ECLI:NL:GHARN:2008:BC5168
Gerechtshof Arnhem
- Hoger beroep
- P.C. Vegter
- J.A.W. Lensing
- M.M. van Ditzhuijzen
- Rechtspraak.nl
Nietigheid van het onderzoek ter terechtzitting door afwezigheid van de officier van justitie
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem op 26 februari 2008 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Almelo van 3 mei 2007. De zaak betreft de nietigheid van het onderzoek ter terechtzitting in eerste aanleg, omdat de officier van justitie de zittingszaal had verlaten voordat het onderzoek was onderbroken of gesloten. Het hof oordeelt dat de rechtbank niet had mogen voortzetten zonder de aanwezigheid van de officier van justitie, wat in strijd is met de fundamentele beginselen van het Nederlands strafprocesrecht. De officier van justitie had de verplichting om aanwezig te zijn bij het onderzoek, en het ontbreken daarvan leidt tot nietigheid van het onderzoek. Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en de argumenten van de verdediging, maar concludeert dat de rechtbank ten onrechte de officier van justitie niet-ontvankelijk heeft verklaard. Het hof vernietigt het vonnis van de rechtbank en verwijst de zaak terug naar de rechtbank Almelo voor verdere behandeling. Deze uitspraak benadrukt het belang van de aanwezigheid van het openbaar ministerie tijdens het strafproces en de gevolgen van het niet naleven van deze verplichting.