ECLI:NL:GHARN:2009:BH3899

Gerechtshof Arnhem

Datum uitspraak
24 februari 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
24-000679-07
Instantie
Gerechtshof Arnhem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak van verduistering in dienstbetrekking en diefstal na onvoldoende bewijs

In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem op 24 februari 2009 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Zwolle-Lelystad. De verdachte was eerder veroordeeld voor een misdrijf, maar heeft tijdig hoger beroep aangetekend. Tijdens de zitting in hoger beroep zijn getuigen gehoord en zijn beelden van bewakingscamera's bekeken. Het hof heeft vastgesteld dat er onvoldoende wettig en overtuigend bewijs is dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan verduistering in dienstbetrekking of diefstal.

De tenlastelegging betrof het opzettelijk wederrechtelijk toe-eigenen van een LCD-scherm dat toebehoorde aan een ander, in dit geval een benadeelde. De verdachte zou dit hebben gedaan in zijn hoedanigheid als magazijnmedewerker. Het hof heeft in een tussenarrest van 17 november 2008 bepaald dat het onderzoek niet volledig was en dat de getuige opnieuw gehoord diende te worden. Na het horen van de getuige en het bekijken van de camerabeelden, concludeerde het hof dat er onvoldoende bewijs was voor de beschuldigingen.

Het hof heeft het vonnis van de politierechter vernietigd en de verdachte vrijgesproken van zowel de primair als subsidiair ten laste gelegde feiten. De uitspraak benadrukt het belang van wettig en overtuigend bewijs in strafzaken en de rol van getuigenverklaringen en bewijsmateriaal in de beoordeling van de zaak.

Uitspraak

Parketnummer: 24-000679-07
Parketnummer eerste aanleg: 07-440124-06
Arrest van 24 februari 2009 van het gerechtshof te Arnhem, nevenzittingsplaats Leeuwarden, meervoudige strafkamer, op het hoger beroep tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Zwolle-Lelystad van 9 maart 2007 in de strafzaak tegen:
[verdachte],
geboren op [1962] te [geboorteplaats],
wonende te [woonplaats], [adres],
verschenen in persoon, bijgestaan door zijn raadsman mr. R.W. van Faassen, advocaat te Zwolle.
Het vonnis waarvan beroep
De politierechter in de rechtbank Zwolle-Lelystad heeft de verdachte bij het vonnis wegens een misdrijf veroordeeld tot straffen, zoals in dat vonnis omschreven.
Gebruik van het rechtsmiddel
De verdachte is op de voorgeschreven wijze en tijdig in hoger beroep gekomen.
Het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep, alsmede het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
De vordering van de advocaat-generaal
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het hof verdachte zal vrijspreken van het primair en subsidiair ten laste gelegde.
De beslissing op het hoger beroep
Het hof zal het vonnis vernietigen en opnieuw recht doen.
Tenlastelegging
Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
hij op of omstreeks 15 mei 2006 in de gemeente [gemeente] tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk een LCD-scherm (merk Philips), in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele toebehoorde(n) aan [benadeelde], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), en welk(e) goed(eren) verdachte en/of zijn mededader(s) uit hoofde van zijn persoonlijke dienstbetrekking van/als magazijnmedewerker, in elk geval anders dan door misdrijf onder zich had(den), wederrechtelijk zich heeft toegeëigend;
althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 15 mei 2006 in de gemeente [gemeente] tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een LCD-scherm (merk Philips), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s).
Vrijspraak
Bij tussenarrest van 17 november 2008 heeft het hof bepaald dat het onderzoek ter terechtzitting van 3 november 2008 niet volledig is geweest en dat het onderzoek ter terechtzitting van 10 februari 2009 zou worden hervat, tijdens welke terechtzitting aangever [getuige] als getuige zou worden gehoord. Het hof heeft in dat tussenarrest voorts bepaald dat de beelden van de bewakingscamera's, indien aanwezig, aan het dossier dienden te worden toegevoegd.
Gelet op de ter terechtzitting van het hof van 10 februari 2009 afgelegde verklaring door getuige [getuige] en de tijdens die terechtzitting getoonde beelden van de bewakingscamera's, is het hof met de advocaat-generaal en de raadsman van oordeel dat er onvoldoende wettig en overtuigend bewijs is dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het ten laste gelegde.
Het hof acht derhalve niet bewezen hetgeen primair en subsidiair aan verdachte is ten laste gelegd, zodat hij daarvan moet worden vrijgesproken.
De uitspraak
HET HOF,
RECHT DOENDE OP HET HOGER BEROEP:
vernietigt het vonnis, waarvan beroep, en opnieuw recht doende:
verklaart het verdachte primair en subsidiair ten laste gelegde niet bewezen en spreekt hem daarvan vrij.
Dit arrest is aldus gewezen door mr. H.J. Deuring, voorzitter, mr. G. Dam en
mr. F.R. Vermeer, in tegenwoordigheid van mr. E.M. Mulder als griffier, zijnde
mr. Vermeer voornoemd buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.