ECLI:NL:GHARN:2009:BH5985
Gerechtshof Arnhem
- Hoger beroep
- J. Laméris-Tebbenhoff Rijnenberg
- A. Dijkstra
- H. Elzinga
- Rechtspraak.nl
Verzoek om schadevergoeding na onterecht ondergane detentie
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem op 13 maart 2009 uitspraak gedaan in een verzoek ex artikel 89 van het Wetboek van Strafvordering. Verzoeker, die ten onrechte 136 dagen in voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, heeft een schadevergoeding aangevraagd voor de immateriële schade die hij heeft geleden als gevolg van deze detentie. Het hof heeft vastgesteld dat verzoeker op 9 september 2006 is aangehouden en op 23 januari 2007 is vrijgesproken van de ten laste gelegde feiten. De detentie heeft geleid tot schade, waarvoor verzoeker een vergoeding van € 10.645,00 heeft gevraagd, inclusief kosten voor de indiening van het verzoekschrift. Tijdens de behandeling in raadkamer op 27 februari 2009 is het hof tot de conclusie gekomen dat er gronden van billijkheid aanwezig zijn om verzoeker een schadevergoeding toe te kennen. Het hof heeft de schadevergoeding vastgesteld op € 9.870,00, bestaande uit € 285,00 voor 3 dagen detentie op het politiebureau en € 9.310,00 voor 133 dagen detentie in het Huis van Bewaring, plus € 275,00 voor de kosten van het verzoekschrift. Het hof heeft het meer of anders verzochte afgewezen en de tenuitvoerlegging van de schadevergoeding bevolen.