangewezen, mede omdat verdachte niet eerder is veroordeeld voor strafbare feiten.
Benadeelde partij [slachtoffer]
Uit het onderzoek ter terechtzitting van het hof is gebleken, dat de benadeelde partij zich in eerste aanleg heeft gevoegd, dat zijn vordering in eerste aanleg niet is toegewezen en dat hij zich in het geding in hoger beroep niet opnieuw heeft gevoegd. Derhalve duurt zijn voeging ter zake van zijn vordering tot schadevergoeding in het geding in hoger beroep niet voort en kan het hof niet op die vordering beslissen.
Toepassing van wetsartikelen
Het hof heeft gelet op de artikelen 23 (oud), 24 (oud), 24a (oud), 24c (oud) en 285 van het Wetboek van Strafrecht.
De uitspraak
HET HOF,
RECHT DOENDE OP HET HOGER BEROEP:
vernietigt het vonnis, waarvan beroep, en opnieuw recht doende:
verklaart het verdachte ten laste gelegde bewezen en kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart dit feit en verdachte strafbaar;
verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte als voormeld meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen en spreekt verdachte daarvan vrij;
veroordeelt verdachte [verdachte] tot een geldboete van vijfhonderd euro;
beveelt dat vervangende hechtenis voor de duur van tien dagen zal worden toegepast, indien noch volledige betaling noch volledig verhaal van het verschuldigde bedrag volgt;
bepaalt dat de geldboete mag worden voldaan in vijf opeenvolgende éénmaandelijkse termijnen elk groot honderd euro.
Dit arrest is aldus gewezen door mr. G. Dam, voorzitter, mr. W. Foppen en
mr. H. Elzinga, in tegenwoordigheid van mr. M. Zevenhuizen als griffier, zijnde
mr. Foppen en mr. Elzinga voornoemd buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.