ECLI:NL:GHARN:2009:BH1345

Gerechtshof Arnhem

Datum uitspraak
29 januari 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
24-001076-08
Instantie
Gerechtshof Arnhem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
  • mr. Hielkema
  • mr. Dam
  • mr. Elzinga
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Belediging van ambtenaren tijdens rechtmatige uitoefening van hun functie

In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem op 29 januari 2009 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Zwolle-Lelystad. De verdachte was in eerste aanleg veroordeeld voor eenvoudige belediging van een ambtenaar in functie, waarbij hij op 15 november 2006 in de gemeente [gemeente] de buitengewoon opsporingsambtenaar [betrokkene 1] in het gezicht heeft gespuugd en een middelvinger naar haar heeft opgestoken. Daarnaast heeft hij in de tegenwoordigheid van [betrokkene 2] beledigende woorden geuit, te weten: "Vuile vieze blonde kankerhoer". De politierechter legde een geldboete op van € 300, subsidiair 6 dagen hechtenis.

De verdachte heeft tijdig hoger beroep ingesteld, maar verscheen niet ter terechtzitting. Het hof verleende verstek en behandelde de zaak op basis van de ingediende stukken. De advocaat-generaal vorderde dezelfde straf als door de politierechter was opgelegd. Het hof oordeelde dat de feiten bewezen waren en dat de verdachte strafbaar was. Het hof achtte de opgelegde geldboete passend, gezien de aard en ernst van de feiten en de omstandigheden waaronder deze waren begaan. De verdachte had geen eerdere veroordelingen en zijn financiële situatie werd in overweging genomen.

Het hof vernietigde het vonnis van de politierechter en legde de verdachte opnieuw een geldboete van € 300 op, met de bepaling dat vervangende hechtenis voor de duur van 6 dagen zou worden toegepast indien de betaling niet zou volgen. Het hof concludeerde dat de feiten als ergerlijk werden beschouwd en rechtvaardigden de oplegging van de geldboete.

Uitspraak

Parketnummer: 24-001076-08
Parketnummer eerste aanleg: 07-600694-07
Arrest van 29 januari 2009 van het gerechtshof te Arnhem, nevenzittingsplaats Leeuwarden, meervoudige strafkamer, op het hoger beroep tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Zwolle-Lelystad van 1 oktober 2007 in de strafzaak tegen:
[verdachte],
geboren op [1984] te [geboorteplaats],
wonende te [woonplaats], [adres],
niet ter terechtzitting verschenen.
Het vonnis waarvan beroep
De politierechter in de rechtbank Zwolle-Lelystad heeft de verdachte bij het vonnis wegens misdrijven veroordeeld tot een straf, zoals in dat vonnis omschreven.
Gebruik van het rechtsmiddel
De verdachte is op de voorgeschreven wijze en tijdig in hoger beroep gekomen.
Het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep
Het hof heeft verstek verleend tegen de niet verschenen verdachte.
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep.
De vordering van de advocaat-generaal
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het hof verdachte ter zake van het onder 1 en 2 ten laste gelegde zal veroordelen tot een geldboete van € 300,=, subsidiair 6 dagen hechtenis.
De beslissing op het hoger beroep
Het hof zal het vonnis vernietigen en opnieuw recht doen.
Tenlastelegging
Aan verdachte is ten laste gelegd, dat:
1.
hij op of omstreeks 15 november 2006 in de gemeente [gemeente] opzettelijk beledigend (een) ambtena(a)r(en), te weten de buitengewoon opsporingsambtenaar [betrokkene 1], gedurende en/of ter zake van de rechtmatige uitoefening van zijn/haar/hun bediening, te weten tijdens de kaartcontrole in diens/dier tegenwoordigheid in het gelaat/gezicht heeft gespuugd en/of meermalen, in elk geval eenmaal, een middelvinger heeft opgestoken, in elk geval handelingen en/of gebaren van gelijke beledigende aard en/of strekking heeft verricht en/of gemaakt;
2.
hij op of omstreeks 15 november 2006 te [plaats] opzettelijk beledigend [betrokkene 2], in diens/dier tegenwoordigheid mondeling heeft toegevoegd de woorden "Vuile vieze blonde kankerhoer", althans woorden van gelijke beledigende aard en/of strekking en/of (vervolgens) meermalen, in elk geval eenmaal een middelvinger heeft opgestoken, althans gebaren van gelijke beledigende aard en/of strekking heeft gemaakt.
Bewezenverklaring
Het hof acht het onder 1 en 2 ten laste gelegde bewezen, met dien verstande, dat:
1.
hij op 15 november 2006 in de gemeente [gemeente] opzettelijk beledigend een ambtenaar, te weten de buitengewoon opsporingsambtenaar [betrokkene 1], gedurende en ter zake van de rechtmatige uitoefening van haar bediening, in haar tegenwoordigheid in het gezicht heeft gespuugd en een middelvinger heeft opgestoken;
2.
hij op 15 november 2006 te [plaats] opzettelijk beledigend [betrokkene 2], in haar tegenwoordigheid mondeling heeft toegevoegd de woorden: "Vuile vieze blonde kankerhoer", althans woorden van gelijke beledigende aard en strekking.
Het hof acht niet bewezen hetgeen aan verdachte als voormeld onder 1 en 2 meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen.
Kwalificatie
Het bewezen verklaarde levert respectievelijk op de misdrijven:
onder 1:
eenvoudige belediging, terwijl de belediging wordt aangedaan aan een ambtenaar gedurende of ter zake van de rechtmatige uitoefening van zijn bedieding;
onder 2:
eenvoudige belediging.
Strafbaarheid
Het hof acht verdachte strafbaar. Strafuitsluitingsgronden worden niet aanwezig geacht.
Strafmotivering
Het hof heeft bij de bepaling van de straf rekening gehouden met de aard en ernst van de bewezen verklaarde feiten, de omstandigheden waaronder deze feiten zijn begaan en de persoon van verdachte. Het hof heeft daarbij in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
Verdachte heeft als passagier van een bus [betrokkene 2] in die bus beledigd door haar
in haar tegenwoordigheid mondeling toe te voegen: "Vuile vieze blonde kankerhoer", althans woorden van gelijke beledigende aard en strekking. Korte tijd later heeft hij in die bus de buitengewoon opsporingsambtenaar [betrokkene 1], die belast was met het controleren van kaartjes in de bus, beledigd door haar in het gezicht te spugen en - toen hij de bus had verlaten - een middelvinger naar haar op te steken.
Ergerlijke feiten als de onderhavige rechtvaardigen de oplegging van een geldboete.
Uit het verdachte betreffende Uittreksel Justitiële Documentatie d.d. 23 oktober 2008 blijkt, dat verdachte niet eerder is veroordeeld.
Op grond van het vorenstaande, in samenhang beschouwd, acht het hof de oplegging van de door de politierechter opgelegde geldboete, welke geldboete eveneens door de advocaat-generaal is gevorderd, niet alleen gerechtvaardigd, maar ook passend en geboden. Het hof zal die geldboete dan ook aan verdachte opleggen.
Bij de bepaling van de hoogte van de op te leggen geldboete heeft het hof mede in aanmerking genomen verdachtes financiële draagkracht, voor zover deze ter zitting van het hof is gebleken.
Toepassing van wetsartikelen
Het hof heeft gelet op de artikelen 23, 24, 24c, 57 (oud), 266 en 267 van het Wetboek van Strafrecht.
De uitspraak
HET HOF,
RECHT DOENDE OP HET HOGER BEROEP bij verstek:
vernietigt het vonnis, waarvan beroep, en opnieuw recht doende:
verklaart het verdachte onder 1 en 2 ten laste gelegde bewezen en kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart deze feiten en verdachte strafbaar;
verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte als voormeld onder 1 en 2 meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen en spreekt verdachte daarvan vrij;
veroordeelt verdachte [verdachte] tot een geldboete van driehonderd euro;
beveelt dat vervangende hechtenis voor de duur van zes dagen zal worden toegepast, indien noch volledige betaling noch volledig verhaal van het verschuldigde bedrag volgt.
Dit arrest is aldus gewezen door mr. Hielkema, voorzitter, mr. Dam en mr. Elzinga, in tegenwoordigheid van Boersma als griffier, zijnde mr. Elzinga voornoemd buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.