ECLI:NL:GHARN:2009:BH4681
Gerechtshof Arnhem
- Hoger beroep kort geding
- Rechtspraak.nl
Ontslag op staande voet en arbeidsongeschiktheid in kort geding
In deze zaak gaat het om een hoger beroep in kort geding over de rechtmatigheid van een ontslag op staande voet wegens werkweigering. De appellant, Aqua World, heeft hoger beroep ingesteld tegen een vonnis van de kantonrechter waarin de loonvordering van de geïntimeerde, [geïntimeerde], werd toegewezen. De kern van het geschil betreft de vraag of [geïntimeerde] op het moment van de werkweigering door ziekte arbeidsongeschikt was. Het hof oordeelt dat er in dit stadium onvoldoende bewijs is dat [geïntimeerde] daadwerkelijk arbeidsongeschikt was op het moment dat hij door Aqua World werd opgeroepen om te komen werken. De enkele ziekmelding en de communicatie met het UWV zijn niet voldoende om te concluderen dat er sprake was van arbeidsongeschiktheid.
Het hof bevestigt dat de arbeidsovereenkomst op 28 maart 2007 rechtsgeldig is geëindigd, maar oordeelt dat de loonvordering van [geïntimeerde] over de periode tot die datum in stand blijft. Aqua World heeft niet voldoende onderbouwd dat de arbeidsovereenkomst eerder rechtsgeldig was beëindigd. Het hof concludeert dat de kantonrechter terecht de loonvordering heeft toegewezen en dat Aqua World als in het ongelijk gestelde partij moet worden aangemerkt. De kosten van het hoger beroep worden gecompenseerd, wat betekent dat iedere partij zijn eigen kosten draagt.