ECLI:NL:GHARN:2009:BH6273
Gerechtshof Arnhem
- Raadkamer
- H.J. Deuring
- H.M. Poelman
- J.J. Beswerda
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van bezwaarschrift ex artikel 22g Sr wegens te late indiening
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem op 13 maart 2009 uitspraak gedaan over de ontvankelijkheid van een bezwaarschrift dat was ingediend door een veroordeelde. De veroordeelde was eerder, op 19 november 2007, veroordeeld tot een taakstraf van vijfenzeventig uren, met de waarschuwing dat bij niet-nakoming vervangende hechtenis van zevenendertig dagen zou worden opgelegd. De kennisgeving van de omzetting van de taakstraf naar vervangende hechtenis werd op 25 oktober 2008 aan de veroordeelde betekend. Volgens artikel 22g lid 3 van het Wetboek van Strafrecht diende het bezwaarschrift binnen veertien dagen na deze betekening te worden ingediend.
De termijn voor het indienen van het bezwaar verliep op 8 november 2008, maar door de Algemene termijnenwet werd deze termijn verlengd tot en met 10 november 2008. Het bezwaarschrift werd echter pas op 11 november 2008 bij het hof ingekomen, wat betekende dat het te laat was. Het hof heeft de stukken van de zaak bekeken en de zaak behandeld tijdens een openbare terechtzitting op 27 februari 2009. Na het horen van de advocaat-generaal en de veroordeelde, heeft het hof geoordeeld dat de veroordeelde niet-ontvankelijk is in zijn bezwaar, omdat het bezwaarschrift niet tijdig was ingediend.
Het arrest van het hof benadrukt het belang van het tijdig indienen van bezwaarschriften en de gevolgen van het niet naleven van de wettelijke termijnen. De uitspraak is gedaan door een meervoudige strafkamer, waarbij mr. H.J. Deuring als voorzitter fungeerde, bijgestaan door mrs. H.M. Poelman en J.J. Beswerda, en mr. H. de Ruijter als griffier.