ECLI:NL:GHARN:2009:BH5985

Gerechtshof Arnhem

Datum uitspraak
13 maart 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
000364-08
Instantie
Gerechtshof Arnhem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek om schadevergoeding na onterecht ondergane detentie

In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem op 13 maart 2009 uitspraak gedaan in een verzoek ex artikel 89 van het Wetboek van Strafvordering. Verzoeker, die ten onrechte 136 dagen in voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, heeft een schadevergoeding aangevraagd voor de immateriële schade die hij heeft geleden als gevolg van deze detentie. Het hof heeft vastgesteld dat verzoeker op 9 september 2006 is aangehouden en op 23 januari 2007 is vrijgesproken van de ten laste gelegde feiten. De detentie heeft geleid tot schade, waarvoor verzoeker een vergoeding van € 10.645,00 heeft gevraagd, inclusief kosten voor de indiening van het verzoekschrift. Tijdens de behandeling in raadkamer op 27 februari 2009 is het hof tot de conclusie gekomen dat er gronden van billijkheid aanwezig zijn om verzoeker een schadevergoeding toe te kennen. Het hof heeft de schadevergoeding vastgesteld op € 9.870,00, bestaande uit € 285,00 voor 3 dagen detentie op het politiebureau en € 9.310,00 voor 133 dagen detentie in het Huis van Bewaring, plus € 275,00 voor de kosten van het verzoekschrift. Het hof heeft het meer of anders verzochte afgewezen en de tenuitvoerlegging van de schadevergoeding bevolen.

Uitspraak

Beschikking d.d. 13 maart 2009 van het gerechtshof te Arnhem, nevenzittingsplaats Leeuwarden, meervoudige raadkamer, op het verzoek ex artikel 89 van het Wetboek van Strafvordering van:
[verzoeker],
geboren op [1954] te [geboorteplaats],
wonende te [woonplaats], [adres],
te dezer zake domicilie kiezende te [plaats],
aan de [adres], ten kantore van zijn advocaat, mr. A.H.A. Beijersbergen van Henegouwen.
Verzoeker en zijn advocaat voornoemd zijn ingelicht omtrent de behandeling van het verzoekschrift ter openbare raadkamer van het gerechtshof d.d. 27 februari 2009. De raadsman is schriftelijk meegedeeld dat hun verschijnen niet vereist is omdat het verzoek voldoende gemotiveerd is. Verzoeker en zijn advocaat zijn niet in openbare raadkamer verschenen.
Het verzoek
Verzoeker vraagt vergoeding ten laste van de Staat voor de schade welke hij ten gevolge van ondergane detentie in een strafzaak heeft geleden ten bedrage van € 10.645,00, zoals nader in het verzoekschrift en de aanvulling is aangegeven.
Voorts vraagt verzoeker een vergoeding voor de gemaakte kosten van de indiening van het verzoekschrift (zonder mondelinge behandeling) ten bedrage van € 450,00.
De behandeling in raadkamer
Het hof heeft in openbare raadkamer van 27 februari 2009 gezien de stukken, waaronder het verzoekschrift en de op de strafzaak betrekking hebbende stukken. Het hof heeft voorts gehoord de advocaat-generaal.
De beoordeling van het verzoek/het hoger beroep
Uit het onderzoek in openbare raadkamer is - voor zover hier van belang - het hof het navolgende gebleken:
- tegen verzoeker is een strafzaak aanhangig geweest, behandeld in eerste aanleg onder parketnummer 07-607372-06 door de meervoudige strafkamer in de rechtbank Zwolle-Lelystad op 23 januari 2007 en vervolgens in hoger beroep onder parketnummer 24-000394-07 door dit hof op 20 maart 2008;
- verzoeker heeft 136 dagen (te weten van 9 september 2006 tot en met 23 januari 2007) in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht;
- verzoeker is bij arrest van dit hof op 3 april 2008 vrijgesproken van het feit, waarop voormelde detentie betrekking had;
- voormeld arrest is onherroepelijk geworden op 18 april 2008;
- de strafzaak tegen verzoeker is geëindigd zonder oplegging van straf of maatregel;
- verzoeker heeft tengevolge van voormelde detentie schade geleden;
- verzoeker heeft het verzoek op de voorgeschreven wijze en tijdig ingediend.
Het hof is van oordeel dat gronden van billijkheid aanwezig zijn om aan verzoeker ter zake van immateriële schade een schadevergoeding toe te kennen.
Gelet op het vorenstaande zal het hof aan verzoeker de volgende vergoeding ten laste van de Staat toe kennen voor de schade, welke hij tengevolge van voormelde detentie in voormelde strafzaak heeft geleden:
- 3 dagen ondergane detentie op het politiebureau à € 95,00 € 285,00
- 133 dagen ondergane detentie in het Huis van Bewaring à € 70,00 € 9.310,00
- kosten verzoekschrift overeenkomstig de ter zake geldende
landelijke richtlijnen € 275,00
Totaal € 9.870,00
Beslissing
kent aan verzoeker[verzoeker] toe een vergoeding ten laste van de Staat ten bedrage van € 9.870,00;
wijst af het meer of anders verzochte;
Aldus gegeven door mrs. Laméris-Tebbenhoff Rijnenberg, Dijkstra en Elzinga en ondertekend door de voorzitter en de griffier.
beveelt de tenuitvoerlegging ten aanzien van dit bedrag door overmaking van dat bedrag op bankrekening nr. [nummer] ten name van [stichting].
Voorzitter