ECLI:NL:GHARN:2008:BC9913
Gerechtshof Arnhem
- Hoger beroep
- M. van den Brink
- A. Vaessen
- J. van der Pol
- Rechtspraak.nl
Toepassing van de wettelijke schuldsaneringsregeling voor appellant met verstandelijke beperking
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem op 27 maart 2008 uitspraak gedaan in hoger beroep over de toepassing van de wettelijke schuldsaneringsregeling voor een appellant, een 30-jarige alleenstaande man met een aanzienlijke schuldenlast van meer dan € 61.000,-, waaronder een vordering van € 56.601,05 van de SNS Bank. De rechtbank had eerder het verzoek van de appellant om schuldsanering afgewezen, omdat hij niet voldoende inzicht had gegeven in de besteding van de lening en te lichtzinnig een tweede chalet had aangeschaft, terwijl hij al met financiële problemen kampte na de verkoop van zijn eerste chalet met verlies.
De appellant stelde in hoger beroep dat hij te goeder trouw was ten aanzien van het ontstaan en onbetaald laten van zijn schuld, en dat zijn verstandelijke beperking hem had beïnvloed in zijn financiële beslissingen. Hij had hulp gezocht bij MEE Veluwe en had inmiddels een stabiele werk- en inkomenssituatie. Het hof oordeelde dat, hoewel de appellant niet aannemelijk had gemaakt dat hij in de vijf jaar voorafgaand aan zijn verzoek te goeder trouw was geweest, hij wel had aangetoond dat hij de omstandigheden die tot zijn schulden hadden geleid onder controle had gekregen. Het hof vond dat de appellant voldoende stappen had ondernomen om zijn financiële situatie te stabiliseren, en dat hij in staat was om zijn overige schulden af te lossen.
Uiteindelijk heeft het hof het vonnis van de rechtbank vernietigd en de wettelijke schuldsaneringsregeling van toepassing verklaard voor de appellant. Dit arrest benadrukt de noodzaak om rekening te houden met de persoonlijke omstandigheden van de schuldenaar, zoals verstandelijke beperkingen, bij de beoordeling van verzoeken om schuldsanering.