ECLI:NL:GHARN:2009:BH1965
Gerechtshof Arnhem
- Hoger beroep
- M. Beswerda
- Rechtspraak.nl
Verzoek om vergoeding uit 's Rijks kas in strafzaak
Op 4 februari 2009 heeft het Gerechtshof Arnhem een beschikking gegeven in een verzoek ex artikelen 591 en 591a van het Wetboek van Strafvordering. Verzoeker, geboren in 1969 en vertegenwoordigd door zijn advocaat mr. J.A. Hoekstra, vroeg om een vergoeding van € 3.490,62 voor gemaakte kosten en/of geleden schade in een strafzaak. De behandeling van het verzoek vond plaats in openbare raadkamer op 21 januari 2009, waarbij verzoeker en zijn advocaat niet aanwezig waren. Het hof heeft de advocaat-generaal gehoord en het verzoek beoordeeld aan de hand van de ingediende stukken, waaronder het verzoekschrift en relevante documenten uit de strafzaak.
De strafzaak tegen verzoeker was eerder behandeld door de economische politierechter in de rechtbank Zwolle-Lelystad en in hoger beroep door de economische strafkamer van het hof. Het arrest van het hof, dat op 21 december 2007 werd uitgesproken, werd onherroepelijk op 5 januari 2008. De strafzaak eindigde zonder oplegging van straf of maatregel. Verzoeker heeft tijdig en op de juiste wijze zijn verzoek ingediend, waarin hij de kosten die hij heeft gemaakt als gevolg van de strafzaak uiteenzette.
Het hof heeft vastgesteld dat er gronden van billijkheid aanwezig zijn om verzoeker de gevraagde vergoeding toe te kennen. De totale vergoeding van € 3.490,62 bestaat uit verschillende kostenposten, waaronder het honorarium van de raadsman en andere gerelateerde kosten. De beslissing van het hof kent verzoeker de gevraagde vergoeding toe, die door de voorzitter is ondertekend en ten uitvoer gelegd zal worden.