ECLI:NL:GHARN:2009:BH6273

Gerechtshof Arnhem

Datum uitspraak
13 maart 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
000686-08
Instantie
Gerechtshof Arnhem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Raadkamer
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van bezwaarschrift ex artikel 22g Sr wegens te late indiening

In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem op 13 maart 2009 uitspraak gedaan over de ontvankelijkheid van een bezwaarschrift dat was ingediend door een veroordeelde. De veroordeelde was eerder, op 19 november 2007, veroordeeld tot een taakstraf van vijfenzeventig uren, met de waarschuwing dat bij niet-nakoming vervangende hechtenis van zevenendertig dagen zou worden opgelegd. De kennisgeving van de omzetting van de taakstraf naar vervangende hechtenis werd op 25 oktober 2008 aan de veroordeelde betekend. Volgens artikel 22g lid 3 van het Wetboek van Strafrecht diende het bezwaarschrift binnen veertien dagen na deze betekening te worden ingediend.

De termijn voor het indienen van het bezwaar verliep op 8 november 2008, maar door de Algemene termijnenwet werd deze termijn verlengd tot en met 10 november 2008. Het bezwaarschrift werd echter pas op 11 november 2008 bij het hof ingekomen, wat betekende dat het te laat was. Het hof heeft de stukken van de zaak bekeken en de zaak behandeld tijdens een openbare terechtzitting op 27 februari 2009. Na het horen van de advocaat-generaal en de veroordeelde, heeft het hof geoordeeld dat de veroordeelde niet-ontvankelijk is in zijn bezwaar, omdat het bezwaarschrift niet tijdig was ingediend.

Het arrest van het hof benadrukt het belang van het tijdig indienen van bezwaarschriften en de gevolgen van het niet naleven van de wettelijke termijnen. De uitspraak is gedaan door een meervoudige strafkamer, waarbij mr. H.J. Deuring als voorzitter fungeerde, bijgestaan door mrs. H.M. Poelman en J.J. Beswerda, en mr. H. de Ruijter als griffier.

Uitspraak

GERECHTSHOF TE ARNHEM
NEVENZITTINGSPLAATS LEEUWARDEN
Arrest van 13 maart 2009 van het gerechtshof, meervoudige strafkamer, op het bezwaarschrift ex artikel 22g van het Wetboek van Strafrecht van:
[veroordeelde],
geboren [1975] te [geboorteplaats],
wonende te [woonplaats], [adres],
ter terechtzitting verschenen.
De inhoud van het bezwaar
Het hof heeft de veroordeelde bij zijn arrest van 19 november 2007 veroordeeld tot onder meer een taakstraf, bestaande uit een werkstraf voor de duur van vijfenzeventig uren, met bevel voor het geval dat de veroordeelde de werkstraf niet naar behoren verricht, dat vervangende hechtenis voor de duur van zevenendertig dagen zal worden toegepast.
Voormeld bezwaarschrift, ingekomen op 11 november 2008, keert zich tegen de kennisgeving d.d. 20 oktober 2008 van de advocaat-generaal aan de veroordeelde tot tenuitvoerlegging van de vervangende hechtenis.
De behandeling
Het hof heeft gezien de stukken. De zaak is behandeld ter openbare terechtzitting van
27 februari 2009.
Het hof heeft gehoord de advocaat-generaal en de veroordeelde.
De ontvankelijkheid van het bezwaar
Ingevolge artikel 22g lid 3 Sr kan tegen een kennisgeving tot omzetting binnen veertien dagen na betekening een bezwaarschrift worden ingediend. Op 25 oktober 2008 is de kennisgeving aan de veroordeelde in persoon uitgereikt. De termijn voor het indienen van bezwaar verliep derhalve op (zaterdag) 8 november 2008 en moest ingevolge het bepaalde in artikel 1 van de Algemene termijnenwet worden verlengd tot en met (maandag) 10 november 2008. Het bezwaarschrift is blijkens een daarop gesteld stempel op 11 november 2008 en dus te laat bij het hof ingekomen. Het hof zal veroordeelde daarom niet-ontvankelijk verklaren in zijn bezwaar.
De uitspraak
Het hof:
verklaart veroordeelde niet-ontvankelijk in zijn bezwaar.
Dit arrest is gewezen door mr. H.J. Deuring, als voorzitter, mrs. H.M. Poelman en J.J. Beswerda, in tegenwoordigheid van mr. H. de Ruijter als griffier.