ECLI:NL:GHARN:2009:BH2981

Gerechtshof Arnhem

Datum uitspraak
16 februari 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
24-000650-08
Instantie
Gerechtshof Arnhem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor wederrechtelijk binnendringen zonder strafoplegging

In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem op 16 februari 2009 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Zwolle-Lelystad. De verdachte was beschuldigd van wederrechtelijk binnendringen in een besloten lokaal, in dit geval een supermarkt, waar haar de toegang was ontzegd voor een periode van 12 maanden. De feiten vonden plaats op 2 april 2007, toen de verdachte, ondanks de toegangsverbod, het besloten lokaal binnenging. Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte inderdaad wederrechtelijk het lokaal is binnengedrongen, maar heeft niet bewezen geacht dat er meer of andere feiten aan de verdachte ten laste gelegd konden worden.

Het hof heeft het vonnis van de politierechter vernietigd en opnieuw recht gedaan. De verdachte is schuldig bevonden aan het ten laste gelegde feit, maar het hof heeft besloten geen straf of maatregel op te leggen. Dit besluit is genomen op basis van de geringe ernst van het feit, de zwakke psychische gesteldheid van de verdachte en het feit dat zij na het plegen van het feit niet meer met justitie in aanraking is gekomen. De advocaat-generaal had een voorwaardelijke geldboete van € 160,00 geëist, maar het hof heeft dit verzoek afgewezen. De uitspraak is gedaan door een meervoudige strafkamer, waarbij de voorzitter en twee andere rechters betrokken waren, en is in aanwezigheid van de griffier vastgesteld.

De uitspraak is van belang voor de rechtspraktijk, omdat het laat zien hoe het hof omgaat met de strafbaarheid van de verdachte en de omstandigheden waaronder het feit is gepleegd. Het hof heeft de relevante wetsartikelen, zoals artikel 9a en 138 van het Wetboek van Strafrecht, in overweging genomen bij het nemen van zijn beslissing.

Uitspraak

Arrest van 16 februari 2009 van het gerechtshof te Arnhem, nevenzittingsplaats Leeuwarden, meervoudige strafkamer, op het hoger beroep tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Zwolle-Lelystad van 30 augustus 2007 in de strafzaak tegen:
[verdachte],
geboren op [1956] te [geboorteplaats],
wonende te [woonplaats], [adres],
verschenen in persoon.
Het vonnis waarvan beroep
De politierechter in de rechtbank Zwolle-Lelystad heeft de verdachte bij het vonnis wegens een misdrijf veroordeeld tot een straf, zoals in dat vonnis omschreven.
Gebruik van het rechtsmiddel
De verdachte is op de voorgeschreven wijze en tijdig in hoger beroep gekomen.
Het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep, alsmede het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
De vordering van de advocaat-generaal
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het hof verdachte zal veroordelen tot een geldboete van € 160,00 geheel voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaren.
De beslissing op het hoger beroep
Het hof zal het vonnis vernietigen en opnieuw recht doen.
Tenlastelegging
Aan verdachte is ten laste gelegde dat:
zij op of omstreeks 2 april 2007 in de [gemeente] wederrechtelijk is binnengedrongen in een besloten lokaal gelegen op of aan de [straat] en in gebruik bij de [winkel], althans bij een ander of anderen dan bij verdachte immers was haar met ingang van 15 maart 2007 (schriftelijk) de toegang tot die supermarkt ontzegd voor de duur van 12 maanden.
Bewezenverklaring
Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het ten laste gelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
zij op 2 april 2007 in de [gemeente] wederrechtelijk is binnengedrongen in een besloten lokaal gelegen aan de [straat] en in gebruik bij de [winkel], immers was haar met ingang van 15 maart 2007 schriftelijk de toegang tot die supermarkt ontzegd voor de duur van 12 maanden.
Het hof acht niet bewezen hetgeen aan verdachte als voormeld meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen.
Kwalificatie
Het bewezen verklaarde levert op het misdrijf:
in het besloten lokaal, bij een ander in gebruik, wederrechtelijk binnendringen.
Strafbaarheid
Het hof acht verdachte strafbaar. Strafuitsluitingsgronden worden niet aanwezig geacht.
Strafmotivering
In verband met de geringe ernst van het bewezen verklaarde feit, de kennelijk zwakke psychische gesteldheid van verdachte en de omstandigheden waaronder dit feit is begaan, acht het hof het raadzaam te bepalen dat geen straf of maatregel wordt opgelegd. Hierbij heeft het hof mede in aanmerking genomen dat verdachte na het plegen van dit feit niet meer met justitie in aanraking is gekomen.
Toepassing van wetsartikelen
Het hof heeft gelet op de artikelen 9a en 138 van het Wetboek van Strafrecht.
De uitspraak
HET HOF,
RECHT DOENDE OP HET HOGER BEROEP:
vernietigt het vonnis, waarvan beroep, en opnieuw recht doende:
verklaart het verdachte ten laste gelegde bewezen en kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart dit feit en verdachte strafbaar;
verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte als voormeld meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen en spreekt verdachte daarvan vrij;
bepaalt dat aan [verdachte] geen straf of maatregel wordt opgelegd.
Dit arrest is aldus gewezen door mr. S.H. Wachter, voorzitter, mr. L.T. Wemes en
mr. J.A. Wiarda, in tegenwoordigheid van mr. J. Brink als griffier, zijnde mr. Wiarda voornoemd buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.