ECLI:NL:GHARN:2009:BH2410

Gerechtshof Arnhem

Datum uitspraak
10 februari 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
24-000185-08
Instantie
Gerechtshof Arnhem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep tegen vonnis kinderrechter inzake winkeldiefstallen door jonge verdachte

In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem op 10 februari 2009 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de kinderrechter in de rechtbank Zwolle-Lelystad. De verdachte, een 19-jarige vrouw, was in eerste aanleg veroordeeld voor twee winkeldiefstallen, gepleegd op respectievelijk 27 oktober 2007 en 15 augustus 2007. De verdachte ontkende de ten laste gelegde feiten, maar het hof oordeelde dat er voldoende wettig en overtuigend bewijs aanwezig was. Dit bewijs bestond onder andere uit camerabeelden en getuigenverklaringen die de betrokkenheid van de verdachte bij de diefstallen bevestigden.

Het hof heeft de persoonlijke omstandigheden van de verdachte in overweging genomen, waaronder haar jonge leeftijd en recente bevalling. Gezien deze omstandigheden heeft het hof besloten om de opgelegde jeugddetentie voorwaardelijk op te leggen, met een proeftijd van twee jaar. Daarnaast is er een taakstraf van 60 uren opgelegd, subsidiair 30 dagen jeugddetentie. Het hof heeft de eerdere veroordelingen en justitiecontacten van de verdachte meegewogen in de strafmotivering, waarbij het hof benadrukte dat de gepleegde feiten ernstige gevolgen hebben voor de middenstand.

De uitspraak van het hof vernietigt het eerdere vonnis en legt de verdachte de straf op die in overeenstemming is met de ernst van de feiten en de omstandigheden van de verdachte. Het hof heeft ook beslist over de onttrekking aan het verkeer van in beslag genomen voorwerpen die zijn gebruikt bij de diefstallen. De uitspraak is gedaan door een meervoudige strafkamer van het hof, waarbij de voorzitter en de andere rechters de zaak gezamenlijk hebben beoordeeld.

Uitspraak

Parketnummer: 24-000185-08
Parketnummers eerste aanleg: 07-610093-07 en 07-612217-07
Arrest van 10 februari 2009 van het gerechtshof te Arnhem, nevenzittingsplaats Leeuwarden, meervoudige strafkamer, op het hoger beroep tegen het vonnis van de kinderrechter in de rechtbank Zwolle-Lelystad van 18 januari 2008 in de oorspronkelijk onder de parketnummers 07-610093-07 en 07-612217-07 afzonderlijk aangebrachte, maar ter terechtzitting in eerste aanleg gevoegde strafzaken, hierna te noemen respectievelijk zaak A en zaak B, tegen:
[verdachte],
geboren op [1989] te [geboorteplaats],
wonende te [woonplaats], [adres],
verschenen in persoon, bijgestaan door haar raadsman, mr. H. Polat, advocaat te Lelystad.
Het vonnis waarvan beroep
De kinderrechter in de rechtbank Zwolle-Lelystad heeft de verdachte bij het vonnis, in de gevoegde zaken, wegens misdrijven veroordeeld tot straffen en een beslissing genomen over de inbeslaggenomen voorwerpen, zoals in dat vonnis omschreven.
Gebruik van het rechtsmiddel
De verdachte is op de voorgeschreven wijze en tijdig in hoger beroep gekomen.
Het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep, alsmede het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
De vordering van de advocaat-generaal
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het hof verdachte voor het in de zaken A en B ten laste gelegde zal veroordelen tot jeugddetentie voor de duur van een week voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaren, alsmede tot een werkstraf van 60 uren, subsidiair 30 dagen jeugddetentie. Voorts heeft de advocaat-generaal de onttrekking aan het verkeer gevorderd van de onder verdachte inbeslaggenomen voorwerpen.
De beslissing op het hoger beroep
Het hof zal het vonnis vernietigen en opnieuw recht doen.
Tenlastelegging
Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
zaak A
zij op of omstreeks 27 oktober 2007 te [plaats] tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit een winkel, ([supermarkt] aan de [adres] aldaar), heeft/hebben weggenomen (29) DVD's (shrek de derde), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [supermarkt], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of haar mededader(s);
zaak B
zij op of omstreeks 15 augustus 2007 in de gemeente [gemeente] tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen één of meer make-upartikel(en) (mascara en/of foundation van het merk Max Factor) en/of een (baby)drinkbeker, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan de [drogisterij] (gevestigd aan de [adres]), in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of haar mededader(s);
Overwegingen omtrent het bewijs van het in zaak A verklaarde
Verdachte ontkent beide feiten te hebben begaan. Door de raadsman is ten aanzien van zaak B geen uitdrukkelijk onderbouwd verweer gevoerd, terwijl het hof wettig en overtuigend bewijs voor dit feit aanwezig acht.
Ten aanzien van zaak A acht het hof op grond van de navolgende - hier summier aangeduide - bewijsmiddelen bewezen dat verdachte het ten laste gelegde heeft begaan.
- Op grond van de beelden van de bewakingscamera van de supermarkt, [supermarkt] aan de [adres] te [plaats], staat vast dat verdachte zich, tezamen met haar echtgenoot, heeft opgehouden bij het rek, waaruit de dvd's zijn gestolen. Dat zij zich aldaar bevonden, wordt ook bevestigd door haar eigen verklaring.
- Bedrijfsleider [aangever] doet aangifte van diefstal van dvd's. Hij heeft de wegneem- handelingen niet zelf gezien, maar wordt daarover ingelicht door een winkelmedewerkster die dit van een verder onbekend gebleven klant heeft vernomen. Hij spreekt de echtgenoot van verdachte buiten de winkel aan. De zich bij hem bevindende vrouw (verdachte) rent daarop weg. De man weigert mee naar binnen te gaan. Aangever zegt de politie te zullen bellen, waarop ook de echtgenoot wegrent. Aangever verklaart tevens dat het rek met dvd's in korte tijd aanzienlijk leger is geworden.
- Getuige [getuige] ziet een vrouw met een heel wijde rok langs zijn viskraam op de parkeerplaats aan de [adres] te [plaats] rennen. Zij voldoet aan het signalement van verdachte. De vrouw kijkt voortdurend achterom en heeft een soort stoffen zak in haar handen. Ze verdwijnt achter een gebouw en komt even later weer te voorschijn, nu zonder zak. Anders dan de raadsman is het hof van oordeel dat de telefonische verklaring van deze getuige, gerelateerd in een ambtsedig proces-verbaal, kan worden gebezigd voor het bewijs dat verdachte het ten laste gelegde heeft begaan.
-Op een afstand van 50 meter van het winkelcentrum wordt door [aangever] in de struiken een donkerkleurig kleed aangetroffen, alsmede een stoffen zak met daarin 29 dvd's, afkomstig van de betreffende vestiging van [supermarkt].
Verdachte heeft noch ten overstaan van verbalisanten noch ter terechtzitting van het hof deze belastende verklaringen op enigerlei wijze ontzenuwd.
Het hof acht daarom wettig en overtuigend bewezen dat verdachte (ook) het in zaak A ten laste gelegde heeft begaan.
Bewezenverklaring
Het hof acht bewezen dat
zaak A
zij op 27 oktober 2007 te [plaats], tezamen en in vereniging met een ander, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit een winkel, [supermarkt] aan de [adres] aldaar, heeft weggenomen 29 dvd's (Shrek de Derde), toebehorende aan [supermarkt];
zaak B
zij op 15 augustus 2007, in de gemeente [gemeente], tezamen en in vereniging met een ander, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen make-up artikelen (mascara en foundation van het merk Max Factor) en een babydrinkbeker, toebehorende aan de [drogisterij], gevestigd aan de [adres].
Het hof acht niet bewezen hetgeen aan verdachte als voormeld in de zaken A en B meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen.
Kwalificatie
Het bewezen verklaarde levert op het misdrijf:
zaak A en B, telkens:
diefstal, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen.
Strafbaarheid
Het hof acht verdachte strafbaar. Strafuitsluitingsgronden worden niet aanwezig geacht.
Strafmotivering
Het hof heeft de in hoger beroep op te leggen straf bepaald op grond van de ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en de persoon van de verdachte.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan een tweetal winkeldiefstallen. Zij heeft daarmee bijgedragen aan de materiële schade en hinder, die de middenstand daarvan ondervindt. De door verdachte daarbij ontvreemde goederen vertegenwoordigen een aanzienlijke waarde en duiden, gelet op de hoeveelheid, niet op diefstal enkel ten behoeve van eigen gebruik. Het hof stelt vast dat verdachte door haar stellige ontkenning geen inzicht heeft gegeven in hetgeen haar tot haar handelen heeft bewogen.
Het hof heeft voorts gelet op het de verdachte betreffend uittreksel uit het justitieel documentatieregister d.d. 5 november 2008, waaruit blijkt van zowel eerdere als van latere justitiecontacten in verband met soortgelijke feiten. Oplegging van jeugddetentie ligt daarom naar het oordeel van het hof in de rede. Enkel gelet op de persoonlijke omstandigheden van verdachte - zij is nog slechts 19 jaar oud, zeer recentelijk bevallen van een tweede kind en in huishoudelijk opzicht zorgdragend voor het grotere verband van haar familie - zal het hof deze vrijheidsstraf (thans) niet in onvoorwaardelijke vorm opleggen. De voorwaardelijke jeugddetentie van na te melden duur beoogt verdachte ervan te weerhouden opnieuw over te gaan tot het plegen van winkeldiefstallen. Het hof zal daaraan geen bijzondere voorwaarde verbinden, nu de Raad voor de Kinderbescherming blijkens de inhoud van de raadsrapportage van 15 januari 2008 daarvoor geen aanknopingspunten aanwezig acht.
Daarnaast zal het hof, uit het oogpunt van vergelding voor de door verdachte begane feiten, een werkstraf opleggen van na te melden duur.
Onttrekking aan het verkeer
De navolgende in beslag genomen voorwerpen zijn naar het oordeel van het hof vatbaar voor onttrekking, nu met behulp van die voorwerpen het in zaak B bewezen verklaarde is begaan en zij van zodanige aard zijn dat het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met de wet en/of het algemeen belang.
Het hof zal daarom de navolgende voorwerpen - beschouwd als gezamenlijkheid - onttrekken aan het verkeer:
- twee rokken, kleur zwart,
- een geprepareerde tas, kleur zwart.
Toepassing van wetsartikelen
Het hof heeft gelet op de artikelen 36b, 36c, 63 (oud), 77a, 77g (oud), 77i, 77m (oud), 77n,
77y (oud), 77z (oud), 77x (oud), 77gg, 310 en 311 van het Wetboek van Strafrecht.
De uitspraak
HET HOF,
RECHT DOENDE OP HET HOGER BEROEP:
vernietigt het vonnis, waarvan beroep, en opnieuw recht doende:
verklaart het verdachte in de zaken A en B ten laste gelegde bewezen en kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart deze feiten en verdachte strafbaar;
verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte als hiervoor vermeld in zaak A en in zaak B meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen en spreekt verdachte daarvan vrij;
veroordeelt verdachte [verdachte] tot jeugddetentie voor de duur van één week;
beveelt, dat deze straf niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, op grond dat veroordeelde zich voor het einde van een proeftijd twee jaren aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt;
veroordeelt verdachte tevens tot een taakstraf, bestaande uit een werkstraf, dat wil zeggen: het verrichten van onbetaalde arbeid voor de duur van zestig uren, indien niet naar behoren verricht te vervangen door dertig dagen jeugddetentie;
beveelt dat de tijd door de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering doorgebracht, bij de uitvoering van de hiervoor vermelde taakstraf bestaande uit werkstraf, zijnde het verrichten van onbetaalde arbeid geheel in mindering zal worden gebracht, berekend naar de maatstaf van twee uren onbetaalde arbeid per dag in verzekering doorgebracht;
verklaart aan het verkeer onttrokken:
twee rokken, kleur zwart;
een geprepareerde tas, kleur zwart.
Dit arrest is aldus gewezen door mr. L.T. Wemes, voorzitter, mr. H.J. Deuring en
mr. P.J.M. van den Bergh, in tegenwoordigheid van J.B. Schwerzel als griffier, zijnde
mr. Van den Bergh voornoemd buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.