ECLI:NL:GHARN:2009:BH4113

Gerechtshof Arnhem

Datum uitspraak
6 januari 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
200.007.138
Instantie
Gerechtshof Arnhem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van hoger beroep wegens gebrek aan gronden

In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem op 6 januari 2009 uitspraak gedaan in hoger beroep. De appellante, een besloten vennootschap, had hoger beroep ingesteld tegen een vonnis van de kantonrechter van 22 februari 2008. In de appeldagvaarding en de memorie van grieven heeft de appellante echter geen gronden aangevoerd voor het hoger beroep. Hierdoor voldeed de vordering niet aan de wettelijke eisen, wat leidde tot de conclusie dat de appellante niet-ontvankelijk moest worden verklaard in haar hoger beroep. Het hof heeft vastgesteld dat de appellante nodeloos kosten heeft veroorzaakt door het indienen van het hoger beroep zonder deugdelijke gronden. Daarom is de appellante ook veroordeeld in de kosten van het hoger beroep, die zijn begroot op € 316,- voor salaris en € 254,- voor griffierecht. Het hof heeft de uitspraak gedaan in aanwezigheid van de griffier tijdens een openbare terechtzitting.

Uitspraak

GERECHTSHOF ARNHEM
Sector civiel recht
zaaknummer 200.007.138
arrest van de vijfde civiele kamer van 6 januari 2009
inzake
[appellante],
wonende te [woonplaats],
appellante,
advocaat: mr. Chr. Nome,
tegen:
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
Vodafone Libertel B.V.,
gevestigd te Maastricht,
geïntimeerde,
advocaat: mr. A.T. Bolt.
1. Het geding in eerste aanleg
Voor het geding in eerste aanleg verwijst het hof naar de inhoud van het vonnis van
22 februari 2008 dat de kantonrechter (rechtbank Arnhem, sector kanton, locatie Nijmegen) tussen de geïntimeerde (hierna ook te noemen: Vodafone) als eiseres en de appellante (hierna ook te noemen: [appellante]) als gedaagde heeft gewezen; van dat vonnis is een fotokopie aan dit arrest gehecht.
2. Het geding in hoger beroep
2.1 [appellante] heeft bij exploot van 21 mei 2008 Vodafone aangezegd van dat vonnis van 22 februari 2008 in hoger beroep te komen, met dagvaarding van Vodafone voor dit hof.
2.2 [appellante] heeft royement verzocht. Tegen dat verzoek heeft Vodafone bezwaar gemaakt.
2.3 Vervolgens heeft Vodafone de stukken voor het wijzen van arrest aan het hof overgelegd en heeft het hof arrest bepaald.
3. De motivering van de beslissing in hoger beroep
3.1 Nu [appellante] noch in de appeldagvaarding noch bij memorie van grieven gronden voor het hoger beroep heeft aangevoerd en de vordering in hoger beroep dus niet naar de eis van de wet met redenen is omkleed, zal [appellante] niet-ontvankelijk worden verklaard in het hoger beroep.
3.2 Gelet op het voorgaande, zal het hof [appellante] veroordelen in de kosten van het hoger beroep, nu zij deze immers nodeloos heeft veroorzaakt.
4. De beslissing
Het hof, recht doende in hoger beroep:
verklaart [appellante] niet-ontvankelijk in haar hoger beroep van het tussen de partijen op
22 februari 2008 gewezen vonnis van de kantonrechter (rechtbank Arnhem, sector kanton, locatie Nijmegen);
veroordeelt [appellante] in de kosten van het hoger beroep, tot aan deze uitspraak aan de zijde van Vodafone begroot op € 316,- voor salaris overeenkomstig het liquidatietarief en op
€ 254,- voor griffierecht.
Dit arrest is gewezen door mrs. J.P. Fokker, I.A. Katz-Soeterboek en M.L. van der Bel en is in tegenwoordigheid van de griffier uitgesproken ter openbare terechtzitting van 6 januari 2009.