ECLI:NL:GHARN:2008:BG1024

Gerechtshof Arnhem

Datum uitspraak
3 juni 2008
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
104.002.031
Instantie
Gerechtshof Arnhem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Auteursrechtelijke inbreuk op de selectie en bewerking van gegevens in de scheepvaartliteratuur

In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem op 3 juni 2008 uitspraak gedaan in hoger beroep over een geschil tussen [appellant] en [geïntimeerde] betreffende auteursrechtelijke inbreuk. [appellant] stelde dat [geïntimeerde] zonder zijn toestemming gegevens uit zijn boek 'Scheepsgegevens' had overgenomen in het boek 'Stabiliteit van Schepen', geschreven door [persoon A]. Het hof oordeelde dat de selectie, bewerking en weergave van gegevens door [appellant] een zelfstandig werk vormde, zoals bedoeld in artikel 10 lid 2 van de Auteurswet. Het hof verwierp de stellingen van [geïntimeerde] dat de selectie voor de hand liggend was en dat het auteursrecht van [appellant] beperkt zou zijn tot de toelichtende teksten en foto's. Het hof concludeerde dat de verzameling gegevens een oorspronkelijke selectie vormde, ongeacht het ontbreken van die toelichtende teksten en foto's. De vorderingen van [appellant] werden in grote lijnen toegewezen, waarbij het hof oordeelde dat [geïntimeerde] onrechtmatig had gehandeld door de gegevens zonder toestemming te gebruiken. Het hof stelde [geïntimeerde] aansprakelijk voor de schade die [appellant] had geleden en legde verschillende maatregelen op, waaronder het terughalen en vernietigen van de inbreukmakende uitgaven van 'Stabiliteit van Schepen'.

Uitspraak

3 juni 2008
eerste civiele kamer
zaaknummer 104.002.031
G E R E C H T S H O F T E A R N H E M
Arrest
in de zaak van:
[appellant],
wonende te [woonplaats],
appellant in het principaal appel,
geïntimeerde in het (voorwaardelijk) incidenteel appel,
procureur: mr. A.T. Bolt,
tegen:
[geïntimeerde], handelende onder de naam Fa. [[geïntimeerde],
wonende te [woonplaats],
geïntimeerde in het principaal appel,
appellante in het (voorwaardelijk) incidenteel appel,
procureur: mr. J. M. Bosnak.
1 Het geding in eerste aanleg
Voor de procedure in eerste aanleg wordt verwezen naar de inhoud van het vonnis dat de rechtbank Zwolle-Lelystad op 21 december 2005 heeft gewezen tussen principaal
appellant/incidenteel geïntimeerde (hierna te noemen: [appellant]) als eiser in conventie/verweerder in (voorwaardelijke) reconventie en principaal geïntimeerde/incidenteel appellante (hierna te noemen: [geïntimeerde]) als gedaagde in conventie/eiser in (voorwaardelijke) reconventie; van dat vonnis is een fotokopie aan dit arrest gehecht.
2 Het geding in hoger beroep
2.1 [appellant] heeft bij exploot van 20 maart 2006 aangezegd van voormeld vonnis in hoger beroep te komen, met dagvaarding van [geïntimeerde] voor dit hof.
2.2 Bij memorie van grieven heeft [appellant] zeven grieven aangevoerd en toegelicht, en bewijs aangeboden. Hij heeft geconcludeerd dat het hof het bestreden vonnis in conven-tie zal vernietigen en opnieuw recht doende, bij arrest voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
I. voor recht zal verklaren dat door [geïntimeerde] door het uitgeven van het werk "Stabiliteit van Schepen", geschreven door [persoon A], is gehandeld in strijd met het auteursrecht van [appellant] op het werk "Scheepsgegevens" en dat [geïntimeerde] mitsdien tegen [appellant] onrechtmatig heeft gehandeld en handelt als bedoeld in artikel 6:162 B.W.;
II. voor recht zal verklaren dat [geïntimeerde] aansprakelijk is voor de schade die [appellant] ten gevolge van deze onrechtmatige daad lijdt en [geïntimeerde] zal veroordelen tot betaling aan [appellant] van een bedrag groot € 1.295,- aan schadevergoeding voor gemiste auteursrechtvergoeding;
III. [geïntimeerde] zal veroordelen om binnen één week na betekening van dit arrest alle in de handel zijnde exemplaren van het werk "Stabiliteit van Schepen" van [persoon A] terug te halen en de bij [geïntimeerde] aanwezige voorraden van dit werk te vernietigen, onder de bepaling dat [geïntimeerde] bij niet-voldoen aan dit gedeelte van het arrest een dwangsom zal verbeuren van
€ 1.000,- voor iedere dag of gedeelte daarvan dat [geïntimeerde] in gebreke blijft aan deze veroor-deling te voldoen;
IV. [geïntimeerde] zal verbieden eventuele nog in voorraad zijnde exemplaren van het werk "Stabiliteit van Schepen" van [persoon A] te verkopen, alsmede zal verbieden inbreuk te maken op het auteursrecht van [appellant] op het werk "Scheepsgegevens" door een nieuwe uitgifte van het werk "Stabiliteit van Schepen", onder bepaling dat [geïntimeerde] bij het niet-voldoen aan dit gedeelte van het arrest een dwangsom zal verbeuren van € 25.000,- per overtreding;
V. [geïntimeerde] zal veroordelen tot betaling aan [appellant] ter zake buitengerechtelijke incassokosten tot een bedrag van € 1.274,49 inclusief BTW;
VI. [geïntimeerde] zal veroordelen in de kosten van het geding in beide instanties, salaris procureur van [appellant] daaronder begrepen, en de eventueel toekomstige op de uitvoering vallende kosten.
2.3 [geïntimeerde] heeft een memorie van antwoord en voorwaardelijk incidenteel appel, tevens houdende akte overleggen productie genomen. Hij heeft bij memorie van antwoord verweer gevoerd en een productie in het geding gebracht. Voorts heeft hij in "voorwaardelijk incidenteel appel" een bezwaar geformuleerd tegen het bestreden vonnis in reconventie en bewijs aangeboden, met conclusie in voorwaardelijk incidenteel appel:
[appellant] te verbieden inbreuk te maken op het auteursrecht van [geïntimeerde] op de bewerkte gegevens in "Stabiliteit van Schepen" onder meer door het doen uitgeven van een nieuw boek met deze gegevens, onder bepaling dat [appellant] bij niet-voldoen aan dit gedeelte van het vonnis een dwangsom zal verbeuren van € 5.000,- per overtreding, en
met conclusie in principaal en voorwaardelijk incidenteel appel:
dat het hof het bestreden vonnis zal bekrachtigen, onder ongegrondverklaring van de daartegen opgeworpen grieven, met veroordeling van [appellant] in de reële kosten van het geding in beide instanties.
2.4 [appellant] heeft vervolgens een memorie van antwoord in het voorwaardelijk incidenteel appel genomen. Hij heeft hierbij producties in het geding gebracht en bewijs aangeboden, en heeft geconcludeerd in het voorwaardelijk incidenteel appel dat het hof bij arrest, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, [geïntimeerde] in het voorwaardelijk incidenteel appel niet-ontvankelijk zal verklaren, althans hem dit zal ontzeggen, althans dit zal afwijzen, met veroordeling van [geïntimeerde] in de kosten van deze procedure.
2.5 [geïntimeerde] heeft een akte uitlating producties genomen.
2.6 Ten slotte hebben partijen de procesdossiers overgelegd voor het wijzen van arrest.
2.7 Ter griffie van het hof zijn door [appellant] op 6 juli 2006 onder depotnummer 2006/15 bouwtekeningen met daarbij behorende bescheiden gedeponeerd. Op 23 oktober 2006 zijn ter griffie door [geïntimeerde] drie boeken en een CD-rom gedeponeerd onder depotnummer 29/2006.
3 De vaststaande feiten
De rechtbank heeft in het bestreden vonnis onder 1.1 tot en met 1.7 een aantal feiten vastgesteld. Aangezien tegen hetgeen onder 1.1 tot en met 1.3 en 1.5 tot en met 1.7 is vastge-steld geen grieven zijn gericht of bezwaren zijn aangevoerd, gaat ook het hof daarvan uit, met inachtneming van het volgende. De onder 1.4 genoemde feiten worden gerectificeerd in die zin dat aldaar met de gegevens op de bladzijden 284 tot en met 339 is bedoeld de gegevens op bladzijde 255 tot 317 (zie conclusie van repliek in conventie/van antwoord in reconventie, nummer 36). Voorts is tegen de vaststelling in de tweede zin van 1.4 de eerste grief van [appellant] (mede) gericht. Voor het overige kan ook in hoger beroep worden uitgegaan van hetgeen onder 1.4 is vastgesteld.
4 De beoordeling in het principaal en in het incidenteel appel
4.1 [appellant] legt aan zijn vorderingen ten grondslag dat hij de auteursrechthebbende is ten aanzien van de door hem voor zijn boekwerk Scheepsgegevens, grotendeels uit documentatie van rederij Spliethoff en stencilmappen van scheepswerf Merwede Shipyard, geselecteerde en bewerkte hydrostatische gegevens van het motorschip de Elandsgracht. Deze gegevens zijn vermeld op pagina 255 tot 317 van zijn boekwerk, dat in 1998 door
[geïntimeerde] is uitgegeven. Deze gegevens zijn zonder toestemming van [appellant] overgenomen op pagina 191 tot en met 240 van het door [geïntimeerde] in mei 2004 uitgegeven boekwerk Stabiliteit van Schepen, derde druk, dat is geschreven door [persoon A]. Die laatste uitgave vormt een inbreuk op zijn auteursrecht en behelst dus een onrechtmatige daad van [geïntimeerde], volgens [appellant].
[geïntimeerde] stelt zich primair op het standpunt dat de bedoelde gegevens geen auteursrechtelijke bescherming genieten en subsidiair dat, als dit wel het geval zou zijn, het auteursrecht niet aan [appellant], maar aan hemzelf toekomt. Zijn (voorwaardelijk ingestelde) vorderingen in reconventie zijn hierop gebaseerd.
In het bestreden vonnis zijn zowel de vorderingen van [appellant] als die van [geïntimeerde] afgewezen, op grond van het oordeel, kort weergegeven, dat op de bewerkte gegevens als zodanig geen auteursrecht rust.
4.2 De grieven in het principaal appel zullen zoveel mogelijk gezamenlijk worden behandeld.
Bij de beoordeling geldt in hoger beroep als uitgangspunt dat tussen partijen niet in geschil is dat de in Scheepsgegevens vermelde gegevens betreffende de Elandsgracht, zoals deze zijn vastgelegd in tekeningen, grafieken en tabellen, ook vermeld staan in Stabiliteit van Schepen en dat de gegevens aldaar letterlijk en in dezelfde volgorde en vorm zijn overgenomen, alsmede dat in Stabiliteit van Schepen geen gegevens over de Elandsgracht zijn vermeld die niet ook in Scheepsgegevens zijn opgenomen.
4.3 De vraag die beantwoord moet worden is of met betrekking tot die door [appellant] bewerkte gegevens - die in Stabiliteit van Schepen zijn opgenomen zonder de toelichtende teksten die in Scheepsgegevens bij of ter introductie van de afgedrukte tabellen en tekeningen vermeld staan, en zonder de foto's en tekeningen die in Scheepsgegevens zijn opgenomen tussen de diverse gegevens en die niet afkomstig zijn uit de documentatie van de Elandsgracht - sprake is van een bewerking in de zin van artikel 10 (lid 2) van de Auteurswet 1912 (Aw). Daartoe is vereist dat deze verzameling en weergave van gegevens een eigen, oorspronkelijk karakter heeft en het persoonlijke stempel van de maker draagt.
4.4 [appellant] heeft in dit verband het volgende aangevoerd.
De gegevens zijn niet uitsluitend afkomstig uit een brochure van de rederij en twee mappen van schepen van het type de Elandsgracht van de scheepswerf Merwede Shipyard, maar ook uit andere bronnen. [appellant] heeft de selectie van de gegevens mede gebaseerd op door hem van elders verkregen informatie. Bij de selectie en de bewerking van de gegevens heeft hij zich er bovendien steeds op gericht de gegevens toegankelijk te maken voor het onderwijs. Daartoe heeft hij veertien dagen meegevaren op het schip en gesproken met (deskundigen van) de rederij en met de kapiteins van het schip. Uit de kladversies van de ruwe data, die in depot zijn gegeven, blijkt duidelijk welke keuzes hij (vanuit zijn kennis en ervaring als docent aan de Zeevaartschool) bij de bewerking heeft gemaakt. Uitsluitend de voor studenten relevante gegevens zijn opgenomen. Uit de oorspronkelijke 255 bladzijden is aldus een selectie van ongeveer 65 bladzijden gemaakt op basis van bewuste, door de praktijk ingegeven keuzes, waarin zijn persoonlijke visie tot uitdrukking is gekomen. [appellant] heeft (onder punt 21 van de memorie van grieven) voorbeelden genoemd van enige van deze keuzes.
4.5 [geïntimeerde] stelt zich primair op het standpunt dat deze selectie van gegevens, die een onderdeel vormt van het geheel (het boekwerk Scheepsgegevens van [appellant]), geen auteursrechtelijke relevantie heeft. Het auteursrecht van [appellant] is volgens [geïntimeerde] beperkt tot de door [appellant] bij de gegevens in dit boek gevoegde foto's en de toelichtende teksten. De selectie van de gegevens - met uitzondering van deze bijgevoegde foto's en teksten - en de aanpassingen van de gegevens zijn bovendien volgens [geïntimeerde] niet geschied door [appellant], maar door wijlen zijn compagnon, [persoon B].
4.6 Het hof is anders dan de rechtbank van oordeel dat ten aanzien van de in dit geding bedoelde, door [appellant] gedane selectie, bewerking en weergave van gegevens betref-fende de Elandsgracht, sprake is van een zelfstandig werk als bedoeld in artikel 10 lid 2 Aw, nu die selectie, bewerking en weergave een eigen oorspronkelijk karakter heeft en zij als zodanig het persoonlijk stempel van de maker draagt.
Niet voldoende bestreden is dat [appellant] de selectie en aanpassingen van de gegevens (tabellen, grafieken en tekeningen) heeft gedaan vanuit zijn persoonlijke visie op onderwijskundig gebied, waarbij zijn keuzes door de praktijk van de scheepvaart zijn ingegeven, vanuit een veel groter bestand van deze gegevens, namelijk 255 pagina's documentatie, terwijl de selectie bovendien ook andere gegevens behelst, die niet stammen uit de documentatie van de rederij en de scheepswerf.
Een en ander blijkt ook uit de ter griffie van het hof gedeponeerde kladversies, met potlood-aantekeningen op de diverse gegevens (tabellen, grafieken en tekeningen). Niet (voldoende gemotiveerd) bestreden is dat deze aantekeningen van [appellant] zijn.
De stelling van [geïntimeerde] dat het auteursrecht van [appellant] beperkt zou zijn tot de toelichtende teksten en de foto's van [appellant], die niet zijn overgenomen in Stabiliteit van Schepen, wordt verworpen. Het ontbreken daarvan - dit overigens zonder dat de open plek-ken met andere tekst of foto's zijn ingevuld - neemt niet weg dat de verzameling gegevens een oorspronkelijke selectie vormt, ook zonder die toelichtende teksten en foto's.
De stelling van [geïntimeerde] dat het gaat om een voor de hand liggende selectie van gegevens die nodig zijn om vraagstukken op te lossen en dat de bewerkingen van de gegevens ge-bruikelijk zijn, wordt eveneens verworpen, nu zij zonder nadere onderbouwing - die ontbreekt - tegen de achtergrond van het voorgaande onvoldoende begrijpelijk is.
4.7 Het hof verwerpt de subsidiaire stellingen van [geïntimeerde] dat dit auteursrecht aan wijlen
[persoon B] zou toekomen en dat dit recht thans zou toekomen aan [geïntimeerde], als onvoldoende gemotiveerd.
Vaststaat dat in de overeenkomst tussen [geïntimeerde] (namens de uitgevers [firma]) en [appellant] van 10 oktober 2000 is vermeld dat [appellant] het boek Scheepsgegevens heeft geschreven en verantwoordelijk is voor de oorspronkelijkheid van de tekst, dat het tekenwerk voor een deel door de auteur is vervaardigd, uitgevoerd met fijnschrijvers op pa-pier, en door de uitgevers per computer drukklaar gemaakt, terwijl de overige afbeeldingen zijn verkregen van derden, waarvoor auteur toestemming heeft verworven om deze in het werk op te nemen en aldus te publiceren. Niet in geschil is dat de in dit geding bedoelde ver-zameling gegevens onderdeel vormt van dit boekwerk en in haar geheel, in dezelfde volgorde, is overgenomen in Stabiliteit van Schepen, met inbegrip van fouten en van de gegevens die niet uit het van de rederij en de scheepswerf afkomstige materiaal stammen.
De omstandigheid dat [persoon B] nog onbewerkte gegevens die hij van [appellant] had verkregen met behulp van computerprogramma's heeft bewerkt en gedigitaliseerd en drukklaar heeft gemaakt, doet niet af aan het vaststaande feit dat [appellant] de kladversies met zijn potloodaantekeningen en tekeningen op papier aan [persoon B] ter hand heeft gesteld. De stelling van [geïntimeerde] dat [persoon B] de selectie van de gegevens heeft gedaan, in samenspraak met de auteur, wat [appellant] overigens ontkent, neemt niet weg dat de daaraan voorafgegane inwinning van informatie en selectie van de oorspronkelijke 255 pagina's aan gegevens en andere gegevens door [appellant] is gedaan, vanuit zijn persoonlijke visie. Artikel 6 Aw bepaalt bovendien dat als een werk tot stand is gebracht naar het ontwerp van een ander en onder diens leiding en toezicht, deze als maker van dat werk wordt aangemerkt.
Voor zover [geïntimeerde] beoogd heeft te stellen dat de hele selectie en de ontwikkeling van de selectiecriteria stamt van de hand van [persoon B], heeft die stelling - in het licht ook van [appellant]s uitvoerige en door stukken ondersteunde feitenlezing – geen voldoende concrete onderbouwing gekregen.
Gezien het bovenstaande wordt aan het bewijsaanbod van [geïntimeerde] als niet relevant voorbijgegaan.
4.8 De conclusie uit het bovenstaande is dat - gegeven de vaststelling onder 4.2 -
[geïntimeerde] door de boven bedoelde uitgave inbreuk heeft gemaakt op het auteursrecht van [appellant].
4.9 Het hof verwerpt daarnaast de stelling van [geïntimeerde] dat [appellant] niet-ontvankelijk is in zijn vorderingen omdat [persoon A] (als auteur van Stabiliteit van Schepen) niet in deze procedure is betrokken. Het auteursrecht van [persoon A] op (een deel van) dit boekwerk doet niet af aan de inbreuk die [geïntimeerde] maakt op het auteursrecht van [appellant] ter zake, door zonder diens toestemming (de derde druk van) het boek Stabiliteit van Schepen uit te geven.
4.10 Het bovenstaande betekent dat de eerste vier grieven in het principaal appel doel treffen en dat het bezwaar in het incidenteel appel niet opgaat.
4.11 De vijfde en zesde grief in het principaal appel betreffen de vaststelling van de rechtbank (onder 1.6) dat [persoon A] het boek Stabiliteit van Schepen heeft uitgegeven, en het oordeel dat [persoon A] daarmee geen inbreuk heeft gemaakt op het auteursrecht van [appellant] (onder 3.9). Een en ander berust klaarblijkelijk op een vergissing, nu vaststaat dat [persoon A] alleen de auteur van dat boek is. Deze grieven slagen dus.
4.12 Ook de zevende principale grief treft doel.
Op grond van het bovenstaande zal het bestreden vonnis in conventie worden vernietigd. Ten aanzien van de toewijsbaarheid van de vorderingen van [appellant] wordt thans het volgende overwogen.
4.13 De onder I gevraagde verklaring voor recht, dat [geïntimeerde] jegens [appellant] op de hierboven aangegeven wijze onrechtmatig heeft gehandeld, is toewijsbaar.
Met betrekking tot de door [appellant] onder II gevorderde schadevergoeding ad € 1.295,- wegens gemist auteursrecht heeft [geïntimeerde] het verweer gevoerd dat van schade geen sprake is, nu het boekwerk in mei 2005 was uitverkocht en nadien niet in herdruk mocht worden genomen. [appellant] heeft daarop niet meer kunnen reageren. Voorts heeft [geïntimeerde] aan-gevoerd (zie nr. 65 conclusie van antwoord) dat hij de overeenkomst met [appellant] tot het eindtijdstip, 10 oktober 2005, conform de afspraken heeft uitgevoerd.
Het hof zal [appellant] in de gelegenheid stellen op (uitsluitend) deze stellingen bij akte te reageren.
[geïntimeerde] zal daarop een antwoordakte kunnen nemen.
4.14 In afwachting daarvan zal iedere verdere beslissing worden aangehouden.
5 De beslissing
Het hof, rechtdoende in hoger beroep :
in het principaal appel:
stelt [appellant] in de gelegenheid zich bij akte uit te laten over de in onderdeel 4.13 vermelde stellingen en verwijst de zaak daartoe naar de rol van 1 juli 2008, ambtshalve peremptoir,
in het principaal en in het incidenteel appel:
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit arrest is gewezen door mrs. Groen, Van den Brink en Van der Pol en is in tegenwoordigheid van de griffier uitgesproken ter openbare terechtzitting van 3 juni 2008.