ECLI:NL:GHARN:2009:BH1677

Gerechtshof Arnhem

Datum uitspraak
3 februari 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
24-003052-07
Instantie
Gerechtshof Arnhem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep tegen veroordeling voor rijden onder invloed met recidive en verkeersongeval

In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem op 3 februari 2009 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Zwolle-Lelystad. De verdachte, geboren in 1985, was eerder veroordeeld voor rijden onder invloed en had op 13 juli 2007 een verkeersongeval veroorzaakt terwijl hij onder invloed van alcohol was. Het hof oordeelde dat de verdachte het motorrijtuig bestuurde met een alcoholgehalte van 595 microgram per liter uitgeademde lucht, wat ruim zesmaal hoger was dan de toegestane 88 microgram. De politierechter had de verdachte eerder veroordeeld tot straffen, waaronder een ontzegging van de rijbevoegdheid. De advocaat-generaal vorderde in hoger beroep een geldboete van € 700,- en een ontzegging van de rijbevoegdheid voor zes maanden. Het hof vernietigde het eerdere vonnis en sprak de verdachte vrij van het tweede ten laste gelegde feit, maar bevestigde de veroordeling voor het eerste feit. De verdachte werd veroordeeld tot een geldboete van € 700,- en een ontzegging van de rijbevoegdheid voor zes maanden. Het hof hield rekening met de ernst van het feit, de omstandigheden waaronder het was begaan en de recidive van de verdachte. De uitspraak benadrukt de noodzaak van verkeersveiligheid en de gevolgen van rijden onder invloed.

Uitspraak

Parketnummer: 24-003052-07
Parketnummer eerste aanleg: 07-490625-07
Arrest van 3 februari 2009 van het gerechtshof te Arnhem, nevenzittingsplaats Leeuwarden, meervoudige strafkamer, op het hoger beroep tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Zwolle-Lelystad van 23 november 2007 in de strafzaak tegen:
[verdachte],
geboren op [1985] te [geboorteplaats],
wonende te [woonplaats], [adres],
verschenen in persoon.
Het vonnis waarvan beroep
De politierechter in de rechtbank Zwolle-Lelystad heeft de verdachte bij het vonnis wegens een misdrijf en een overtreding veroordeeld tot straffen en ten aanzien van het onder 1 ten laste gelegde aan verdachte een ontzegging van de bevoegdheid tot het besturen van motorrijtuigen opgelegd, zoals in dat vonnis omschreven.
Gebruik van het rechtsmiddel
De verdachte is op de voorgeschreven wijze en tijdig in hoger beroep gekomen.
Het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep, alsmede het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
De vordering van de advocaat-generaal
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het hof verdachte zal vrijspreken van het onder 2 ten laste gelegde en hem ter zake van het onder 1 ten laste gelegde zal veroordelen tot een geldboete van € 700,-, subsidiair 14 dagen hechtenis, en voorts zal opleggen een ontzegging van de bevoegdheid tot het besturen van motorrijtuigen voor de duur van zes maanden.
De beslissing op het hoger beroep
Het hof zal het vonnis vernietigen en opnieuw recht doen.
Tenlastelegging
Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
feit 1:
hij op of omstreeks 13 juli 2007 in de gemeente [gemeente] als bestuurder van een motorrijtuig, personenauto, dit motorrijtuig heeft bestuurd na zodanig gebruik van alcoholhoudende drank, dat het alcoholgehalte van zijn adem bij een onderzoek als bedoeld in artikel 8, derde lid, aanhef en onder a van de Wegenverkeerswet 1994, 595 microgram, in elk geval hoger dan 88 microgram alcohol per liter uitgeademde lucht bleek te zijn, terwijl voor het besturen van dat motorrijtuig een rijbewijs was vereist en sedert de datum waarop aan hem/haar voor de eerste maal een rijbewijs was afgegeven nog geen vijf jaren waren verstreken en de eerste afgifte van het rijbewijs op of na 30 maart 2002 heeft plaatsgevonden;
feit 2:
hij op of omstreeks 13 juli 2007 in de gemeente [gemeente] als bestuurder van een motorrijtuig (personenauto), gekentekend [kenteken], daarmede heeft gereden op de voor het openbaar verkeer openstaande weg, [straat], zonder dat er voor dit motorrijtuig een verzekering overeenkomstig de Wet aansprakelijkheidsverzekering motorrijtuigen was gesloten en in stand gehouden.
Vrijspraak
Het hof acht niet bewezen hetgeen onder 2 aan verdachte is ten laste gelegd, zodat hij daarvan moet worden vrijgesproken.
Bewezenverklaring
Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte:
feit 1:
op 13 juli 2007 in de gemeente [gemeente] als bestuurder van een motorrijtuig, personenauto, dit motorrijtuig heeft bestuurd na zodanig gebruik van alcoholhoudende drank, dat het alcoholgehalte van zijn adem bij een onderzoek als bedoeld in artikel 8, derde lid, aanhef en onder a van de Wegenverkeerswet 1994, 595 microgram alcohol per liter uitgeademde lucht bleek te zijn, terwijl voor het besturen van dat motorrijtuig een rijbewijs was vereist en sedert de datum waarop aan hem voor de eerste maal een rijbewijs was afgegeven nog geen vijf jaren waren verstreken en de eerste afgifte van het rijbewijs op of na 30 maart 2002 heeft plaatsgevonden.
Het hof acht niet bewezen hetgeen aan verdachte als voormeld onder 1 meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen.
Kwalificatie
Het bewezen verklaarde levert op het misdrijf:
feit 1: overtreding van artikel 8, derde lid, aanhef en onder a van de Wegenverkeerswet 1994.
Strafbaarheid
Verdachte is strafbaar. Strafuitsluitingsgronden zijn niet aanwezig.
Strafmotivering
Het hof heeft in hoger beroep de op te leggen straf bepaald op grond van de ernst van het feit en de omstandigheden waaronder dit is begaan en gelet op de persoon van verdachte. Het hof heeft daarbij in het bijzonder het volgende in beschouwing genomen.
Verdachte heeft op 13 juli 2007 een motorrijtuig bestuurd na het gebruik van alcoholhoudende drank. Het alcoholgehalte van verdachtes adem was op dat moment ruim zesmaal hoger dan de voor hem toegestane 88 microgram alcohol per liter uitgeademde lucht, te weten 595 microgram alcohol per liter uitgeademde lucht. Verdachte heeft hiermee de verkeersveiligheid ernstig in gevaar gebracht, welk gevaar zich ook heeft verwezenlijkt gelet op het door hem veroorzaakte eenzijdige verkeersongeval.
Het hof heeft bij de straftoemeting in aanmerking genomen dat verdachte, blijkens een hem betreffend uittreksel uit het justitiële documentatieregister d.d. 4 november 2008, tweemaal eerder is veroordeeld ter zake van rijden onder invloed.
Gelet op het voorgaande, in onderling verband en samenhang bezien, is het hof van oordeel dat een geldboete van na te melden hoogte dient te worden opgelegd. Daarnaast zal een ontzegging van de rijbevoegdheid van na te melden duur worden opgelegd.
Toepassing van wetsartikelen
Het hof heeft gelet op de artikelen 23 (oud), 24 (oud) en 24c (oud) van het Wetboek van Strafrecht en de artikelen 8, 176 (oud) en 179 (oud) van de Wegenverkeerswet 1994.
De uitspraak
HET HOF,
RECHT DOENDE OP HET HOGER BEROEP:
vernietigt het vonnis, waarvan beroep, en opnieuw recht doende:
verklaart het verdachte onder 2 ten laste gelegde niet bewezen en spreekt hem daarvan vrij;
verklaart het verdachte onder 1 ten laste gelegde bewezen, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart dit feit en verdachte strafbaar;
verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte als voormeld onder 1 meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen en spreekt verdachte daarvan vrij;
veroordeelt verdachte [verdachte] tot een geldboete van zevenhonderd euro;
beveelt dat vervangende hechtenis voor de duur van veertien dagen zal worden toegepast, indien noch volledige betaling noch volledig verhaal van het verschuldigde bedrag volgt;
ontzegt aan de veroordeelde ter zake van het onder onder 1 bewezen verklaarde feit de bevoegdheid motorrijtuigen te besturen voor de tijd van zes maanden;
beveelt dat de tijd, gedurende welke het rijbewijs ingevorderd en ingehouden is geweest, op de duur van de ontzegging geheel in mindering wordt gebracht.
Dit arrest is aldus gewezen door mr. L.T. Wemes, voorzitter, mr. H.J. Deuring en
mr. W. Foppen, in tegenwoordigheid van mr. E.M. Mulder als griffier, zijnde
mr. Foppen voornoemd buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.