ECLI:NL:GHARN:2008:BD2377
Gerechtshof Arnhem
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake inkomstenbelasting en hypotheekrenteaftrek na verwijzing door de Hoge Raad
In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof Arnhem, betreft het een hoger beroep van belanghebbende X tegen de uitspraak van de inspecteur van de Belastingdienst over de aanslag in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen voor het jaar 2001. De zaak is ontstaan na een verwijzing door de Hoge Raad op 21 september 2007, waarbij de Hoge Raad de eerdere uitspraak van het gerechtshof te Leeuwarden heeft vernietigd en de zaak heeft terugverwezen naar het Gerechtshof Arnhem voor verdere behandeling. Belanghebbende heeft in de jaren 1992 tot en met 1994 kosten gemaakt voor onderhoud en verbetering van zijn eigen woning, en heeft in zijn aangiften voor de jaren 1995 en 1998 hypothecaire schulden vermeld. De centrale vraag in deze procedure is of de rente van de hypothecaire geldleningen die in 1996 en 1998 zijn afgesloten, aftrekbaar is als kosten in de inkomstenbelasting.
Tijdens de mondelinge behandeling op 3 april 2008 heeft belanghebbende zijn standpunten toegelicht, waarbij hij aanvoert dat de inspecteur onterecht bewijs heeft gevraagd zonder rechterlijke waarborgen, en dat de inspecteur zijn recht heeft verwerkt om bewijs te vragen na de aanslagtermijn van drie jaar. Het Hof heeft vastgesteld dat belanghebbende aannemelijk heeft gemaakt dat een deel van de hypotheekverhogingen in 1996 en 1998 is besteed aan de eigen woning, en dat de totale eigenwoningschuld in 2001 op € 202.509 komt. Het Hof heeft het beroep gegrond verklaard, de uitspraak op bezwaar vernietigd en de aanslag verminderd tot een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 25.320. Tevens is de inspecteur veroordeeld in de proceskosten van belanghebbende tot een bedrag van € 483.
De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen hebben de mogelijkheid om binnen zes weken beroep in cassatie in te stellen bij de Hoge Raad der Nederlanden. De beslissing is genomen door de voorzitter en twee andere rechters van het Gerechtshof Arnhem, met de griffier aanwezig tijdens de uitspraak.