ECLI:NL:GHARN:2009:258
Gerechtshof Arnhem
- Hoger beroep
- B.M. Mens
- P.L.R. Wefers Bettink
- C.G. ter Veer
- Rechtspraak.nl
Afwikkeling huwelijkse voorwaarden en verzuim in het civiele recht
In deze zaak, die voor het Gerechtshof Arnhem diende, betreft het een hoger beroep inzake de afwikkeling van huwelijkse voorwaarden tussen een vrouw en een man, die beide in een echtscheidingsprocedure verwikkeld zijn. De vrouw, appellante in hoger beroep, heeft in eerdere procedures haar standpunt geuit dat het echtscheidingconvenant nietig is en dat zij aanspraak maakt op een verdeling van het deelgenootschap volgens de huwelijkse voorwaarden. De man, geïntimeerde in hoger beroep, heeft dit standpunt betwist en stelt dat hij aan zijn verplichtingen heeft voldaan.
Het hof heeft in zijn beoordeling verwezen naar eerdere arresten en de correspondentie tussen de advocaten van beide partijen. Het hof concludeert dat de vrouw niet in gebreke heeft gesteld volgens de vereisten van artikel 6:82 BW, maar dat er wel sprake is van verzuim zonder ingebrekestelling op basis van artikel 6:83 sub c BW. Dit betekent dat de vrouw in redelijkheid kon afleiden dat de man niet zou meewerken aan een andere wijze van afwikkeling van de huwelijkse voorwaarden.
Het hof heeft de proceskosten in hoger beroep gecompenseerd, gezien de persoonlijke relatie tussen de partijen. De beslissing van het hof houdt in dat de vrouw niet ontvankelijk wordt verklaard in haar hoger beroep tegen een tussenvonnis, maar dat het eindvonnis van de rechtbank gedeeltelijk wordt vernietigd. De man wordt veroordeeld tot betaling van een bedrag van € 61.218,56 aan de vrouw, vermeerderd met wettelijke rente vanaf 18 februari 1998. Het hof heeft de overige vorderingen afgewezen.