ECLI:NL:GHARN:2009:BI0275

Gerechtshof Arnhem

Datum uitspraak
3 april 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
24-002027-08
Instantie
Gerechtshof Arnhem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Eenvoudige mishandeling na verkeersruzie met onvoorwaardelijke geldboete

In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem op 3 april 2009 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Zwolle-Lelystad. De verdachte, geboren in 1986, was in eerste aanleg veroordeeld voor eenvoudige mishandeling na een ruzie in het verkeer. De politierechter had een straf opgelegd, waartegen de verdachte tijdig in hoger beroep ging. Tijdens de zitting in hoger beroep is de verdachte niet verschenen, waardoor het hof verstek verleende. De advocaat-generaal vorderde een onvoorwaardelijke geldboete van 150 euro, subsidiair drie dagen hechtenis.

Het hof heeft de tenlastelegging beoordeeld en vastgesteld dat de verdachte op 11 december 2005 in de gemeente [gemeente] opzettelijk een persoon, te weten [slachtoffer], heeft mishandeld door deze meermalen met kracht in het gezicht te slaan, wat heeft geleid tot letsel en pijn bij het slachtoffer. Het hof heeft geoordeeld dat de verdachte strafbaar is en dat er geen strafuitsluitingsgronden aanwezig zijn.

Bij de strafmotivering heeft het hof rekening gehouden met de aard en ernst van het feit, de omstandigheden waaronder het feit is begaan en de persoon van de verdachte. Het hof heeft de artikelen 23, 24, 24c en 300 van het Wetboek van Strafrecht toegepast. Uiteindelijk heeft het hof het vonnis van de politierechter vernietigd en de verdachte veroordeeld tot een geldboete van 150 euro, met de bepaling dat vervangende hechtenis voor drie dagen zal worden toegepast indien de betaling niet plaatsvindt. Het hof heeft ook geoordeeld dat niet bewezen is wat aan de verdachte verder ten laste was gelegd en heeft hem daarvan vrijgesproken.

Uitspraak

Parketnummer: 24-002027-08
Parketnummer eerste aanleg: 07-600007-06
Arrest van 3 april 2009 van het gerechtshof te Arnhem, nevenzittingsplaats Leeuwarden, meervoudige strafkamer, op het hoger beroep tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Zwolle-Lelystad van 2 februari 2007 in de strafzaak tegen:
[verdachte],
geboren op [1986] te [geboorteplaats],
wonende te [woonplaats], [adres],
niet ter terechtzitting verschenen.
Het vonnis waarvan beroep
De politierechter in de rechtbank Zwolle-Lelystad heeft de verdachte bij het vonnis wegens een misdrijf veroordeeld tot een straf, zoals in dat vonnis omschreven.
Gebruik van het rechtsmiddel
De verdachte is op de voorgeschreven wijze en tijdig in hoger beroep gekomen.
Het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep
Het hof heeft verstek verleend tegen de niet verschenen verdachte.
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep, alsmede het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
De vordering van de advocaat-generaal
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het hof verdachte zal veroordelen tot een onvoorwaardelijke geldboete van eenhonderdvijftig euro, subsidiair drie dagen hechtenis.
De beslissing op het hoger beroep
Het hof zal het vonnis vernietigen en opnieuw recht doen.
Tenlastelegging
Aan de verdachte is tenlastegelegd, dat:
hij op of omstreeks 11 december 2005 in de gemeente [gemeente] opzettelijk mishandelend een persoon (te weten [slachtoffer]), (bij de kleding) heeft vastgepakt en/of (vervolgens) meermalen, althans eenmaal, (met kracht) in het gezicht, althans tegen het hoofd, heeft gestompt/geslagen, waardoor deze letsel heeft bekomen en/of pijn heeft ondervonden;
Bewezenverklaring
Het hof verklaart ten laste van verdachte bewezen dat:
hij op 11 december 2005 in de gemeente [gemeente] opzettelijk mishandelend een persoon (te weten [slachtoffer]), meermalen met kracht in het gezicht heeft geslagen, waardoor deze letsel heeft bekomen en pijn heeft ondervonden;
Het hof acht niet bewezen hetgeen aan verdachte als voormeld meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen.
Kwalificatie
Het bewezen verklaarde levert op het misdrijf:
mishandeling.
Strafbaarheid
Het hof acht verdachte strafbaar. Strafuitsluitingsgronden worden niet aanwezig geacht.
Strafmotivering
Het hof heeft de op te leggen straf bepaald op grond van de aard en ernst van het feit, de omstandigheden waaronder het feit is begaan en de persoon van verdachte. Daarbij heeft het hof in het bijzonder het navolgende in aanmerking genomen.
Verdachte heeft, nadat tussen hem en zijn latere slachtoffer als verkeersdeelnemers enige animositeit was ontstaan, [slachtoffer] meermalen geslagen. Door zijn handelen heeft verdachte pijn en letsel bij het slachtoffer veroorzaakt en heeft hij de lichamelijke integriteit van het slachtoffer aangetast.
Het hof heeft kennis genomen van een verdachte betreffend uittreksel uit het algemeen documentatieregister d.d. 16 januari 2009, waaruit blijkt dat verdachte niet eerder ter zake van een soortgelijk strafbaar feit is veroordeeld.
Het hof heeft voorts rekening gehouden met de draagkracht van verdachte voor zover daarvan uit de stukken in het dossier blijkt.
Het hof is met de advocaat-generaal van oordeel dat het bewezenverklaarde feit oplegging van na te melden geldboete rechtvaardigt.
Toepassing van wetsartikelen
Het hof heeft gelet op de artikelen 23, 24, 24c en 300 van het Wetboek van Strafrecht.
De uitspraak
HET HOF,
RECHT DOENDE OP HET HOGER BEROEP bij verstek:
vernietigt het vonnis, waarvan beroep, en opnieuw recht doende:
verklaart het verdachte ten laste gelegde bewezen en kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart dit feit en verdachte strafbaar;
veroordeelt verdachte [verdachte] tot een geldboete van honderdvijftig euro;
beveelt dat vervangende hechtenis voor de duur van drie dagen zal worden toegepast, indien noch volledige betaling noch volledig verhaal van het verschuldigde bedrag volgt;
verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte als voormeld meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen en spreekt verdachte daarvan vrij.
Dit arrest is aldus gewezen door mr. O. Anjewierden, voorzitter, mr. K. Lahuis en mr. G.J. Niezink, in tegenwoordigheid van mr. A. Meester als griffier, zijnde mr. Niezink voornoemd buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.
- 4 - 24-002027-08