- In het bijzonder gelet op de advisering is het hof van oordeel dat de veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen de verlenging van de terbeschikkingstelling eist als in de hierna te vermelden beslissing vervat.
Het hof overweegt het volgende. Uit het verlengingsadvies van 12 december 2006 volgt dat bij betrokkene sprake is van zwakbegaafdheid en een persoonlijkheidsstoornis met antisociale narcistische en afhankelijke trekken.
Het recidivegevaar is niet verminderd ondanks de begeleiding en behandeling van betrokkene bij de Forensische Psychiatrische Kliniek Assen in het kader van een terbeschikkingstelling met voorwaarden. Beoogde gedragsveranderingen hebben niet plaatsgevonden, er is eerder sprake van verharding van de problematiek, aldus de behandelaar van de FPK. Geadviseerd wordt de TBS maatregel te verlengen.
Uit de rapportage van de deskundige Graaff van 9 december 2006 volgt dat er bij betrokkene sprake lijkt van een ernstige persoonlijkheidsstoornis, vermoedelijk mede ontstaan ten gevolge van een ernstig verwaarlozende en complexe opvoedingssituatie. In de voorgeschiedenis zijn er forse agressieregulatieproblemen geweest, die indertijd aanleiding zijn geweest tot het plegen van het indexdelict. In de loop van de behandeling van betrokkenen bij de FPK is er verschillende malen sprake geweest van grensoverschrijdende gedragingen. Er heeft in onvoldoende mate een veilige behandelrelatie kunnen ontstaan. Aspecten van de persoonlijkheidsproblematiek van betrokkene, zoals te beperkte gevoelens van vertrouwen en veiligheid, konden tot nu toe onvoldoende in de behandeling worden bewerkt. Wel hebben structurerende interventies, gericht op werk, daginvulling en zelfsturing een positieve richting ingezet. De problematiek van betrokkene is zeker nog aanwezig. In die zin kan gesteld worden dat er, bij het wegvallen van toezicht en structuur, vermoedelijk nog sprake is van een duidelijk vergroot recidiverisico. Van uit een intramurale TBS-setting kan mogelijk snel worden toegewerkt naar een proefverlofsituatie, waarin met duidelijke regels, structuur en toezicht opnieuw aan resocialisatie kan worden gewerkt.
Op grond van de schriftelijke rapportage en de verklaring ter zitting van de getuige-deskundige Sanders heeft de raadsvrouw bepleit de vordering af te wijzen. Het hof volgt de raadsvrouw hierin niet. Daarbij wordt vooropgesteld dat op 5 maart 2007 door het hof de terbeschikkingstelling met voorwaarden is omgezet in een terbeschikkingstelling met dwangverpleging. Deze onherroepelijke beslissing is thans niet meer aan het oordeel van het hof onderworpen. De bevolen dwangverpleging heeft nog geen aanvang genomen. De getuige-deskundige Sanders heeft zich van meet af aan op het standpunt gesteld dat omzetting niet nodig was en zijn opvatting dat de vordering tot verlenging moet worden afgewezen is een logisch sequeel van dat standpunt. Van een nieuwe argumentatie is geen sprake. Nu vast staat dat de behandeling in het kader van terbeschikkingstelling met voorwaarden is stukgelopen hecht het hof overwegende waarde aan het oordeel van de FPK Assen, de deskundige Graaff en de Stichting Reclassering Nederland. Voor behandeling in het kader van terbeschikkingstelling met dwangverpleging is een verlenging noodzakelijk. De door de getuige-deskundige Sanders en de andere deskundigen gesignaleerde persoonlijkheidskenmerken vertonen voor wat betreft vrijwel alle aspecten sterke overeenkomst. Kern van het verschil is dat de conclusie dat er sprake is van een persoonlijkheidsstoornis de getuige-deskundige Sanders te ver gaat. Het hof volgt de getuige-deskundige Sanders in dit opzicht niet, maar hecht overwegende waarde aan de oordelen van andere deskundigen. Het hof heeft daarbij in aanmerking genomen dat de kern van de problematiek zich ook reeds manifesteerde op jonge leeftijd (voor zijn achttiende levensjaar) gelet op het feit dat hij op verschillende leefgebieden in botsing kwam met zijn omgeving.
Het hof is van oordeel dat een verlenging met een termijn van twee jaar is geïndiceerd.