ECLI:NL:GHARN:2009:BH5257
Gerechtshof Arnhem
- Hoger beroep
- S.H. Wachter
- J. Hielkema
- M. Lolkema
- Rechtspraak.nl
Poging tot oplichting met valse hoedanigheid en schadevergoeding
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem op 9 maart 2009 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Zwolle-Lelystad. De verdachte, geboren in 1977, was eerder veroordeeld voor een poging tot oplichting. De politierechter had de verdachte veroordeeld tot een straf en had beslist op de vordering van de benadeelde partij tot schadevergoeding. De verdachte heeft tijdig hoger beroep ingesteld. Tijdens de zitting in hoger beroep heeft de raadsvrouw van de verdachte verklaard dat zij gemachtigd was om de verdachte te verdedigen. De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het hof de verdachte zou veroordelen tot een gevangenisstraf van vier maanden en dat de benadeelde partij niet-ontvankelijk zou worden verklaard in zijn vordering tot schadevergoeding.
Het hof heeft vastgesteld dat er geen proces-verbaal van de terechtzitting in eerste aanleg was opgemaakt, waardoor het hof niet kon beoordelen of het onderzoek in eerste aanleg overeenkomstig de wet heeft plaatsgevonden. Om deze reden heeft het hof het vonnis van de politierechter vernietigd en opnieuw recht gedaan. Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan een poging tot oplichting door zich voor te doen als medewerker van de belastingdienst en de benadeelde te verzoeken een betaling te doen op een rekening die toebehoorde aan de verdachte. Het hof heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van vier maanden, rekening houdend met eerdere veroordelingen van de verdachte voor vergelijkbare feiten.
De vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij is niet met voldoende bewijs gestaafd, waardoor het hof de benadeelde partij niet-ontvankelijk heeft verklaard in zijn vordering. De kosten van het geding zijn voor rekening van de benadeelde partij, die in dit geval op nihil zijn begroot. Het arrest is gewezen door een meervoudige strafkamer van het hof, met mr. S.H. Wachter als voorzitter.